'Te snel! Te snel!' Amerikaanse bezoekers reageerden emotioneel toen in april van dit jaar de trailer van de 9/11-film United 93 opdook in bioscopen. De onrust werd zelfs zo groot dat de trailer uit sommige theaters (met name New Yorkse) moest worden verwijderd.
Regisseur van United 93, dat zich concentreert op de gebeurtenissen in het enige vliegtuig dat op 11 september 2001 zijn doel niet bereikte, is de Brit Paul Greengrass en hij is in Londen voor een serie ronde-tafelgesprekken. De vraag of de film inderdaad te snel komt kan hij bijna niet meer horen.
'Die vraag is me de afgelopen maanden al zo'n paar honderd keer gesteld door journalisten,' reageert hij korzelig. 'Maar de vraag is me nog nooit gesteld door de familieleden van de slachtoffers. Niet één keer. Zij zeiden juist: "Waarom duurde het zo lang?" Dat is één. Mijn tweede punt is dit: iedere tv-zender, krant en internetsite, ieder tijdschrift en radioprogramma heeft vanaf het moment dat het gebeurde, tot aan de dag van vandaag, uitvoerig over de aanslagen bericht. Als het voor mij te snel is, waarom dan niet voor hen? En punt nummer drie: ik geloof in cinema. Ik vind dat cinema meer moet doen dan alleen entertainen; films moeten ook commentaar geven op de wereld waarin we leven. Ik moest een film over 9/11 maken, omdat al onze politieke beslissingen daar nu door worden bepaald. Ik heb eerder films gemaakt over de conflicten in Noord-Ierland, zoals Bloody Sunday en Omagh, en die films zouden weinig zin hebben gehad als ik nu geen film over 9/11 had gemaakt, een veel groter en tegelijkertijd vergelijkbaar probleem.
Ik heb altijd gezegd: als je politiek geweld wilt begrijpen moet je met de direct betrokkenen praten. Want wanneer je leven is verwoest door politiek geweld, ga je heel goed nadenken over de oorzaken en wat we eraan kunnen doen. Twee vragen die ons momenteel erg zouden moeten bezighouden. Maar de meeste mensen willen die vragen helemaal niet stellen. Als zij zeggen: de film komt te snel, dan bedoelen ze: te snel voor ons. Als familielid van de slachtoffers word je boos door die afwijzing. Het is alsof anderen bepalen wanneer je wel of niet mag rouwen. De slachtoffers eisen gehoord te worden, en dat verdienen ze ook. Deze film geeft de families een stem.'
Een film als spreekbuis van de families. Dat doet het ergste vermoeden. Zoiets kan een film eenzijdig, zelfs partijdig maken. Maar Greengrass trapt niet in deze valkuil. Hij bewees al eerder - bijvoorbeeld in het overrompelende Bloody Sunday - dat hij filmt zonder politieke agenda. In zijn films geen helden of monsters. Hij reconstrueert, zonder aanzien des persoons. En als in United 93 een van de kapers nog even met zijn vriendin belt en haar toefluistert: Ich liebe dich, ich liebe dich, dan zit dat niet in de film omdat Greengrass de kapers een menselijk gezicht wil geven, dan zit dat in de film omdat het in werkelijkheid zo gegaan is.
Door heel dicht bij de feiten te blijven, verschilt United 93 hemelsbreed van de klassieke rampenfilm. Daarin hadden de belangrijkste passagiers een eigen verhaal gehad, compleet met flashbacks en shots van huilende familieleden op de grond. Alles om de identificatie met de slachtoffers te vergroten.
Greengrass geeft zijn passagiers geen achtergrondverhalen, geeft ze niet eens namen. We weten precies evenveel van de passagiers als tijdens een echte vlucht. Helemaal niets. Alleen wat we te weten komen tijdens het inchecken en de luchtreis. Greengrass plaatst ons zo ín het vliegtuig, en maakt ons een van de passagiers. Een sterkere identificatie is nauwelijks denkbaar.
