Edgar Reitz, 72, heeft de Nederlandse première van Heimat 3 en bijkomende verplichtingen goed doorstaan. Rijzig, met waakzame blik, steeds geconcentreerd , neemt hij in het Amsterdamse Goethe-Instituut de tijd om ook de zoveelste vraag uitvoerig te beantwoorden. Hier spreekt een Altmeister, een filmmaker en docent met cultuurfilosofische inslag, bij wie particuliere opvattingen schuilgaan achter algemene formuleringen. De inleidende vraag of hij het niet jammer vindt in Nederland steeds vaker Engels te moeten spreken ontlokt hem meteen een klein college: 'Hoe moeten Europeanen met elkaar communiceren? We hebben een gezamenlijke taal nodig, een extra taal. Maar wat politici ook afspreken, het pleit is al beslecht: het Engels heeft gewonnen, ofschoon het eigenlijk geen Europese taal is, maar een wereldtaal, de taal van een gewezen koloniale wereldmacht. Dus als we in Europa Engels spreken, zegt dat nog niets over waar de grenzen van Europa liggen, dat besef gaat dan ook verloren. Maar goed, er valt weinig aan teveranderen. Men moet praktisch blijven. Ooit was Latijn de Europese voertaal, al waren er toen maar weinig geletterden. Met Latijn kon Erasmus nog overal in Europa terecht.'
Heimat 3 begint.
Hermann en Clarissa hebben elkaar 17 jaar niet gezien, maar de zaak is in
recordtijd beklonken: Ze praten elkaar even bij, gaan met elkaar naar bed en
vertrekken nog dezelfde nacht richting Hunsrück, op zoek naar een vervallen
vakwerkhuis waarop Clarissa al eerder een oogje had laten vallen. Heeft u de
kijker met opzet overrompeld om maar meteen met het verhaal te kunnen beginnen?
Edgar Reitz: 'Als je goed kijkt zie je dat bij hun aankomst op de Hunsrück
overal vuren branden, want het is Sint-Maarten, 11 november. Maar ze ontmoetten
elkaar op 9 november, de dag waarop de Muur viel. Dus je kunt je afvragen, wat
hebben die twee dan op de 10de gedaan? Nu, ik heb ongeveer een uur besteed aan
die 10de november, maar dat materiaal is niet in de film gekomen. Daarin laat ik
Reinhold, Hermanns assistent die de hele nacht naar hem op zoek is geweest, het
liefdespaar bijpraten over de actuele gebeurtenissen, hoewel die twee het al
een beetje op tv hadden gevolgd. Reinhold heeft dan al een spontaan concert
georganiseerd met musici uit Oost- en West-Duitsland. Op het programma staat
Beethovens Negende, met Hermann als dirigent en Clarissa als sopraan. Ze zijn de
hele dag bezig met instuderen en met elkaar kennismaken. 's Avonds zit bij het
concert een overgelukkige Willy Brandt in de zaal, die met de val van de Muur
zijn politieke werk bekroond ziet. Na het concert komen Hermann en Clarissa
nader tot elkaar en besluiten hun verdere leven te delen. Had ik al dit
materiaal gebruikt, dan zouden die twee pas aan het eind van deel 1 op de
Hunsrück zijn gearriveerd. En ik mocht maar zes delen maken. Vandaar die
bliksemstart, in de hoop dat de stormachtige historische gebeurtenissen ook
gespiegeld worden in het gedrag van Hermann en Clarissa. Overigens ben ik nu al
bezig met een film waarin het niet gebruikte materiaal alsnog wordt verwerkt.
Heimat 3 heeft een lange ontstaansgeschiedenis. Ik heb zeven jaar aan de film
gewerkt, met veel discussie over mogelijke zijwegen en alternatieven.'
In
Heimat 3 zit veel Duitse mythologie. Het Günderrode-Haus verwijst naar een
romantische dichteres die in die omgeving zelfmoord pleegde, het Loreley-motief
staat voor verlokking en onheil, en dan de Nibelungen-schat die in de Rijn zou
zijn verdwenen. Moet de Nederlandse kijker daar iets van weten of is het zo ook
goed te volgen?
