Een van de engste scènes in No Country for Old Men, het bijzonder bloederige en gewelddadige meesterwerk van Joel en Ethan Coen, is helemaal niet bloederig of gewelddadig. Een in het zwart geklede man, met bleek gezicht en middeleeuws pagekapsel, vraagt aan een oude, beetje slome tankbediende of hij kop of munt kiest. De tankbediende wil niet kiezen, hij moet eerst weten wat er op het spel staat. ‘Alles,’ is het droogkomische antwoord. De kijker weet inmiddels wat dat betekent, want hij heeft de man in het zwart al verschillende gruwelijke moorden zien plegen zonder dat hij daarbij een spier vertrok.
Die man in het zwart blijkt Anton Chigurh (klinkt als ‘sugar’) te heten, en is een rücksichtsloze huurmoordenaar. Hij komt in actie als de arme Texaanse lasser Llewelyn Moss op twee miljoen drugsdollars stuit en er met het geld vandoor gaat . Het derde hoofdpersonage in deze foutloze verfilming van de gelijknamige roman van Cormac McCarthy is sheriff Ed Tom Bell, die Chigurhs spoor van lijken volgt .
De casting van No Country for Old Men is geïnspireerd. Met Tommy Lee Jones als de sheriff, Josh Brolin als Llewellyn, en de Spanjaard Javier Bardem als Chigurh. Alle acteurs in de film, tot en met de bijrollen aan toe, zijn goed, maar Javier Bardem is uitstekend. Hij won voor zijn rol al verschillende prijzen op festivals, en kreeg als voorlopig hoogtepunt vorige maand een Golden Globe voor beste bijrol. Bardem is ook genomineerd voor een Oscar, maar dat wist hij allemaal nog niet toen hij vorig jaar september in Toronto was om de film te promoten.
In No Country for Old Men van de gebroeders Coen speelt de Spanjaard Javier Bardem tot zijn eigen verbazing een van de hoofdrollen. ‘Ik kan niet autorijden, spreek slecht Engels en heb een hekel aan geweld.’
Net als Chigurh is Javier Bardem (1969) in het zwart gekleed. Al is hij niet meer zo bleek als in de film. Collega Josh Brolin vertelde eerder die dag dat Bardem zelf had besloten dat Chigurh, de personificatie van dood en geweld, zo bleek als een geest moest zijn . En dat hij daarom tijdens de draaidagen altijd binnen bleef zitten. Als hij al naar buiten ging was het onder een parasol, zijn gezicht bedekt met een dikke laag zonnebrand, factor 50. Na een paar weken was Bardem zo depressief, dat Brolin besloot dat hij moest ingrijpen. Met succes. Dankzij Brolin – en een paar liter bier – kwam Bardem er weer bovenop.
De Spaanse acteur heeft dan ook niets dan lof voor zijn Amerikaanse collega’s, en toch: ‘Ik voelde me ook eenzaam. Het was per slot van rekening mijn eerste Amerikaanse film, en ik was de enige buitenlander. Iedereen was aardig, maar ik bleef het gevoel houden dat ik daar niet thuis hoorde. Wat wel weer goed was voor het personage, dat eigenlijk ook nergens thuishoort. Chigurh is tijdloos, het vleesgeworden kwaad. Volledig onthecht van zijn emoties. Hij past niet in zijn omgeving, loopt steeds net ietsje achter bij de rest van de personages. Hij loopt ook echt wat langzamer dan de rest, als een robot bijna. Maar niets houdt hem tegen. Toen ik me bedacht hoe ik hem zou gaan spelen, zag ik een boomstam voor me. Hoe hard je ook tegen hem beukt, Chigurh wijkt niet.’
