'Ik geloof in de documentaire als artistiek genre. Het maken van documentaires is iets creatiefs , niet iets intellectueels of journalistieks. Ik kan met mijn film de wereld niet veranderen. Wel kan ik iets moois laten zien, iets wat anderen nooit zal opvallen. Zodat ze daarna beter zullen kijken. Elke documentaire is ook een zelfportret van de kunstenaar. Mijn zoon begrijpt me na het zien van Tishe! veel beter dan daarvoor.'
Welke documentaire heeft op u de meeste
indruk gemaakt?
'Om te beginnen Man met de camera van Dziga Vertov (1929
). Maar ook 235.000.000 (1967) van Herz Frank en Pavel Kogans Kijk naar het
gezicht (1966). Wat ik mooi vind aan deze films is dat ze alleen met beelden
werken. Geen voice-over die je een wijze les wil leren. De meeste
documentairemakers gedragen zich als onderwijzers met een camera als
lesgereedschap. Ze hebben de waarheid in pacht en lijken de wereld met hun films
te willen redden. Blijkbaar vinden ze zichzelf belangrijk genoeg om aan de
toeschouwer te vertellen hoe alles in elkaar zit. Ik vind mezelf helemaal niet
belangrijk. Ik weet niet wat goed is en wat slecht. Ik geloof in de harmonie.
Zolang de wereld bestaat is er harmonie. De wereld is niet goed of slecht, niet
mooi maar telkens wel verrassend. En dat wil ik met mijn films laten zien, net
als Vertov, Frank en Kogan. De cinema is niet geboren omdat iemand een boodschap
wou verkondigen, maar omdat hij iets wou tonen.'
Welke IDFA-documentaire
is een must voor de bezoekers?
'Ik heb nog niet veel gezien. Bij mij
werkt het zo: het ene festival bezoek ik voor de films, het andere voor de
mensen. In Amsterdam ben ik om met mensen te praten. Ik heb gisteren Flashback
gezien van Herz Frank. Een dagboekfilm, zo zou je hem kunnen noemen. Erg
ontroerend vond ik, maar misschien is het wel echt een film voor professionals
en niet voor gewone bezoekers.'