Ronald Giphart heeft zich niet zo bemoeid met de verfilming van zijn boek Ik omhels je met duizend armen. 'In deze film heeft de regisseur niet gekozen voor de humor. Jammer.'

'Het was natuurlijk mooier geweest als Willem hier gezeten had. Het is zijn film.' Aan het woord is schrijver Ronald Giphart, en Willem is Willem van de Sande Bakhuyzen, regisseur van de Giphart-verfilming Ik omhels je met 1000 armen . De regisseur overleed vorig jaar september aan kanker, en werkte tot enkele dagen voor zijn dood nog aan de montage van 1000 Armen. 'Willem heeft tot aan het eind van zijn leven al zijn energie in de film gestopt, wat ik een opmerkelijke prestatie vind. Ik weet niet of ik, als ik zou voorvoelen dat ik woensdag sterven zou, zondag nog mijn laatste punt in een boek zou willen zetten .'

En de laatste drie bladzijden?
'Mmm... moeilijk.'

Hoe kwam Van de Sande Bakhuyzen bij jou terecht?
'Ik heb begrepen dat hem altijd werd gevraagd in te springen bij bestaande projecten, en dat hij, toen producent Anton Smit hem vroeg wat hij nou zelf wilde maken, mijn boek noemde.'

Hoe pitchte hij zijn plan?
'Hij kwam met twee dingen die me over de streep trokken. Hij vertelde dat hij een film had gemaakt over veertigers, Cloaca, over mensen die hun piek hebben gehad en moeite hebben dat te accepteren. En dat hij graag een film wilde maken over twintigers, de mensen in mijn boek, die nog aan de vooravond van hun piek staan.
En hij legde uit wat hem zo aantrok in het boek. Hoe de jeugdige frivoliteit op het eiland is gesneden met de veel zwaardere thematiek van de stervende moeder. Dus liefde en seks aan de ene kant , en de dood aan de andere. Hij vond dat in het boek heel goed gedaan, waar ik het natuurlijk helemaal mee eens was, terwijl ik daar toen het boek verscheen juist veel kritiek op had gekregen. Die stukken over de moeder vond men meestal wel mooi, maar veel recensenten vroegen zich af waar al dat gepiel en gekut toch voor nodig was. Willem begreep dat. En dat vond ik een aangename gedachte; dat een kunstbroeder, uit een andere discipline, dat begreep.'

Hebben jullie vooraf afspraken gemaakt?
'Toen hij me vroeg, zei ik: "Oké, ik vind het geweldig dat je die film wil maken, maar ik heb een zeperd gehad met de verfilming van Ik ook van jou [door Ruud van Hemert in 2001-GB], en ik wil - ook omdat het boek een autobiografische aanleiding heeft - wél betrokken zijn bij de scripts." Dat was in 2002 geloof ik, en dat was allemaal prima. Maar toen werd Willem heel ziek en stond het project ineens op losse schroeven. Maanden later belde hij me op dat hij de film toch wilde maken. Ik heb toen besloten me wat minder met de film te gaan bemoeien. Deels uit piëteit, maar ook omdat ik het eng vond. Ik vond het een vervelende gedachte met iemand die terminale kanker heeft in discussie te moeten gaan over een personage dat ook gaat sterven . We hebben nog wel een paar ontmoetingen gehad, samen met de scenarioschrijvers en producent Anton Smit. Dat voelde goed en ik heb mijn handen er vanaf getrokken.'

Ook niet op de set geweest?
'Eén keer. Toevallig net bij de scène waarin de moeder sterft. Het vervelendst was nog dat de crew de hele tijd mijn kant op keek. Zo van: ontroert het hem? Ontroert het hem?'

En?
'Niet echt. Het leek ook in weinig op zoals het bij mij thuis was gegaan. Haar sterven was een hoogtepunt, hoe gek dat ook klinkt. Mijn moeder had zich er helemaal bij neergelegd. En wij ook, want ze had ons goed voorbereid. Het was een mooie, liefdevolle, warme afsluiting. En daarvan wilde ik kond doen in mijn boek. Dat gevoel moest er vanaf spatten. Dat zit wat minder in de film, denk ik .'

Wat vind je eigenlijk van de film?
'Ik heb de film proberen te bekijken op drie verschillende niveaus. Eén: als op zichzelf staande film. Dan vind ik het een goede film. Twee: als boekverfilming. Dan zie ik grote verschillen tussen de intenties van de film en die van het boek. En drie: hoe lijkt de film nog op mijn leven, want het boek is toch geschreven naar aanleiding van mijn leven. Antwoord: in het geheel niet. Wat ook wel weer prettig is, want zo kan ik met enige distantie naar de film kijken.'

Er zijn inderdaad nogal wat verschillen tussen boek en film. Hoe is dat als schrijver?
'In mijn herinnering was Giph, mijn hoofdpersoon, veel opener en extraverter dan deze binnenvetter, die toch een beetje geplaagd wordt door het cliché van de schrijver als getormenteerde ziel, die wat er ook gebeurt altijd de literatuur nog heeft als wapen tegen de boze buitenwereld. Maar toen ik het boek herlas was hij toch meer binnenvetter dan ik dacht. Ik begreep wel waarom de scenarioschrijvers en de regisseur deze keuze gemaakt hebben.

