Idee?
‘Ik ben vijf jaar met deze film bezig geweest.
Het begon als roman, maar terwijl ik die schreef wist ik al dat het ook een film
moest worden. En niet een film volgens de Amerikaanse regels van het
scenarioschrijven, maar een film zonder regels, en film volgens mijn regels. Zo
hoor je in de film zes verschillende monologues intérieurs. Met de dromen van de
zes hoofdpersonages. Die interne monologen waren al opgenomen voor we begonnen
te schieten in Schottentor. We bleven als team zo klein mogelijk en probeerden
volledig op te gaan in de dagelijkse stroom mensen die door Schottentor trekt,
en dat ging opvallend goed, we moesten in totaal maar een keer of twee de
opnamen stilleggen omdat mensen stopten of ons vragen begonnen te stellen.’
Geen script?
‘Ik had wel een script geschreven over de
gebeurtenissen in Schottentor, maar die kregen mijn acteurs niet te zien. Een
minuut of vijf voor de opnamen vertelde ik ze wat ze moesten zeggen. In de
verwachting dat ze dan niet zouden acteren, maar zouden zijn. Als echte mensen.
En let wel: het zijn allemaal echte acteurs, vooral uit het theater. Ze moesten
eerst wel even wennen, maar vonden het daarna ook heel bevrijdend.’
Voorbeelden?
‘De spanning in de films van Maurice Pialat,
bijvoorbeeld in À nos amours, vind ik prachtig. Geen spanning als in Amerikaanse
films, die je min of meer wordt opgedrongen, maar spanning die van binnen
ontstaat en steeds groter wordt.
Ook Japanse films uit de jaren vijftig,
van mensen als Ozu, zijn een voorbeeld. Dat zijn familiedrama’s, en omdat de
Japanse volksaard zo is dat niemand zijn gevoelens laat zien, slaan die
gevoelens over naar het publiek. Zij voelen wat de personages niet kunnen laten
zien.’
Ambities?
‘Films maken is een heel
goede school voor het leven. Het dwingt je namelijk je angsten onder ogen te
komen en ze vervolgens te overwinnen. Zo kon ik bij Schottentor wel bang zijn
dat de opnamen op het station allemaal zouden mislukken, maar ik moest die angst
onder ogen zien en proberen te overwinnen. En dat is gelukt.’
Filmen in Oostenrijk?
‘Ik heb veel documentaires gemaakt. Dit is
mijn tweede film. De eerste, die er qua vorm en thematiek wel op lijkt, heb ik
gemaakt in Taiwan, het geboorteland van mijn vrouw. Het is niet eenvoudig om in
Oostenrijk geld te vinden voor een kleine, eigenzinnige film als deze. Een
fragiele film, over fragiele mensen. Niet als je Haneke heet, of Ulrich Seidl,
maar de competitie tussen de rest is enorm. En ik ben niet zo goed in het
verkopen van mezelf. Misschien dat dat nu ik ben geselecteerd voor de
Tigercompetitie beter wordt.’
Te zien in Rotterdam
Woensdag 28 januari: 21.45 uur, Pathé 5
Donderdag 29 januari: 13.15 uur,
Pathé 5
Vrijdag 30 januari: 19.15 uur, Pathé 5
Zaterdag 31 januari:
11.30 uur, GSC
Schottentor, van de Oostenrijker Caspar Pfoundler (geboren in 1959 en met afstand de oudste Tigerkandidaat), is een estafettefilm waarin de maker zes verschillende personen volgt die in het Weense tramstation Schottentor dromen over wie ze zouden willen zijn.