Drie jaar had de Franstalige Belg Fabrice Du Welz nodig om voldoende geld bij elkaar te schrapen voor zijn speelfilmdebuut Calvaire. 'Iedereen vond het shit ,' herinnert de nu 32-jarige regisseur zich. 'Maar ik ben heel koppig en wilde geen compromissen doen. Dat kan ook helemaal niet met zo'n film.'
En 'zo' n film' betekent in het geval van Calvaire, een horrorfilm waarin geen taboe geschuwd wordt. Bestialiteit, verkrachting, foltering; niets gaat Du Welz te ver .
Lijdend voorwerp is Marc Stevens, een middelmatige zanger die alleen de harten van ouden van dagen sneller doet kloppen. In zijn camper trekt hij langs de bejaardentehuizen. Totdat hij midden in de Ardennen autopech krijgt en terechtkomt in een verlaten hotel. Daar ziet de eigenaar hem aan voor zijn weggelopen vrouw, en blijken ook de achterlijke dorpelingen een oogje op hem te hebben. Wat volgt is een groteske variatie op Texas Chainsaw Massacre, Deliverance en Straw Dogs.
Waarom moest je eerste film een horrorfilm
worden?
'Omdat ik daar van hou. En van de Amerikaanse survival-films uit de
jaren zeventig. Ik heb hiervoor een korte film gemaakt over een eenzame vrouw
die zichzelf op haar verjaardag trakteert op een stripper. Er is verder niemand
op haar feestje, en aan het eind steekt ze de stripper dood met een vork.
Vervolgens maakt ze zichzelf wijs dat ze een stormachtige affaire met hem heeft
gehad. Het uitgangspunt van Calvaire was vergelijkbaar: een eenzame man ziet een
andere man aan voor zijn vrouw.'
De film werd vorig jaar geselecteerd
voor Cannes...
'Ik wist niet wat ik hoorde! Calvaire is allesbehalve een
intellectuele film. Ik wil mensen provoceren, ze fysiek aanspreken. Ze moeten
participeren in de barbarij! Ik wist niet dat ze daar in Cannes toe in staat
waren. Henri-Georges Clouzot (regisseur van de klassieke thriller Les
diaboliques-GB) zei ooit dat film spektakel is én agressie. Ik ben het daar
helemaal mee eens. En we hebben zoiets hard nodig tegenwoordig.'
Hoezo?
'Ik haat moraliteit. Ik haat de burgerlijke opvattingen over wat goed en kwaad
is. In Calvaire ontbreekt iedere zekerheid. Man wordt vrouw, liefde is een
illusie, de grenzen tussen mens en beest vervagen. Ik wil dat de mensen in de
bioscoop "Waaah!!!" roepen als ze mijn film zien.'
Beperk je dat gevoel
tot de cinema, of zoek je dat ook in je eigen leven?
'Eigenlijk ben ik een
tamelijk rustige persoon. Ik ben getrouwd en heb een kind, en verwacht
binnenkort een tweede.'
Wat vindt je vrouw van de film?
'Ze vindt hem
wel leuk. Maar ze vindt het vooral fijn dat hij eindelijk klaar is. Dat mijn
gevecht ermee voorbij is.'
Ze vindt je geen zieke geest?
'(lacht) Nee
hoor. Helemaal niet.'
Begrijp me goed, ik vind de film indrukwekkend en
ben dus ook ziek, maar ik kan me voorstellen dat sommige mensen zo denken.
'In Cannes noemden ze me een Nazi, en een fascist. Omdat ik geweld zou
verheerlijken. Er is een groot probleem met geweld tegenwoordig. Je ziet het
overal om je heen, maar als je er een film over maakt, zoals Gaspar Noé deed met
Irréversible, of Michael Haneke met Funny Games, dan valt de goegemeente over
je heen. Ik vind het juist goed dat mensen geweld in hun films willen
onderzoeken.'
Maar is dat om je zelf te reinigen of je in dat geweld te
wentelen? Bij Noé ben ik niet zo zeker.
