De Eerste Wereldoorlog is vijf maanden bezig als er op kerstavond 1914 iets
onverwachts gebeurt: de kanonnen zwijgen en de soldaten zoeken toenadering tot
elkaar in het anders levensgevaarlijke niemandsland. Op tientallen plekken
gebeurt het, in Ieper, Lille, Reims, Verdun. De tijdelijke wapenstilstanden
ontstaan zonder vooropgezet plan, zonder politieke bedoelingen, zonder
toestemming van de militaire hoofdkwartieren ook. Het gebeurt gewoon.
De haast vergeten kerstbestanden van 1914 vormen het uitgangspunt van Joyeux
Noël, een film van de Franse regisseur Christian Carion.
'Veertien
jaar geleden hoorde ik voor het eerst van het kerstbestand', vertelt de Franse
regisseur Christian Carion (1962). 'Het raakte me dat zoiets moois kon gebeuren
tijdens deze afgrijselijke oorlog. De Duitse keizer en de Franse regering waren
er razend over. Verbroedering verdraagt zich immers slecht met oorlog voeren.'
Het kerstbestand werd bekend dankzij de Britten, die brieven van het front niet
systematisch censureerden. Zo raakte een foto van het kerstbestand al op 27
december 1914 op de voorpagina van de Daily Telegraph.
Carion vertelt
het verhaal van een Franse luitenant, twee broers en een pastoor uit een Schots
dorpje, en een Duitse tenor. Zijn geliefde, een Deense sopraan, krijgt
permissie om in het oorlogsgebied met hem voor de Duitse kroonprins te zingen.
Maar de dappere jonge vrouw waagt zich met kerstnacht ook in de loopgraven zelf.
In Carions film voeren bij een verlaten dorpje voeren Schotten en Fransen een
verbeten strijd tegen de Duitsers, als op 24 december in de Schotse loopgraven
een doedelzak kerstliederen speelt. Vanuit de Duitse loopgraven zingt een
soldaat mee - de man was voor de oorlog een gevierde tenor in de Berlijnse
theaters. Na het nummer wordt aan weerszijden geapplaudisseerd.
Dan
waagt de zanger zich, Stille Nacht zingend, in de vuurlinie. Hij heeft zelfs een
kerstboompje in zijn hand - de generaals in het verre Berlijn waren zo attent
geweest om honderdduizenden dennen te sturen, eentje voor elke vijf meter
loopgraaf. De spanning is om te snijden, maar dan kruipen de Schotten uit hun
stellingen.
In het Franse kamp overheerst het wantrouwen. 'Het is een
afleidingsmanoeuvre', waarschuwt een van hen. Toch wagen ook zij zich op het
bevroren niemandsland vol met lijken en bomkraters. 'Wees gerust, het is maar
voor één nachtje', belooft de Duitse officier aan de Franse luitenant. Later zal
die Duitse officier haast terloops opmerken dat de viering hem zeer heeft
geraakt, hoewel hij als jood eigenlijk niets met het feest op heeft. De soldaten
kijven over een kat die kennelijk als enige al de hele oorlog over het open
veld struint. De Fransen kennen hem als Félix, de Duitsers als Nestor.
In de film spreekt iedereen zijn eigen taal - Frans, Duits of Brits met een
zwaar Schots accent. Dat kon niet anders, legt Carion uit, want anders zouden de
moeizame conversaties tussen de soldaten niet overkomen. De financiers van de
film hadden er grote bedenkingen bij - de Eerste Wereldoorlog was al niet erg
sexy, en het Duitse en Franse bioscooppubliek zou geen ondertitels dulden. 'Voor
het eerst in twintig jaar wordt een bioscoopfilm in Frankrijk ondertiteld',
zegt Carion, die voor zijn tweede film een budget van 18 miljoen euro vond. '
Daar ben ik heel trots op. De kijkers hebben er geen enkel punt van gemaakt.'
Sterker nog: Joyeux Noël is de Franse inzending voor de Oscars in de categorie
niet-Engelstalige films. Die keuze leidde tot een hevige controverse, omdat de
gedoodverfde kandidaat daarvoor La Marche de l'Empéreur/ March of the Penguins
was (in Nederland vanaf 22 december in de bioscoop, in de VS al een grote hit
). 'Eindelijk was er een buitenlandse film waar de Amerikanen dol op zijn',
foeterde coproducent François Camilleri van de pinguïnfilm, 'deze keuze bewijst
de stupiditeit van de Fransen in deze business.'
Het moddergooien
deert Carion niet; hij geniet gewoon van zijn onverwacht grote succes. 'Ik wil
dat het bijzondere moment van het kerstbestand nooit vergeten wordt. Deze oorlog
was stupide, die mensen wilden naar huis.'
De Duitse en Franse
hoofdkwartieren beschouwden het zelfstandig uitgeroepen kerstbestand als
hoogverraad. Ze wisten herhaling met Kerstmis 1915 te voorkomen: verdacht
rustige stukken niemandsland worden vanuit de lucht gebombardeerd.
In
de film wordt de Schotse priester die in de kerstnacht een Latijnse mis heeft
opgedragen, naar huis teruggestuurd door zijn woedende bisschop. De bisschop
houdt de Schotse troepen voor dat álle Duitsers, goed of fout, oud of jong,
moeten worden vernietigd. De oorlog is een kruistocht tegen goed en kwaad. De
bisschop haalt Jezus' woorden volgens de profeet Mattheüs aan: 'Ik ben niet
gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.'
Carion heeft de donderpreek
van de bloeddorstige bisschop niet zelf geschreven, het is een bestaande tekst
uit de oorlog. 'Onvergeeflijk dat een geestelijke zulke taal heeft durven
bezigen. En opvallend dat George Bush in de Irak- oorlog precies dezelfde
bewoordingen koos.'
Joyeux Noël is geen anti-oorlogsfilm, zegt Carion
. Maar wat als het in de VS toch zo wordt opgevat? 'Ik ben tegen president Bush
, dus als mijn film wordt gezien als een aanval op zijn oorlogszuchtige beleid,
prima.'