David de Jongh: ‘Het was inderdaad best ongemakkelijk om zijn medewerking te
vragen. Al lag die stage inmiddels niet zo gevoelig meer, omdat ik intussen wel
eens met hem had samengewerkt voor het programma De achtste dag. Maar het blijft
een moeilijke man om mee te communiceren. Als je van zo iemand een portret wilt
maken, moet je steeds opnieuw een soort angst overwinnen. Als ik hem nu bel, is
de omgang iets gemakkelijker dan een jaar geleden, maar je blijft altijd een
beetje op je hoede. Hij is heel gevat, dus als je een keer een stomme opmerking
maakt, heeft hij dat meteen in de gaten. En dan kan hij hard uit de hoek komen.’
De openingsscène is wat dat betreft tekenend: je krijgt er meteen van langs
voor de manier waarop je hem filmt.
‘Dat lokte ik natuurlijk wel een
beetje uit, door te vragen wat hij van de belichting vond en zo. Ik vermoedde
wel dat ik daar een leuke reactie op zou krijgen. Frans is het geestigst als hij
kritiek uit. Dat is het ambivalente: aan de ene kant ben je nerveus en op je
hoede, maar tegelijkertijd weet je dat dit de beste opmerkingen zijn. Dat had ik
al door toen ik in 1993 stage bij hem liep, dan hoefde ik de naam Matthijs van
Heijningen of Rob Hauer maar te laten vallen en volgden er meteen hele verhalen
over wat voor schurken dat zijn.’
Bromet vindt het ook maar niks
dat je vooraf een scenario hebt geschreven.
‘Daar heb ik op zich wel
begrip voor; je wilt als documentairemaker natuurlijk zo spontaan mogelijk de
werkelijkheid weergeven. Maar het is nu eenmaal vereist als je een subsidie wilt
ontvangen. Ik heb dus van tevoren opgeschreven hoe ik verwachtte dat de film
zou verlopen, maar vervolgens heb ik dat scenario eigenlijk nooit meer ingekeken
. Ik heb Frans ook wel gevraagd waarom hij daar zelf zo moeilijk over doet –
gebruik zo’n scenario gewoon als vertrekpunt en laat het dan los. Maar dat kan
hij dus niet. Hij heeft een soort ouderwets rechtvaardigheidsgevoel – als je
geld krijgt voor een bepaald plan, moet je dat plan ook letterlijk zo uitvoeren
. Hij is heel rigide. Tijdens het filmen zal hij ook nooit iemand vragen een
antwoord of een handeling nog eens over te doen. Overigens heeft hij voor z’n
eerste drie films wel subsidies ontvangen en dus ook gewoon scenario’s moeten
schrijven.’
Lijkt de uiteindelijke film nog op je
oorspronkelijke opzet?
‘Ja, toch wel. Ik had het zo ongeveer
omschreven als: “een ontdekkingstocht naar de drijfveren van een ingewikkelde
man”, en dat is de film ook wel geworden. Tijdens de research kom je natuurlijk
al veel te weten en dus kun je bepaalde antwoorden en conclusies aardig
voorspellen.’
Valt er op zo’n manier nog wel een eerlijk,
onbevangen portret te maken?
‘Dat vind ik wel. Je begint natuurlijk
altijd met een bepaald uitgangspunt. Ik ben persoonlijk gefascineerd door
menselijke conflicten, en bij Frans Bromet heb ik altijd vermoed dat conflicten
een integraal deel van zijn leven vormen. Ik vroeg me af of hij niet eigenlijk
net zo’n buurman is als die mensen die figureren in zijn serie over burenruzies
. Als je dat programma ziet, krijg je het idee dat hij in zekere zin boven de
partijen staat, maar met zijn eigen buren heeft hij net zulke heftige conflicten
. Toen ik hem vroeg hoe veel schuld hij daar zelf aan zou kunnen hebben,
antwoordde hij: “nul komma nul procent”. Dat verbaasde me wel van zo’n
intelligente man die veel van de wereld heeft gezien. Ook zijn introversie is
eigenlijk nog groter dan ik dacht. Maar ik heb hem niet eenzijdig willen
portretteren. Een positieve karaktertrek is dat hij heel consistent is, je weet
altijd wat je aan hem hebt. En soms scheen er opeens iets door van een warme
kant. Dan zei hij bijvoorbeeld: “rij voorzichtig”, als ik na het filmen naar
huis ging, wat me toch even verraste.’
Er klinkt sowieso ondanks
alles een zekere bewondering voor Bromet door in de film.
‘Die is
er ook beslist. Voor de manier waarop hij net zo lang doorvraagt tot degene die
aan het woord is tot de kern van zijn verhaal komt en het zo vertelt dat je het
helemaal voor je ziet. Zijn benadering is bijna wiskundig. Hij is ook een echte
bèta; hij wilde ooit scheikunde studeren, geloof ik. Het lijkt wel alsof die
scheikunde is doorgedrongen in zijn manier van vragen stellen.’
Denk je dat hij mensen ook met zo’n wetenschappelijke blik bekijkt? Of zou hij
oprecht in ze geïnteresseerd zijn?
‘In de film zegt iemand dat hij
meer geïnteresseerd is in de mens op zich dan in de mens die hij op dat moment
interviewt. Ik heb niet kunnen ontdekken wat er precies gebeurt als hij iemand
heel intiem interviewt. Er gebeurt vaak wel iets; dan zegt hij tegen zo’n
bejaarde: “Ik maak me echt een beetje zorgen over je”, of: “Je moet wel goed
eten, hoor.” Maar of dat echte empathie is? Zijn schoonzoon zegt in de film dat
er weinig van over is zodra de camera uit gaat.’
---
IDFA-Retrospectief 2008: Frans Bromet
Speciale aandacht dit
jaar op het IDFA voor film- en programmamaker Frans Bromet. Er worden zestien
films van hem vertoond, en ook het portret De grens van Frans Bromet van David
de Jongh (zie het artikel hiernaast). Daarnaast geeft Bromet op zaterdag 22
november een masterclass.
Bromet (1944) studeerde aan de
filmacademie in Amsterdam en begon zijn carrière als cameraman van films als
Ciske de rat, Op hoop van zegen en De gulle minnaar. Ontevreden met het
Nederlandse filmklimaat werd hij later onafhankelijk documentairemaker, waarbij
hij tegelijk de rol van cameraman en interviewer op zich nam. Bromets stijl is
herkenbaar aan de onopgesmukte weergave van de werkelijkheid – geen statief of
extra belichting, een sobere montage, scènes worden nooit over gedaan – en aan
zijn lijzige stem en onvermoeibare nieuwsgierigheid, die niet bij iedereen in de
smaak valt. De productie van zijn bedrijf Bromet & Dochters is bijzonder hoog.
Het bedrijf levert veel programma’s aan de NCRV, maar ook aan oa de VPRO en
Humanistische Omroep.
Naast enkele afleveringen van de VPRO-serie
Buren zijn onder meer de films De 1, 2, 3, rhapsodie (1964), De Noord 20-29 (
1971), Het drielandenpunt (1974) en Een tip van de sluier (1980) te zien. Ook
wordt de nooit uitgezonden film 7 dagen: lijsttrekkers vertoond, over de
verkiezingen in 2002.