United 93 moest als een ooggetuigeverslag worden. De keuze voor de handcamera en de snelle montage helpen daarbij, net als Greengrass' beslissing geen acteurs van naam te casten. In United 93 zitten geen bekende gezichten met bagage. Ben Sliney, die op 11 september 2001 aantrad voor zijn eerste dag als baas van de FAA, de club die het Amerikaanse luchtruim controleert, was een prima rol geweest voor Al Pacino ( intens, eigenwijs), maar wordt nu gespeeld door Sliney zelf. Zoals wel meer betrokkenen van toen (militairen, vluchtleiders, etc) zichzelf spelen. Ook voor de kapers en passagiers zocht Greengrass naar onbekende gezichten.
Ook twee van de acteurs zijn in Londen om de film te promoten. Leigh Zimmerman speelt een van de passagiers en herinnert zich de opnamen: 'We hadden heel veel informatie. Wisten wat wanneer gebeurd was, hadden de telefoontjes naar familie , de voice recorder van de cockpit, de fbi-interviews met familieleden, het rapport van de 9/11-commissie. Dat was in feite ons script. Greengrass gaf ons het geraamte van de gebeurtenissen zoals die bekend waren, en liet ons dat al improviserend aankleden.'
De opnamen vonden plaats in een echte Boeing 757 en om het gevoel van twee kampen te versterken hield Greengrass de 'kapers' gescheiden van de 'passagiers'. Zimmerman: 'Dat was behoorlijk eng. We wisten niet eens of ze Engels konden praten of niet, maar hadden wel gehoord dat ze vechttraining hadden gehad. We wisten wel wát ze zouden gaan doen, maar niet hoe . Je fantasie is bijna nog erger dan de werkelijkheid.'
Khalid Abdalla speelt de leider van de kapers. Hij spreekt prima Engels, is moslim maar niet streng belijdend, en heeft lang getwijfeld of hij de rol zou accepteren. 'Ik voelde een grote verantwoordelijkheid. Jegens de families, de Arabische wereld, 9/11 als gebeurtenis, en de waarheid. Pas na een gesprek met Paul Greengrass voelde ik me op mijn gemak. Hij denkt niet in stereotypen. Bij hem zijn de kapers jong, bang en in verwarring, wat ongetwijfeld veel dichter bij de waarheid ligt dan het gebruikelijke beeld dat men in Hollywood van kapers heeft . Greengrass vroeg me ook of ik dacht dat we deze film op een goede manier konden maken. Ik zei ja, als we alles maar in de juiste context plaatsen. Waarop hij zei dat hij dat juist niet wilde doen. Hij wilde uitsluitend naar die dag kijken, en kijken wat die dag allemaal aan informatie te bieden heeft. Het heeft even geduurd voordat ik dat begreep, maar ik ben er nu van overtuigd dat hij gelijk had. Het gaat erom hoe de werkelijkheid van die dag, zoals wij die in de film proberen te laten zien, zich verhoudt met het beeld dat mensen van die bewuste vlucht hadden.'
Een van die beelden is dat Amerikaanse gevechtsvliegtuigen vlucht 93 hebben neergehaald. Greengrass: 'Dat is inderdaad een bekende theorie, en aantoonbaar onjuist. Alleen al het feit dat daar nog steeds in geloofd wordt, geeft al aan dat United 93 een belangrijke film is. Want ik vind dat een samenleving nooit gediend is met complottheorieën. Ze verhullen de waarheid. Ik begrijp het wel, want een complottheorie kan heel geruststellend zijn. Die suggereert namelijk dat de wereld wordt beheerst door kwade krachten. Maar het echte leven is veel beangstigender. Feit is dat het systeem faalde. Er vlogen maar vier gevechtsvliegtuigen boven de hele oostkust. De militaire leiding wist pas van de problemen met vlucht 93 toen het toestel al neergestort was, en de eerste orders werden pas gegeven een half uur nadat alles voorbij was. Dan is het toch een veel veiliger idee dat kwade krachten ons leven beheersen, want dan heeft tenminste iemand de touwtjes in handen.