Toen op 23 januari van dit jaar Cordero de Dios, de debuutfilm van de
Argentijnse filmmaakster Lucía Cedrón (1974) het filmfestival in Rotterdam
opende, was dat voor de maakster om meer dan een reden een belangrijke dag. Niet
alleen was haar eerste film de openingsfilm van een internationaal hoog
aangeschreven filmfestival, ook haar moeder, speciaal overgekomen voor de
gelegenheid, sprak weer met haar. Voor het eerst in ruim drie jaar.
Haar moeder wilde niet meer met Lucía praten, nadat die in 2004 had aangekondigd
dat ze een film ging maken over de turbulente recente geschiedenis van
Argentinië.
In Cordero de Dios wordt naadloos heen en weer
geschakeld tussen het leven onder de militaire dictatuur in het Argentinië van
1978, en het Argentinië van 2002, toen het land in een diepe economische crisis
verkeerde. De nadruk ligt niet op de politieke gebeurtenissen, maar op een
familiedrama dat zich afspeelt tussen een kleindochter, haar moeder, en hun in
2002 gekidnapte opa/vader.
De film is deels gebaseerd op
persoonlijke ervaringen. In 1976, toen Lucía twee jaar oud was, vluchtten haar
ouders voor het Videla-regime naar Frankrijk. Vier jaar later kwam haar vader
door messteken om het leven in een Parijs politiebureau. De officiële lezing was
zelfmoord, maar de familie is er altijd van overtuigd geweest dat hij in
opdracht van de militaire junta vermoord werd.
Zes maanden na de
wereldpremière in Rotterdam spreken we Cedrón aan de telefoon. Moeder en dochter
praten nog steeds met elkaar, maar het blijft een gevoelig onderwerp. Cedrón: ‘
Mijn moeder voelde zich tentoongesteld. En ze was daar erg boos over. Ze lijkt
wat dat betreft wel op de moeder in de film. Die is ook keihard. Dat moest ook
wel, om te kunnen overleven. Maar vergis je niet, van buiten deed ze alsof ze
geen pijn voelde, maar van binnen werd ze verscheurd.’
Waarom
heeft u de film toch gemaakt, ook al was uw moeder daar zo fel op tegen?
‘Als ik deze film niet gemaakt had, was ik doodgegaan. Zo belangrijk was die
voor mij. En de film dreef mijn moeder en mij uit elkaar, maar bracht ons ook
weer samen. Nadat ze de film had gezien, begreep mijn moeder hoe belangrijk het
voor mij is geweest hem te maken. In Cordero de Dios vertel ik een heel ander
verhaal dan mijn eigen geschiedenis, maar de film is wel – als een soort
Frankenstein – opgemaakt uit een heleboel persoonlijke herinneringen en verhalen
die mij in de loop der jaren door vrienden en familie zijn verteld. Mijn moeder
vatte het goed samen: “Het verhaal is verzonnen, maar wat je ziet is echt
gebeurd”.’
Het duurde vier jaar voordat de film af was. Wat
kostte de meeste tijd?
‘Het schrijven van het verhaal. Ik heb in
totaal 33 versies geschreven. In het begin bleef ik te ver van de personages
verwijderd. Het was te rationeel. Ik was zo bang om dicht bij mijn personages te
komen, dat ik ze alleen maar observeerde. Ik moest van ze gaan houden. Van al
mijn personages. Dat was bij bijvoorbeeld de politieman of de generaal niet
eenvoudig, maar het moest. Voor de generaal heb ik goed gekeken naar Bruno Ganz
’ vertolking van Hitler in Der Untergang. Ganz speelde Hitler niet als een
monster, maar als een mens.’
Heeft het maken van de film u
veranderd?
‘Daar kan ik niet goed antwoord op geven. Dat zou je aan
de mensen om mij heen moeten vragen. De film zit vol liefde, hoewel ik veel
haatgevoelens had. En ik ben heel eerlijk in wat ik wilde zeggen. Ik heb niets
achtergehouden. Dat zal me hoe dan ook veranderd hebben.’
In de
film zegt iemand in 2002 tegen Teresa, de moeder, dat zij het verdient dat ze de
schuldigen van toen vergeeft. Heeft u ze vergeven?
‘Ja. Wat kan je
anders. Het heeft geen zin om boos te blijven, daar verwoest je alleen je eigen
leven mee.’
We spraken elkaar tijdens de wereldpremière in
Rotterdam, nu zijn we zes maanden verder. Wat is er sindsdien met de film
gebeurd?
‘Hij werd begin mei uitgebracht in Argentinië en Frankrijk.
En de film kreeg in beide landen goede pers, en werd ook goed bezocht. Veel
beter dan ik verwacht had. Ik doe nog steeds interviews over de film in
Argentinië, en ik heb gehoord dat de film nu op de universiteit van Buenos Aires
gebruikt wordt bij de studie filosofie, als discussiestuk bij ethiek. Hij is in
Argentinië wel verboden voor kinderen jonger dan 13 jaar, wat ik niet goed
begrijp. Ze zeggen vanwege het geweld, al laat ik daar niet veel van zien.’
Is het misschien vanwege de politieke achtergrond van de film?
‘Ik
hoop het niet. Al wordt de Videla-dictatuur in Argentinië nog steeds
doodgezwegen. Er gebeurde trouwens iets vreemds toen de film uitkwam. Links en
rechts omarmden de film. Vooraf was ik bang dat de Dwaze Moeders [een groepering
begonnen door moeders van de ‘desaparecidos’, jongelui die verdwenen onder de
militaire junta–red.] problemen zouden hebben met het feit dat ik in mijn film
geen duidelijke schuldigen aanwijs. Maar dat bleek helemaal niet het geval.
En tegelijkertijd kreeg ik ook lof toegezwaaid uit conservatieve hoek. Juist
omdat alle personages als echte mensen overkwamen. Ook de fascisten. Die hadden
trouwens opvallend intelligente commentaren op de film. Dat ie geen zwart wit-
beeld geeft van de jaren zeventig, en dat het niet gaat om ideologieën, maar om
persoonlijke keuzes.’
Was er dan helemaal geen kritiek?
‘Zeker wel. Ik herinner me een leeftijdsgenoot die zich erg kwaad maakte over
het feit dat ik de verdwijningen uit de jaren zeventig op één hoogte stelde met
een kidnapping in 2002. Want de motieven waren toch heel anders. Inderdaad, de
motieven waren anders. Maar in beide gevallen stonden mensenlevens op het spel.
En je kan niet zeggen dat het ene mensenleven meer waard is dan het andere.’
En wat wordt de volgende film? Die moeilijke tweede film?
‘Ik wou
dat ik antwoord op die vraag kon geven. Voor mij is films maken het zelfde als
verliefd worden. Het overkomt je. Ik doe mijn best. Ik lees, denk na, maar ik ga
niets forceren. Ik blijf geduldig. Het duurde 27 jaar voordat ik een goed idee
had voor een korte film [En ausencia, waarvoor Cedrón in Berlijn werd
onderscheiden met een Zilveren Beer–red.]. Ik had zo nog eens 27 jaar kunnen
wachten op een goed idee voor een lange film. Maar gelukkig kwam dat al een jaar
later. Wat uiteindelijk leidde tot Cordero de Dios.’
Cordero de
Dios gaat 21 augustus in première
Het familiedrama Cordero de Dios van Lucía Cedrón schakelt heen en weer tussen het leven onder de militaire dictatuur in het Argentinië van 1978, en het Argentinië van 2002, toen het land in een diepe economische crisis verkeerde.