IDEE
'In 1999 hoorde ik het verhaal van die twee jongens, die in het
landingsgestel van een vliegtuig waren gevonden. Ze hadden een brief bij zich
die gericht was aan de Europese leiders, waarin ze uitlegden hoe hun
levensomstandigheden in Guinee waren en waarom ze naar Europa wilden. Mijn
eerste idee was om er een documentaire over te maken. Maar na enig onderzoek
bedacht ik dat het beter was om er een speelfilm over te maken, om zelf te
bedenken hoe twee kinderen uit Guinee tot zo'n daad konden komen. Ze zijn
representatief voor de jeugd in Guinee, de jeugd in Afrika.'
ONDERZOEK
'Aanvankelijk heb ik enige research gedaan, het politie-onderzoek heb ik
bijvoorbeeld gelezen. Maar toen ik besloot er fictie van te maken, ben ik met
het onderzoek gestopt, om mijn verbeelding te ruimte te geven. Ik heb wel hun
echte namen gehandhaafd in de film, als eerbetoon aan die twee jongens. En de
brief die in de film wordt voorgelezen, is de brief die zij hebben geschreven.
De rest heb ik zelf bedacht, ook de andere personages. Die jongens symboliseren
voor mij de kinderen over de hele wereld die van een arm naar een rijk land
willen gaan. Het bijzondere aan deze twee is dat ze ook nog eens die brief
schreven - dat is een politieke daad.'
IDOLEN
'Toen ik begon, waren
het vooral regisseurs als John Cassavetes en Arthur Penn, die heel directe
manier van filmen, een momentopname. Mensen van nu die ik erg goed vind, zijn de
Dardenne-broers uit België, om het realistische van hun werk. Ik hou van
documentaires, en van speelfilms die als documentaires gemaakt zijn. Met
fantastische films heb ik helemaal niets.'
AMBITIES
'Mijn droom is er
dat er ooit een internationaal Afrikaans tv-kanaal komt, waarop films te zien
zijn die door Afrikaanse filmmakers zijn gemaakt. Ik hoop dat er in Afrika een
filmindustrie ontstaat, zodat het beeld van Afrika meer gemaakt wordt door
filmmakers die daar vandaan komen. Mijn persoonlijke ambitie is om daaraan deel
te kunnen nemen.'
FILMEN IN GUINEE
'Er is vanuit de overheid geen
financiële steun voor filmmakers. Je moet het meer hebben van particulieren en
bedrijven. Maar tegelijkertijd is er geen tegenwerking vanuit de overheid, ook
niet als je films maakt die kritisch zijn over de regering. Ik heb nooit last
gehad van censuur. In Afrika is het gebruikelijk om de pijnlijke plekken in de
samenleving te laten zien. Ik heb de indruk dat in Europa eerder wordt getoond
welke oplossingen ervoor bedacht zijn. Dat geeft de indruk dat Europa redelijk
tevreden met zichzelf is. Zo krijg je in Afrika het idee dat er voor iedereen
wel wat te eten is en een dak boven het hoofd; zo kan het gebeuren dat twee
kinderen in Guinee zo naïef zijn om te denken dat alles wel goed komt als ze
naar Europa gaan.'
Te zien op het IFFR:
Woensdag 1 februari, 21:45
uur, Pathé 5
Donderdag 2 februari, 16:00 uur, Pathé 5
Zaterdag 4
februari, 13:00 uur, Pathé 4