De slotfilm van het Nederlands Film Festival is bijzonder, al was het maar omdat het een liefdesverhaal zonder dialogen is. Valse Wals is een bewerking van drie theatervoorstellingen van Orkater die eerst op De Parade werden gespeeld, daarna op diverse internationale festivals en uiteindelijk werden samengevoegd tot een avondvullende voorstelling, die in binnen- en buitenland succesvol was.
Het begon met een serveerster in een havencafé die eindelijk de ware ontmoette, het tweede deel toonde hoe de passie van de twee was uitgedoofd in verveling en routine, waarna het derde deel het stel op hun oude dag liet zien, trager en trager wordend in een snelle wereld.
De rollen werden gespeeld door Ria Marks en Titus Tiel Groenestege, die ook in de film de hoofdrollen spelen.
'Het is een levensloop, of liefdesloop eigenlijk, van een stel,' zegt regisseur Mark de Cloe (vooral bekend van de serie korte films Boy Meets Girl Stories, 2004), die de verfilming maakte.
'De film volgt hetzelfde verhaal, maar we hebben er niet zomaar een registratie van willen maken. Het is echt iets nieuws geworden.'
Is het niet lastig om een film te maken
zonder dialogen?
'Het is een niet-gangbare film. Voor mij werkt het wel
zonder dialogen. Er zit veel muziek in - het is eigenlijk ook een soort
muziekfilm. Het is lastig uit te leggen, maar als je de film ziet, snap je dat
het heel goed kan zonder tekst, omdat er heel veel gebeurt. En soms kunnen
beelden juist iets vertellen dat je niet onder woorden kunt brengen.'
Is
de theaterervaring moeilijk te vertalen naar film?
'Het is natuurlijk een
beetje puzzelen, omdat sommige dingen wel in het theater werken en op film niet
. Daarom heb ik een nieuw scenario geschreven. En ik wil niet opscheppen, maar
ik weet veel van de filmtaal. Ik heb een uitgebreide gereedschapskist, en die
kwam goed van pas. Het stuk zelf leek erg op wat ik eerder heb gedaan. Zo'n
sterke eenheid van plaats bijvoorbeeld heb ik vaak in mijn werk. De
televisiefilm Miss Blanche, die ik voor de VPRO heb gemaakt, was ook al een film
zonder dialoog.'
Er zijn regisseurs die niet zonder dialoog kunnen en
regisseurs die vooral de beelden willen laten spreken. Zit jij in het tweede
kamp?
'Ik heb wel een beeldende achtergrond, omdat ik de kunstacademie
gedaan heb. In mijn ontwikkeling ben ik erg met de taal van het beeld bezig
geweest. Ik denk vaak in beelden. Maar ik heb ook net weer iets gemaakt met
juist veel dialoog. Het is moeilijk te zeggen.'
Heb je je filmtaal
ontwikkeld door veel films te zien, of door het gewoon maar te gaan doen?
'Meer door dingen uit te proberen. Bij deze film heb ik gezocht naar de beste
manieren om het verhaal te vertellen, met de montage, de muziek, het geluid. Ik
heb splitscreens gebruikt, verschillende lagen... We hebben bijvoorbeeld een
scène in de metro van Madrid gedraaid. Het beeld is daarbij zo verdeeld dat je
in de linker- en rechterbovenhoeken de perrons ziet. De twee mensen om wie het
gaat staan in het midden. Op de personen links en rechts van hen gaat de tijd
sneller. Die mensen razen voorbij. Daarmee benadruk je hun samenzijn, maar ook
hun eenzaamheid, hun isolement in die stad op dat moment.'
Was het voor
jou een grote overgang van de korte films die je gemaakt hebt naar zo'n langere
film?
'Nee, eigenlijk is het gewoon hetzelfde. Je hebt wel een andere
spanningsboog, maar het was voor mij geen andere manier van werken dan ik gewend
was. Als je regisseur bent, probeer je een verhaal te vertellen, of je dat nu
in vier minuten of in een uur doet.'