Het Palestijns-Israëlische conflict in een notendop. De Israëlische regisseur Eytan Fox is in Amsterdam voor interviews over zijn film Walk on Water. Hij schetst een voorval van de avond ervoor.
'Ik zat in een taxi op weg naar Fifteen, je weet wel, dat nieuwe restaurant van Jamie Oliver. Niet om te discrimineren hoor, maar taxichauffeurs zijn vaak moslims. Als ik met een vriend ben besluiten we dan meestal om Engels te praten, om maar niet te provoceren. Maar gisteren was ik alleen, en wat doe je dan als linkse jood, dan probeer je uit te leggen dat je een van de goeien bent. Om het ijs te breken vertelde ik dat ik filmmaker ben, en dat mijn volgende film zal gaan over een liefdesaffaire tussen een Palestijn en een Israëliër. De chauffeur kwam uit Marokko en we hadden het over vrede, Israël, Palestina, de aanslagen in Europa. Een heel interessant en vredelievend gesprek. Hij kende de weg alleen niet en de rit duurde en duurde maar. Ik werd onrustig, want het dreigde een duur ritje te worden. De meter stond al boven de 30 euro, al hoefde ik me daar volgens hem niets van aan te trekken. Maar ineens werd ik bang. Wat als hij nou een vriend zou opbellen en mij ergens mee naartoe nam waar ze me in elkaar zouden slaan? Idioot, ik weet het, maar het zit nu eenmaal in onze ziel dat iedereen tegen ons is. Als iedereen in je omgeving dat ook iedere dag tegen je zegt is het heel lastig daar aan te ontkomen.'
Walk on Water is Fox' poging aan die collectieve angst te ontkomen. De film vertelt het verhaal van Mossad-agent Eyal , die zich voordoet als reisgids om van Axel, de Duitse kleinzoon van een nazi- misdadiger, te horen of zijn grootvader nog leeft. De film speelt met verschillende tegenstellingen: Israël/Duitsland, heden/verleden en homo/hetero. Fox wil laten zien dat je niet vanuit die extremen moet denken.
'Ik ben opgegroeid in een land dat denkt in zwart wit-tegenstellingen. Iets is goed of iets is fout. Dat is langzaam maar zeker een nationale ziekte geworden. Wat ik in mijn films doe is die ziekte erkennen. Ik weet dat ik nu klink als een amateur-psycholoog, maar als je problemen met iemand hebt en je wilt dat er iets verandert, dan zul je eerst moeten toegeven dat je deel van het probleem bent.'
Ondanks de muur die op de Westelijke Jordaanoever Israëliërs en Palestijnen moet scheiden en de aanhoudende reeks zelfmoordaanslagen is de nu veertigjarige Fox optimistisch: 'Als ik met de Israëlische jeugd praat dan bespeur ik dat ze verandering willen. Dat ze zich geen onderdeel meer voelen van het oude Israël. Toen ik in 1982 in het leger moest, was er geen optie. Je ging. En als je zoals ik uit een goede familie kwam, dan ging je bij een elite-eenheid: paratroepers of commando's. Deed je dat niet dan sprak de hele buurt er schande van. Ik kende een fotograaf die destijds dienst weigerde, en die werd door zijn omgeving zo onder druk gezet dat hij uiteindelijk naar Frankrijk is verhuisd.'
In Walk on Water laat Fox zien hoe destructief die dwang kan zijn. Niet alleen voor mannen, die zich als macho strijders moeten gedragen, maar ook voor de Israëlische vrouwen, die moeten leven met die mannen. 'Het idee voor de film kreeg ik van mijn psychiater. Die vertelde over een patiënt die Mossad-agent was en wiens vrouw zich had verhangen. Op haar afscheidsbriefje stond: "Leven met jou is onmogelijk. Je bent een koude, harteloze moordenaar geworden." Eerst onderdrukt die agent de dood van zijn vrouw, maar later krijgt hij angstaanvallen en gaat in therapie. Hij stapt uit de Mossad en gaat studeren. Allemaal halfzachte studies, zoals kunstgeschiedenis, filosofie en literatuur. Op de universiteit wordt hij verliefd op een jongen. Hij begint een relatie, maar zijn psychiater zag dat niet als een bewijs van het feit dat hij altijd al homoseksueel was, maar als een bewijs van het feit dat hij aan het veranderen was. Dat hij een beter, completer mens werd. Ik ben zelf homo en het is waar: iedere hetero zou een fijne homovriend moeten hebben. Hahahaha.
'In Amsterdam is dat misschien een non-issue, maar in Israël speelt dat wel degelijk . Daar is de keus beperkt. Of je gedraagt je als een macho soldaat, of je bent een wishy washy gay peacenik. Maar er is nog zoveel ruimte daartussen.'
De ontluikende vriendschap tussen Eyal en de homoseksuele Axel vormt het hart van Walk on Water. Maar Fox koos er nadrukkelijk voor om de film geen pamflet voor homoseksualiteit te laten zijn. 'Het is zeker niet mijn bedoeling om te zeggen dat je homo moet worden om een betere man te zijn. Het idee was meer: zet twee mannen die onderling zo verschillend zijn bij elkaar, en kijk - metaforisch gesproken - wat er uit komt.'
Het was aan de Israëlische acteur Lior Ashkenazi de veranderingen bij Eyal aannemelijk te maken, en hij slaagt daar moeiteloos in. Ashkenazi is een grote ster in eigen land (festivalgangers kennen hem misschien uit Dover Kosashvili's Late Marriage) en was altijd Fox' eerste keus. 'Ik wist al heel vroeg dat ik Lior wilde, en dat is niet verwonderlijk, want iedere regisseur in Israël wil Lior in zijn film. Lior was officier in het leger en heeft die harde, macho kant, maar ik ken ook zijn zachtere kant. Hij lijkt in het echt veel meer op de Eyal aan het eind van de film, dan op de Eyal aan het begin. Uiteindelijk is de film een soort therapie voor hem geworden. Toen Walk on Water uitkwam leek het alsof hij eindelijk een aantal loden lasten van zich kon afwerpen. Ten eerste bekende hij, dat hij als 19-jarige eens een korte affaire had gehad met een jongen. Stel je eens voor dat Tom Cruise zoiets zou zeggen, of Brad Pitt. En god weet dat ze daar alle reden toe hebben.
'Bovendien werkte hij zonder morren mee aan een grap voor de coverfoto van Time Out Tel Aviv. We werden daarin geïnterviewd en het leek mij een leuk idee als de cover een parodie werd op de beroemde Yoko Ono/John Lennon-foto, waarin Lennon - helemaal naakt - als een baby in haar armen ligt. Voor de foto op de cover van Time Out was Lior helemaal naakt en hield ik hem vast. Het bijschrift was iets van: Kijk eens wat een acteur tegenwoordig allemaal voor een rol moet doen . Hahaha.
'Maar Lior deed iets wat in Israël nog veel meer indruk maakte. Hij vertelde wat hij als officier in het leger allemaal had meegemaakt. Aan welke misstanden hij tijdens de eerste intifada had meegedaan. En hij ging nog verder, hij deed iets wat ongehoord is in Israël, hij vergeleek de ervaringen van de joden tijdens de Holocaust met de Israëlische behandeling van de Palestijnen. Mensen maakten hem uit voor verrader, maar hij kreeg ook veel bijval van soldaten die zich herkenden in zijn verhaal. En ik was zo trots op hem.'