'Een beetje voorkennis kan natuurlijk geen kwaad, maar het
is geen voorwaarde. Ook bij het Duitse publiek mag ik trouwens niet te veel
bekend veronderstellen; Beieren bijvoorbeeld is veel verder verwijderd van het
Rijndal, de "romantische Straße" dan Nederland! En de Rijn stroomt door
Duitsland én Nederland, via die rivier hebben beide naties van oudsher contact,
en mythen en sprookjes daaromtrent vind je bij beide volken terug. Het is niet
erg als je niet weet wat die Nibelungen-schat ook weer inhield. De kijker snapt
hoop ik zo ook wel dat het een bijzonder en spannend verhaal is.'
Het
Günderrode-huis langs de Rijn wordt opgetrokken door bouwvakkers uit Oost-
Duitsland. Waarom krijgen ze zwart uitbetaald?
'Ha, daar moet geen
misverstand over ontstaan. Volgens de West-Duitse wetgeving waren de Oost-
Duitsers ook Duits staatsburger, met recht op arbeid, een werkvergunning als ze
naar het westen kwamen. Maar de wet schreef anno 1990 nog niet voor dat Oost-
Duitsers dan ook premies moeten afdragen. Ze hoefden dus - dat heeft een jaar
geduurd - geen belasting te betalen. Zo konden ze aardig wat verdienen. Dus geen
zwart werk, maar werk dat niet verboden was.'
U heeft een voorliefde voor
dialecten. Natuurlijk het Hunsrück-'Platt', in Die zweite Heimat wordt veel
Beiers geklept en in Heimat 3 klinkt ook de Saksische tongval. In Nederland
heeft dialect een geringe status.
'Duitsland is heel lang een grote
lappendeken van allerlei vorstendommen gebleven, dus geen verenigde natie.
Beieren, een enorm gebied, was tot laat in de 19de eeuw een koninkrijk.
Miljoenen mensen spreken Beiers, het is vanzelfsprekend en heeft met
zelfbewustzijn te maken. Het is de staatstaal die in alle geledingen van de
bevolking wordt gesproken. En zo sprak Goethe Hessisch, Schiller Zwabisch,
Luther Saksisch. Het is nog steeds niet vanzelfsprekend dat men zich Duitser
voelt, de Duitsers hebben moeite met hun natie. De nazi's hebben geprobeerd er
één natie van te maken, en we weten hoe dat is afgelopen - dat nooit weer.
Daarnaast is er ook een verschil in mentaliteit tussen inwoners van Hamburg en
München. En daarom bieden de dialecten redding, een uitweg. Door dialect te
spreken maak je duidelijk: weliswaar ben ik Duitser, maar ik vertegenwoordig
niet de Duitse natie, wel een bepaalde Duitse voksstam. Dit voor een beter
begrip van de Duitse mentaliteit.'
De Ossies in Heimat 3 gedragen zich
aanvankelijk als kinderen in Luilekkerland, nogal overdreven. De naïef-
optimistische Gunnar loopt in het shirt van stervoetballer Andy Brehme rond, als
'Mauerspecht' wordt hij rijk door de verkoop van afgebikte stukjes Muur. Zou u
het zonder hulp van de Oost-Duitse co-scenarist Thomas Brussig hebben aangedurfd
om de Oost-Duitsers zo ten tonele te voeren?
'Ik zou het voorzichtiger
hebben aangepakt. Maar Thomas zei: zo klopt het, zo zien wij Oost-Duitsers
onszelf. En hij heeft gelijk, want bij alle premières in Oost-Duitsland was het
publiek enthousiast. Men zei: "Dat zijn wij, zo waren we en zo zijn we".
Natuurlijk is er sprake van naïviteit, natuurlijk wordt die gedirigeerd, maar
dat heeft de herkenbaarheid bevorderd zodat men ook weer een beetje om zichzelf
kan lachen. Vreemd genoeg krijg ik op dit punt alleen in het westen kritiek te
horen. De Wessies zijn namelijk bang dat het niet politiek correct is jegens de
Ossies, dat ze als tweederangsburgers worden beschouwd. De mensen die denken:
wel de Ossies beledigen maar niet de Wessies, hebben ongelijk. Alleen Thomas
Brussig wist precies waar hij overdrijving en satire kon toepassen. Hij heeft de
voor ironie benodigde dubbele kijk; op zowel de oppervlakkige buitenkant als de
verborgen binnenkant.'
