Als weinig filmmakers begrijpt Gus van Sant de wereld van de zogenaamde
slackers (tieners die niet goed weten wat ze met hun leven aan moeten). Ook in
Paranoid Park slaagt de Amerikaanse regisseur van onder meer My Own Private
Idaho en Elephant er weer in een intrigerend portret van de onthechte,
ongeïnteresseerde jeugd te schetsen.
In Paranoid Park wordt de 16-
jarige Alex op een dag door de politie uit zijn schoolklas gepikt. Er is een
verdacht ongeluk gebeurd op het spoor, waarbij een bewaker gedood werd. Dat
spoor ligt dicht bij Paranoid Park, een park voor skateboarders waar Alex
regelmatig te vinden is.
Net als in zijn laatste twee films,
Elephant en Last Days, presenteert Van Sant de gebeurtenissen op een bijna
associatieve manier. Hij sleutelt aan de structuur, goochelt met de tijd, en
bouwt met de dromerige beelden en muziek een sfeer waarin de kijker langzaam
wegzinkt in de wereld van de jonge, moreel verdwaalde Alex.
Paranoid Park is gebaseerd op een boek van Blake Nelson. Wat trof u aan in dat
boek dat u wilde verfilmen?
‘Ik heb lange tijd geprobeerd een ander
boek van Blake te verfilmen, Rock Star Superstar. Dat kwam niet van de grond,
maar Blake zond me het manuscript van Paranoid Park al voordat het was
uitgegeven. Het sprak me onmiddellijk aan. Vanwege het feit dat het zich
afspeelt in Portland, Oregon [waar Van Sant woont–red.], en vanwege de
subcultuur van de skateboarders.’
Was u zelf skateboarder?
‘Iedereen toch? Ik ken de scene goed en ben ook bekend met het leven op straat
.’
De hoofdrol wordt gespeeld door nieuwkomer Gabe Nevins. In de
persmap wordt nogal nadrukkelijk vermeld dat u hem via MySpace gecast hebt.
‘We hebben MySpace alleen gebruikt om er een aankondiging op te plakken waarin
stond dat we een film over skateboarders wilden maken. Ik heb die aankondiging
zelf nooit gezien. Dat was een idee van een van de casting directors. De meeste
reacties kregen we overigens op de flyers die we uitdeelden in skateparks in
Portland, en op advertenties die we lieten horen op de radio.’
Wat voor type zocht u?
‘We wisten niet echt waar we naar zochten.’
Iemand met een onschuldige uitstraling, misschien...
‘Nee, dat geloof
ik niet. Meer iemand die eruit zag alsof hij zware tijd had gehad, iemand die
dit verhaal al geleefd had.’
Hoe wist u dat Gabe de juiste was?
‘In twee dagen tijd hebben we meer dan 1500 jongeren bekeken. Daar bleven er
uiteindelijk vijf van over. Vier professionele acteurs en Gabe. We besloten voor
de non-professional te gaan.’
Wat aan de acteurs in deze film
opvalt is dat ze allemaal puistjes hebben.
‘Dat hebben professionele
acteurs ook, alleen verstoppen ze die onder dikke lagen make-up. Of ze laten ze
digitaal wegpoetsen. Vaak worden ook acteurs gebruikt die al ouder dan twintig
zijn en daarom minder last hebben van puistjes. Maar als je 15- en 16-jarige
acteurs wil hebben, dan hebben ze puistjes. En er is nog een andere reden waarom
Hollywood ze liever niet gebruikt. Ze mogen maar een paar uur per dag werken,
omdat ze nog gewoon naar school moeten.’
Sfeer is erg belangrijk
in Paranoid Park. De prachtige beelden van Portland zijn geschoten door
Christopher Doyle. Hoe wist u hem uit de omklemming van de Aziaten [Doyle werkt
veel samen met Wong Kar-Wai en Zhang Yimou] te wrikken?
‘Ik heb een
jaar of tien al eens met hem samengewerkt voor de remake van Psycho. Sindsdien
hebben we het vaak gehad over een nieuwe samenwerking, en nu was het eindelijk
zover.’
Op sommige momenten zien we beelden van mensen met zwarte
balkjes over de ogen. Was dat omdat de beelden heimelijk geschoten waren?
