Had juryvoorzitter Pedro Almodóvar vorig jaar zijn mond maar gehouden. In een emotioneel betoog waarschuwde hij de wereld ervoor dat streamingdiensten als Netflix de ‘gewoonten van filmkijkers niet mogen veranderen’. Omdat die kijker zich – net als Almodóvar vroeger – ‘klein moet voelen voor het grote doek’.
Nog voor het festival begonnen was, maakte de juryvoorzitter al twee geselecteerde films kansloos met de opmerking dat hij het ‘heel vreemd’ zou vinden als de winnaar van een Gouden Palm ‘niet in een bioscoopzaal te zien zou zijn.’ Daarmee doelde hij op twee Netflixtitels – Okja en The Meyerowitz Stories – die in Cannes in competitie draaiden. En inderdaad geen prijs zouden winnen.
De Netflixrel was geboren en sudderde niet alleen het hele festival door, de rel woedt nog steeds en de standpunten zijn zelfs verhard. Nog even kort die standpunten. Het festival wil dat alle competitiefilms in Frankrijk in de bioscoop te zien zijn. De Franse wet schrijft voor dat als een film eenmaal in de bioscoop is vertoond het drie jaar moet duren voordat hij online mag worden aangeboden. Wat Netflix – enigszins begrijpelijk – onaanvaardbaar vindt. Okja en The Meyerowitz Stories gingen dan ook vorig jaar al wereldwijd online.