In deel 4, 'Allen geht's gut' brengt de welvaart
ook hebzucht met zich mee, ijdelheid, wantrouwen, ontrouw en de teloorgang van
tradities. Het lijkt wel of u met genoegen ongeluk en ontevredenheid uitdeelt.
'Nou, ik beschrijf het slechts. Het is moeilijk om hierover iets te zeggen, het
is pijnlijk. Als ik zulke dingen waarneem en beschrijf, doet dat zeer, maar het
is ook komisch. Denk aan de scène op het kerkhof in het slotdeel, de bijzetting
van Anton. Terwijl ze wachten op de per auto aan te voeren urn willen de
aanwezigen vooral modern overkomen. Geven elkaar zakelijke adviezen en beurstips
, kletsen over fototechniek, vakanties. Ze hebben het uitvaartbedrijf een
hydraulische constructie laten maken om het bijzetten van de urn een plechtig
tintje te geven. Want men wil toch een ritueel, al geloven ze nergens meer in.
En dan hapert het mechaniek, het is treurig en iedereen moet lachen. Dat gevoel
had ik toen steeds, treurig en komisch tegelijk. En verbazing over hoe dom de
mensen zich kunnen gedragen.'
Bij Hermann en Clarissa gaan duurzaam geluk
, huiselijkheid en creativiteit, scheppende arbeid niet samen. Daar is onrust,
onvrede en fysieke verwijdering voor nodig: Clarissa maakt cross-overmuziek met
een Amerikaan, en de bedrogen Hermann componeert zijn Verenigings-symfonie.
Moeten creatieve mensen meer lijden dan normale?
(lacht) 'Je hebt dat
Latijnse spreekwoord Plenum venter non studet libenter, een volle maag studeert
niet graag. Wie vol zit, denkt inderdaad niet meer goed na. In Aziatische
culturen geldt dat vasten, hongeren nodig is om mentale helderheid te verkrijgen
. Een oude wijsheid. Tegenwoordig denken we dat het onze taak is om op ieder
menselijk terrein vooruitgang te boeken, meer geluk na te streven. Dat is het
credo, het doel in de huidige maatschappij: we móeten gelukkig zijn. We
produceren geluk op iedere mogelijke manier, maar vooral door te consumeren.
Voelt men zich desondanks ongelukkig, dan is er therapie of kun je in analyse.
Maar de vraag wat ons geestelijk fit en creatief maakt, is daarmee nog niet
beantwoord. Ik prefereer een vorm van geluk - niet het banale geluk van de
tevreden consument over zijn materiële bezit - waarbij men toch creatief blijft
. Nu, je bouwt een huis op een hele mooie plek, gaat daar wonen met de vrouw van
wie je houdt, in de verwachting dat je dan wel gelukkig móet zijn. Quod non, zo
blijkt na verloop van tijd. Maar ik denk niet dat Hermann zijn scheppingskracht
dan hervindt omdat hij ongelukkig is, maar omdat hij bevrijd is van dit foute,
het verkeerde geluk dat bestaat uit uiterlijke zaken. Ik denk dus niet dat geluk
en creativiteit elkaar uitsluiten, vooropgesteld dat dat geluk dan écht is,
omdat het een geestelijke dimensie heeft. Dat Clarissa er met die Amerikaan
vandoor gaat wordt inderdaad al aangekondigd; ze heeft oorsuizingen, is onrustig
en ontevreden. Ze lijdt onder dit "verkeerde geluk". Wanneer ze dan terugkomt
beseft ze wat echt belangrijk is en wordt haar band met Hermann verstevigd.'
In Heimat 3 blijft Hermann een toeschouwer. Waarom heeft u hem, toch ook uw
alter ego, zo passief gemaakt? Hij is weliswaar dirigent, maar bij hem lijkt '
het leven' het te hebben gewonnen van 'de kunst'.
'Hermann was de idealist
. Als centrale figuur in Die zweite Heimat liep hij weg uit zijn dorp, ging,
anders dan zijn broers, elders op zoek naar een rijker, meer vervuld leven.