‘Er zitten in de film ook 8 mm-beelden die door de skateboarders zelf geschoten
zijn. Een paar van de mensen die zo werden opgenomen – twee skateboarders die
door de politie worden aangehouden, een zwerver die ligt te slapen – konden we
later niet meer vinden om ze om toestemming te vragen. Omdat ik die beelden toch
wilde gebruiken, hebben we daar maar zwarte balkjes overheen geplakt. Dat
vragen om toestemming begint zo langzamerhand bizarre vormen aan te nemen.
Vroeger kon je als documentairemaker nog vrij op straat filmen. Je mocht mensen
niet tot in hun huis achtervolgen, maar opnemen in de publieke ruimte waren
toegestaan. Ook in films kon dat, tot iemand daar eens een rechtszaak over begon
. Ik geloof naar aanleiding van een film van Woody Allen. Daarin was op de
achtergrond een man te zien die in een auto stapt. Dat bleek de auto van zijn
minnares te zijn en die man werd daardoor betrapt door zijn vrouw. Hij spande
daarop een rechtszaak aan tegen de filmmaatschappij en won. Zulke zaken zijn
heel slecht voor de filmbusiness. Maatschappijen worden bang, want advocaten
slagen er steeds beter in terreinen te vinden waarop ze geld kunnen verdienen.
Als je nu een film maakt waarin je een pak koffie laat zien, moet je eerst
toestemming hebben van de fabrikant. Alleen als je het pak koffie zo draait dat
je het merk niet goed kan lezen is het nog toegestaan.’
Hoe kan u
daar als filmmaker nou telkens rekening mee houden?
‘Dat kan ook
niet, en daarom worden vaak neplabels gebruikt. De ontwerpafdeling wordt
overspoeld met verzoeken van de juridische afdeling. Een poster van Travolta in
zijn witte pak uit Saturday Night Fever? Eerst toestemming vragen aan Paramount
, die de film ooit uitbracht, en dan nog langs Travolta zelf. Met een script en
contracten in de hand, zodat je hem kan laten tekenen voor zijn toestemming. Pas
dan mag ik de poster in mijn film aan de muur van een jongenskamer hangen. Geen
wonder dat je steeds minder posters van Travolta in een film ziet.’
In hoeverre is de wereld van de skateboarders belangrijk als setting voor de
film. Had Gabe bijvoorbeeld ook een tennisser kunnen zijn, of honkballer?
‘Voor de plot had het niet veel uitgemaakt, maar settings zijn belangrijk. Ik
raak er steeds meer van overtuigd dat de setting het verhaal ís. Kijk, film
begon ooit als een directe registratie van de werkelijkheid. Toen kwamen mensen
in de jaren twintig, dertig op het idee dat je er ook toneelstukjes mee kon
laten zien. Hoewel er sindsdien veel experimentele filmmakers zijn geweest, is
de dominante aanpak van de westerse cinema altijd geweest: blijf bij het
toneelstuk. Maar film moet zijn eigen dynamiek hebben. Ik probeer, door het
gebruik van de beelden en muziek, en het spelen met structuur en tijd, iets te
maken dat uitsluitend in film kan. Maar het is de vraag of je ooit los kan
breken van het idee dat je in een film een toneelstukje moet opvoeren. Het doet
er waarschijnlijk ook niet zo veel toe, want een nieuw medium is bezig de plaats
van cinema over te nemen. Ik ben er van overtuigd dat 3D-cinema de rol van de
traditionele, tweedimensionale film zal overnemen, waardoor de films die we nu
maken de zelfde status krijgen die zwijgende zwart wit-films nu hebben.’
Hoe lang gaat dat nog duren?
‘Dat is nu al bezig! In videospelletjes
. De platte, passieve cinema van nu zal een antiek medium worden. Straks spelen
we zelf een rol in 3D-cinema. Dan zullen we moeten rennen en springen, wat maar
goed is ook, want dat is een stuk gezonder.’
Na Elephant en Last Days rommelt regisseur Gus Van Sant in Paranoid Park opnieuw met de vertelstructuur. Sfeer is belangrijker dan plot. 'Ik raak er steeds meer van overtuigd dat de setting het verhaal ís.'