Charlotte Rampling wordt met de jaren alleen maar beter. In het minimalistische drama Hannah maakt ze weer diepe indruk.

Is er een andere actrice die zo intens treurig kan kijken als Charlotte Rampling? De Italiaanse regisseur Andrea Pallaoro lijkt zijn film Hannah volledig om die blik heen te hebben gecreëerd. Rampling speelt de echtgenote van een man die om (aanvankelijk) onduidelijke redenen in de gevangenis belandt. In hun Brusselse appartement probeert zij het dagelijks leven beheerst voort te zetten, maar dat gaat steeds moeilijker.

Hannah is geen makkelijke film, de plot ontvouwt zich in slakkentempo, maar Rampling houdt de aandacht moeiteloos vast – met die blik dus, die een wereld aan verdriet en frustratie herbergt. Ze won er op het afgelopen filmfestival van Venetië de prijs voor beste actrice mee.

Rampling, die in 1946 werd geboren in Engeland maar al tientallen jaren in Frankrijk woont, staat haar hele carrière al bekend om die blik. Een biografische documentaire over haar uit 2011 draagt niet voor niets de titel The Look. Maar die blik is in de loop der jaren wel geëvolueerd. Straalt de actrice in Hannah vooral pijn uit, zoals ze ook al zo indrukwekkend deed in het recente Britse drama 45 Years, in het verleden stond ze vooral bekend om haar geheimzinnige en soms keiharde uitstraling. De Britse filmcriticus Barry Norman introduceerde ooit het werkwoord ‘to rample’, wat zoiets betekent als: een man met een kille, sensuele blik ineen laten krimpen.

Charlotte Rampling in Hannah

Sekstoeriste

Kil en sensueel is Rampling inderdaad in spraakmakende, ongemakkelijke films als The Damned (1969), The Night Porter (1974) en Vers le sud (2005). Naar aanleiding van die laatste film, waarin ze een Britse sekstoeriste in Haïti speelt, zei ze in The New Yorker: ‘Ik maak doorgaans geen films om mensen te vermaken. Ik kies rollen die mij uitdagen om mijn grenzen te verleggen. (…) Om te ontdekken wat normaal is, moet je het vreemde durven onderzoeken.’

Die bereidwilligheid om de afgrond in te staren geeft blijk van haar moed, maar ook van een zekere roekeloosheid. In Woody Allens Stardust Memories (1980) speelt Rampling een personage van wie wordt gezegd: ‘Twee dagen per maand was ze de geweldigste vrouw ter wereld, de rest van de tijd was ze een geestelijk wrak.’ De actrice heeft weleens toegegeven dat die omschrijving ook op haarzelf had kunnen slaan. Ze heeft in haar leven aan serieuze depressies geleden, al dan niet gelieerd aan persoonlijke tragedies – een zus die zelfmoord pleegde, een stukgelopen huwelijk. Soms maakte ze daarom lange perioden geen of weinig films.

Telkens kwam ze echter weer terug, naar eigen zeggen altijd sterker. Om vervolgens nog meer diepte in haar acteerwerk te kunnen leggen. Wat maar weer wordt bewezen in Hannah.

Meer over Hannah/Charlotte Rampling