Eenmaal terug op de Hunsrück stuit hij eigenlijk bij toeval weer op zijn familie
, maar denkt op afstand te kunnen blijven. Dan merkt hij dat zijn broers
eigenlijk sterker in het leven staan, een sterker karakter hebben dan hij. Ze
hebben een ankerpunt, hebben bepaalde vragen voor zichzelf beantwoord. Maar
Hermann is in feite radeloos - en dat geldt voor alle hedendaagse intellectuelen
, ze zijn op een bijzondere manier radeloos. Het probleem is dat zij lang
gemeend hebben de juiste, de betere weg te bewandelen. Dat blijkt achteraf
duidelijk niet het geval, maar ze kunnen niet omkeren en hun traject opnieuw
afleggen, met al hun ervaring, kennis en idealen. Dat maakt ze sprakeloos.
Het ontbreekt Hermann steeds meer aan taal, aan tekst. Vergeleken met anderen
wordt hij steeds minder een uitsgesproken karakter, eerder een wat bleek
personage, [glimlacht] ten slotte is hij bijna net zoals ieder ander. Ik heb het
daar moeilijk mee gehad, want ik wist niet meer hoe Hermann tegenover de
anderen te positioneren. Ik heb er geen vrede mee dat Hermann, de kunstenaar,
een "Auslaufmodell" is geworden, dat dit levensconcept niet functioneert en tot
passiviteit leidt. Toen ik in de jaren '70 begon met filmen trokken kunstenaars
nog met elkaar op en waren in politiek opzicht solidair. Het kunstenaarschap is
nu geïndividualiseerd en maakt een verloren indruk. Ik denk dat de mensheid niet
zonder kunst kan leven, maar kunstenaars hebben wel een ander zelfbewustzijn
nodig. Nu gaan ze slechts defensief te werk, en marktgericht, terwijl ze vrij en
offensief moeten denken, de hele samenleving beïnvloeden en niet alleen een
bovenlaag. Iedereen moet er deel aan kunnen hebben, dat geldt vooral voor de
muziek.'
Wat overblijft is dat Hermann en Clarissa samen haar ziekte
hebben doorstaan, dat de familie bij elkaar is, met kinderen en kleinkinderen.
Ze zien dat het leven doorgaat, dat zijzelf niet langer antwoorden hoeven te
zoeken; nu is de jongere generatie aan de beurt. Afgelopen uit. Maar bij zowel
Heimat als Die zweite Heimat merkte ik dat je het verhaal eigenlijk niet kunt
afronden, omdat op het eind alle vragen opnieuw kunnen worden gesteld. Ik heb
inderdaad al suggesties gekregen om het verhaal voort te zetten. Ik sluit het
niet uit.'
Tijdens de eeuwwisseling komen op het oudjaarsfeest alle
personages nog een keer samen, maar van een happy end kan geen sprake zijn:
optmist Gunnar zit nog steeds in de bak en de arme Lulu zou je als kijker
beslist meer gunnen dan haar sombere perspectief. Wat resteert is resignatie,
een beetje kunst en familiebanden.
'Maar de vraag is, wat gun je haar dan?
Op nieuwjaarsmorgen zegt ze tijdens die wandeling in Frankfurt tegen haar
vrienden dat ze geen geld, baan, connecties noch een relatie heeft. Natuurlijk
gun ik haar dat allemaal, want dit zijn elementaire behoeften, geen luxe-wensen
. Lulu heeft als architecte hartstochtelijk aan het museum van haar oom gewerkt
- miljoenen vinden tegenwoordig geen emplooi meer in hun vakgebied, en dit
maatschappelijk probleem moet worden opgelost omdat zeer velen er doodongelukkig
onder worden. Lulu raakte ook bevriend met de ontwerper van het museum, maar
koos niet voor een relatie. Ze staat voor heel veel mensen die het nieuwe
millennium bezorgd en somber tegemoet zien; ze voelen zich onzeker, onveilig en
bedreigd, ook fysiek, maar ze kennen de vijand niet, die blijft onbestemd. Men
zoekt bescherming, zonder te weten tegen wie of wat. Deze onzekerheid is nog het
ergst. Maar Lulu heeft een muzikaal begaafd kind, Lukas, dat de hoop belichaamt
. Hij is een "Hoffnungsträger". Ik kan mijn publiek op dit moment niet meer
bieden, ik heb geen antwoorden. Dat is niet mogelijk. Wel hoop ik dat men gaat
nadenken hoe dit vacuum, deze leegte in ons bewustzijn kan worden gevuld.'