Had je iets te zeggen over de casting?
'Bij Phileine zegt sorry [van vriend Robert Jan Westdijk-GB] wel, en bij deze film was dat aanvankelijk ook het idee, maar in de stroom der ontwikkelingen kwam het er niet van.'

Maar je hoort eens wat, en je had Willems mobiele nummer...
'Nee nee, het ging allemaal heel formeel. Als hij niet ziek zou zijn geworden weet ik zeker dat ik me er meer mee bemoeid zou hebben. Maar het maakt ook niet uit, ik vond Tijn Docter een goede keuze.'

Maar hij is niet de Giph uit het boek.
'Ik heb geen beeld bij Giph, hij bestaat voor mij echt alleen in taal. Ik heb eerder een boek over hem geschreven waarin ik niets van zijn uiterlijk beschrijf. Behalve de vorm van zijn geslachtsdeel. Hij heeft namelijk een rare lul. Dat was een beetje een grap van mijn kant, want ik vond hem een rare lul. Niemand die zoiets er uit haalt, maar ik meen het wel. Overigens, ik ben Giph niet.'

Wat is het nou: Gip of Gif?
'Ik zeg Gif.'

Maar in de film zeggen ze Gip.
'Kwestie van interpretatie.'

Maar een ph...
'Dat is een f, ja. Dat dacht ik ook altijd.'

De vrienden van Giph komen er in de film nogal bekaaid vanaf.
'De film is meer toegespitst op de stervende moeder. Dat begrijp ik wel, want dat is ook een heel indringend verhaal. En daar zal toch hebben meegespeeld dat Willem zelf de dood in ogen keek. Ik begreep van Antoinette Beumer, die meedraaide als schaduwregisseur, dat zelfs de opnamen op La Palma, die eigenlijk hadden moeten spatten van vrolijkheid, al een beetje door somberheid waren bevangen.'

Ja, het vrolijke, bijna olijke uit de Giphart-boeken zit niet in de film.
'Er is veel meer geschoten op het eiland, maar dat haalde de film niet. Vlak voor zijn dood had Willem een derde montage goedgekeurd. Na zijn dood ontstonden er felle discussies of de film zo blijven moest of niet. Normaal ga je met een panel naar een montage kijken, wat dan leidt tot een hermontage. Maar wat kan je doen als de regisseur overleden is? Ik heb tegen de producenten gezegd dat ze moesten gaan voor de beste film. Uiteindelijk werd besloten toch het een en ander te hermonteren.'

Zoals?
'Er werden wat shots van de binnenvettende Giph vervangen door shots van de personages met wie hij in de scène zat. Om dat somberen wat minder nadruk te geven. En ook in de muziek en toonzetting werd geprobeerd de film wat meer vrolijkheid mee te geven .'

Hadden er niet wat meer grappen in gemoeten, zoals in het boek?
' In mijn boeken zit inderdaad een spervuur aan grappen. Ik hou ervan de wereld op zijn kop te zetten. Eerst mensen schrik aanjagen en dan die schrik weglachen. Ik denk dat ik een van de weinige schrijvers ben die de humor opzoekt. Als modus operandi. In deze film heeft de regisseur daar niet voor gekozen. Jammer.'

Het boek zit vol filmjargon en filmverwijzingen, wanneer ga je zelf een film maken?
'Ik ben bezig met een script voor Robert Jan Westdijk, getiteld Mooie mama's. Over moeders op het schoolplein die zich de attenties van studenten laten welgevallen. Oftewel: is er leven na het moederschap.'

Ik bedoelde eigenlijk, zelf een film regisseren...
'Het komt misschien nooit van de grond, maar nu je er naar vraagt. Ik werk samen met een aantal acteurs en een beginnende cameraman aan het project Vinkeveen, een misdaadfilm over drie generaties schurken. Een beetje in de trant van Snatch en Cidade de Deus. Films die heel erg uitgaan van het beeld.'

Dat zegt de man van het woord. Hoe denk je de overstap te maken?
'Ik won vorig jaar een literaire prijs en met het geld heb ik een Sony PD 170 gekocht. Ken je die? Dat is een heel goede camera. En ik heb montageprogramma's gekocht. Zoals je schrijven moet leren door oefenen, oefenen en op je bek gaan ben ik nou bezig met filmen.'

Wat is de perfecte film?
'Met het pistool op mijn hoofd? Pulp Fiction van Quentin Tarantino. Het beste vind ik de incubatiescène, als die enorme naald in het hart geramd wordt. Ik heb dat zelf, toen ik nog nachtportier in het ziekenhuis was, wel eens zien gebeuren en het is echt gruwelijk. Ik heb Pulp Fiction een paar keer in de bioscoop gezien, en elke keer moesten de mensen om deze scène lachen . Het lukt Tarantino dus om mensen te laten lachen om iets wat te gruwelijk is voor woorden. En dat is wat je als kunstenaar moet doen: de kijker op het verkeerde been zetten.'

Dan zit jij goed met je boeken. Mensen worden er of heel blij of heel boos van.
'Precies, en daar doen we het voor.'