Bardem werd gevraagd door de Coens, maar zei niet meteen ja: ‘Ik heb een hekel aan geweld, maar ik wilde wel graag met de broers werken. Dat wil ik al vanaf hun eerste film, Blood Simple. Maar ik spreek geen Engels, dus ik wist dat dat nooit ging gebeuren. Toch ging ik naar New York om de jongens te ontmoeten. En het eerste wat ik zei was: “Ik kan niet autorijden, spreek slecht Engels, en ik heb een hekel aan geweld. Volgens mij ben ik de verkeerde acteur.” Waarop zij zeiden: “Misschien is dat wel waarom we jou willen”.’
Bardem leerde rechtdoor rijden (‘ de bochten bleven moeilijk’) en hoefde zich volgens de Coens niet al te druk maken om zijn slechte Engels. Hij moest wel zijn best doen het dikke Spaanse accent zo veel mogelijk te verliezen, maar omdat Chigurh nergens thuishoort was het niet erg dat Bardem niet klonk als een echte Amerikaan.
Het geweld bleef een probleem. ‘Zodra een scène was afgelopen gooide ik de wapens van me af. Tuurlijk heb ik vroeger ook wel cowboytje gespeeld, maar dan schoot je met je vingers. Echte wapens in je handen is iets heel anders. Heel fysiek.’
Dat hij de rol van Chigurh toch accepteerde was omdat de boodschap van de film juist anti-geweld is. ‘Sommige mensen denken dat je met geweld problemen kunt oplossen. Geweld staat voor hun gelijk aan macht. En in deze film heb je de personificatie van geweld, ik dus, en ik ben heel gewelddadig, maar ik los niets op. Ik laat juist een enorme puinhoop achter. Daar gaat de film over, en dat bevalt me. Natuurlijk zijn er mensen die plezier zullen beleven aan dat geweld. Hé, het zijn de Coens, die kunnen dat mooi en verrassend in beeld brengen. Maar er zit iets achter al dat geweld. Een heel krachtig statement tégen geweld.’
Werken met de Coens was op zijn zachtst gezegd anders. ‘Ik heb nooit grappiger besprekingen over een rol gehad dan met hun,’ vertelt Bardem lachend. ‘Ik ben een tamelijk lastige klant als acteur, want ik stel de hele tijd vragen. Dan weet ik wat de regisseur verwacht en dan kan ik daar weer rekening mee houden. De Coens houden daar helemaal niet van. Die keken elkaar aan met een blik van: Waar heeft-ie het over, speel nou maar gewoon je rol!’
Een voorbeeld : ‘Ik stelde voor Chigurh te spelen als iemand die met zijn gedachten de hele tijd ergens anders is. Je weet wel. Als je naar een voetbalwedstrijd zit te kijken en mensen beginnen tegen je te praten. Je antwoordt wel, maar eigenlijk ben je met je gedachten nog steeds bij het voetbal. In plaats van voetbal kan dat bij Chigurh vanalles zijn: het noodlot, de dood, het kwaad. Chigurh is niet hier, hij is daar. En dat is heel ongemakkelijk om naar te kijken. De Coens moesten daar erg om lachen en zeiden: “OK, wij hebben er nooit zo over gedacht, maar als jij het zo ziet, dan moet je het zo spelen”.’
Het resultaat is verbluffend. Chigurh is een filmschurk geworden van het formaat Hannibal Lecter. Angstaanjagend en onweerstaanbaar tegelijk. Bardem zelf wuift alle loftuitingen aan zijn adres weg: ‘Dat dit personage zo sterk is geworden, heeft alles te maken met het feit dat hij door de Coens gevormd is. In handen van vrijwel elke andere regisseur was hij een wandelend cliché geworden. Maar door de manier waarop zij hem in het landschap hebben geplaatst, hem hebben omringd met andere personages, de manier waarop die personages over hem praten, de humor in de film, hebben zij een onvergetelijk filmpersonage geschapen. Toen ik de film voor het eerst zag was ook ik onder de indruk van Chigurh. Ik had iets van : Wow, wie is die vent. Dat is niet mijn verdienste. Dat is allemaal dankzij de Coens.’