Het is wellicht de indrukwekkendste scene uit The Champagne Spy van de Israëlische filmer Nadav Shirman (36). Oded Gur Arie vertelt daarin afgemeten hoe hij als 12-jarige van zijn vader hoorde dat hij voor de Israëlische geheime dienst Mossad spioneerde in Egypte; hoe zijn vader om de paar maanden in het geheim naar Parijs kwam om zijn vrouw en kind te zien; hoe hij in 1965 in The Herald Tribune las dat de Duitse paardenfokker en ex-nazi Wolfgang Lotz, de schuilnaam en dekmantel van zijn vader, in Caïro was gearresteerd 'met zijn vrouw' - een dame van wier bestaan hij, noch zijn moeder íets af wist; en hoe zijn vader na zijn vrijlating aan lager wal raakte. Maar alleen als hij praat over hoe hij vreesde voor het leven van zijn vader, breekt hij.
Shirman was de eerste aan wie Oded het verhaal van zijn vader, en de gevolgen van diens werk voor zijn gezin wilde vertellen. Voor de première kwam Odeds vrouw uit de VS en vrienden uit Europa naar Israël, omdat hij hen het verhaal nooit had verteld. 'Als je vader je op je twaalfde geheimhouding laat zweren, word je zelf een soort spion.' Oded ging in Parijs ook om met kinderen van andere Mossad- leden. Kwamen ze met een dia aan van het huis van Mengele in Zuid-Amerika, van hun vader. Oded was zo niet, hij bleef zwijgen. Maar hij heeft alles onthouden, inclusief de namen van alle 'handlers', de Mossad-leden die zijn vader bijstonden. Ik heb ze opgespoord. Het duurde achttien maanden voor ik hun vertrouwen had. Maar toen wilden ze me ook alles vertellen.'
De film is een sensatie geweest in Israël. Voor het eerst hadden ex-Mossad-leden, onder wie het toenmalige hoofd van de Mossad, Meir Amit, zich laten filmen. 'De camera was altijd hun vijand. Een Mossad-man woonde zeven jaar met zijn gezin in Parijs zonder één foto te hebben laten maken.'
Dat ze over die tijd wilden praten komt ook omdat hun werk inmiddels is veranderd. 'Een van 'Lotz' taken was na middernacht langs het ministerie van Defensie in Caïro rijden, om te kunnen melden of daar nog licht brandde en er wellicht aan aanvalsplannen werd gewerkt : nu kom je daar al achter met Google-Earth.'
Schirman was vooral onder de indruk van een besloten vertoning voor vijfhonderd (ex-)Mossad-leden van zijn film. 'Iedereen was geëmotioneerd, omdat voor het eerst werd verteld hoe zwaar het is als je na drie tot vijf jaar under cover te hebben geleefd, weer terugkomt. Een ex-spion is gewend in luxe te leven - welvaart en macht gaan vaak samen - maar staat ineens weer luiers te verschonen in een flat in Tel Aviv. Maar over zijn werk mag hij niet praten, zelfs niet met zijn vrouw. Het maakt ze tot emotionele autisten. Toen ze mijn film zagen, wilden ze dolgraag over hun leven vertellen. Maar velen konden het niet.'
Schirman, zelf een diplomatenzoon en vanouds gefascineerd door spionnen, ontdekte hoe 'grijs, eenzaam en emotioneel schadelijk' het leven van een spion is en hoe weinig het weg heeft van James Bond-films. Hij hoorde dingen die nooit de geschiedenis boekjes haalden. 'Mossad-hoofd Amit vertelde me dat hij in 1965-1967 het hoofd van de Egyptische geheime dienst, generaal Khalil, een paar keer ontmoette in Parijs. Beiden wilden een oorlog voorkomen. Amit werd zelfs door president Nasser uitgenodigd naar Caïro te komen, maar Jeruzalem verbood hem te gaan.' De Zesdaagse oorlog kwam er toch, waarbij Israël vijfduizend Egyptische soldaten gevangen maakte, die het tegen de tot levenslang veroordeelde 'champagnespion' en 17 andere Israëliërs kon ruilen. 'Tot vandaag denkt Amit dat die oorlog voorkomen had kunnen worden.'