Nocturne betekent ‘muzikale compositie die geïnspireerd is op de sfeer van de nacht’. Welke rol wilde u muziek geven in deze film?
‘Ik vind film veel dichter bij muziek liggen dan bij bijvoorbeeld theater. Film gaat heel erg over ritme, tempo, stilte of juist lawaai. Ik wist al vroeg dat ik dat ook in deze film wilde verwerken. Gaandeweg kwam ik er samen met mijn componist achter dat het geluid en de muziek ook bijdroegen aan de interne wereld van mijn hoofdpersonage. De muziek accentueert de wereld waarin hij leeft. Muziek maakt het voelbaar.’
Regisseur Viktor van der Valk (31) debuteert tijdens IFFR 2019 met zijn muzikale film noir Nocturne. ‘Deze film is een zoektocht naar een film.’
Wanneer bedenkt u welke muziek waar in de film te horen zal zijn?
‘Puur intuïtief schrijf ik in het script al op welke muziekstukken ik wil gebruiken. Nocturne moet het hebben van een bepaalde structuur en die kan muziek bieden. Zo gebruik ik bij een bepaalde scène een stuk uit Peter en de wolf van Prokofjev. Klassieke muziek die de spanning opbouwt. Tijdens het schrijven van het script, maar ook tijdens het filmen en in de montage, zijn we nog heel erg aan de haal gegaan met het gebruik van muziek. Ik weet dat veel mensen muziek in een film lastig vinden wanneer het dubbelt met wat je ook al in de beelden ziet. Maar ik denk dat ze daar in onze film geen last mee zullen hebben.’
In Nocturne laat u de worsteling zien die een filmmaker kan hebben tijdens het creatieve proces. Staat die worsteling symbool voor de haat-liefdeverhouding die u heeft met film?
‘Absoluut. Ik vind het leven vaak erg grillig en weinig structuur hebben. Film biedt daarin een soort orde. Ik wil film gebruiken als het vertrekpunt van mijn gedachten, maar ook hierin blijf ik altijd erg aan het zoeken. Deze film is een zoektocht naar een film en geeft daardoor mooi mijn reis door het creatieve proces weer.’
Is de film in die zin dan ook autobiografisch?
‘Ik denk niet dat deze film per definitie autobiografisch is, wel ligt het onderwerp heel dicht bij mijzelf. Ik heb in elk geval geprobeerd het gevecht van een filmmaker weer te geven. Het is als maker soms moeilijk om op voorhand te benoemen wat je met een film wil, en toch moet je dat idee al als product zien te verkopen. Ik neem in deze film dan ook zowel de filmindustrie als mezelf op de hak. Mijn hoofdpersonage is regisseur en heeft lang niet altijd een antwoord op de vragen die over zijn film worden gesteld. Sterker nog: hij slaat steeds op de vlucht.’