'Mijn cameraman Benoît Debie deed
het camerawerk voor Irréversible. Gaspar zag eerst mijn korte film en vroeg
Debie toen voor Irréversible. Sindsdien zijn we vrienden en ik heb veel respect
voor Gaspar, maar wat mij in geweld interesseert is niet zozeer dat geweld, maar
de momenten ervoor en erna. Ik ben geïnteresseerd in het waarom. Ik moet vaak
denken aan Primo Levi (de joodse kampoverlever en schrijver-GB) die ook op zoek
ging naar het waarom en dat niet kon vinden. In mijn film vind je ook geen
antwoorden. Ik constateer alleen dat er een gebrek aan liefde is. Dat liefde een
illusie is.'
En dat uit de mond van iemand die binnenkort voor de tweede
keer vader wordt...
'Eehh, tsja... Ik weet het ook niet. Ik bedoel het op
een ander niveau. Als de film begint is Marc Stevens niet in staat lief te
hebben. Hij is een soort Kuifje. Seksloos. Dan gaat hij door een bizarre
ervaring, hij wordt even beest, en aan het eind, in de moerassen, vindt hij
misschien iets van zijn menselijkheid terug. Is er kans op verlossing.'
Daarvoor werd hij nog als Christus aan het kruis genageld.
'De titel,
calvaire (de Calvarieberg, oftewel Golgotha - GB), verwijst naar de kruisweg van
Christus. En net als Christus roept Marc op een bizarre manier liefde en
fantasie op bij de mensen om hem heen. Ik vond dat wel een mooie vergelijking.'
Je speelt leentjebuur bij het christendom en plundert naar believen de grote
films in het genre. Waarom?
'Ik weet, het hoort niet, maar ik wilde me in
deze film door geen enkele conventie laten tegenhouden. Het moest een film
zonder complexen worden. En films als Texas Chainsaw Massacre hebben mij gevormd
. Door die film heb ik Buñuel ontdekt, Hitchcock, de schilderijen van Francis
Bacon. Daarom wilde ik in mijn film een hommage maken aan de fameuze 'dinner
scene' uit Texas Chainsaw Massacre. Even surrealistisch en komisch, maar dan in
een bar, en met muziek. Mensen verklaarden me voor gek, maar achteraf is het
heel aardig gelukt.'
Sterker nog, het is het absolute hoogtepunt in de
film. Stond hij in het script?
'Nee, maar vanaf het moment dat we begonnen
met filmen wist ik dat ik iets in een bar wilde. Ik vroeg mijn componist of hij
alvast een heel rauw en opzwepend muziekje wilde componeren. De scène met de
dorpelingen in de bar is essentieel voor de film, omdat ze zo getoond worden in
al hun eenzaamheid, en in al hun gekte. Er was verder niets meer nodig. Geen
uitleg, geen verhalen, alleen deze mannen en hun uitzinnige dansje. Dat zowel
beangstigend als erotisch is. Het is de erotiek van de gekte. Dit zijn mannen
die leven in een wereld zonder vrouwen. Door deze scène geloof je alles wat er
daarna gebeurt.'
Hoe kreeg je de acteurs zo gek dat ze zo ver wilden gaan?
'Laurent Lucas, die Marc Stevens speelt, had het het zwaarst. De eerste twee
weken van de opnamen had hij een paar regels tekst, en de volgende vier weken
moest hij alleen nog maar schreeuwen. De opnamen werden voor hem een serieuze
confrontatie met zich zelf. Hij had ook niet verwacht dat ik zo ver zou gaan.'
Ging je verder dan in het script?
'Ja, toch wel. Een script is alleen maar
tekst. Ik wilde mensen fysiek raken. In hun onderbuik. En de meeste acteurs in
de film zijn mijn vrienden. Die waren bereid heel ver te gaan. Weet je nog, die
scène bij de rivier? Het was ijskoud toen we dat filmden. Maar op het moment dat
ik riep, en nu allemaal waden door de rivier, sprongen ze er als één man in.
Tijdens de opnamen wist ik dat we met iets goeds bezig waren. Ik neem aan dat
zij dat ook voelden, en daarom was er veel bereidwilligheid op de set. Ik weet,
je leest het altijd in persmappen, maar echt, het was een geïnspireerde shoot.'