De Via Tiburtina, waar we met regisseur Matteo Garrone hebben afgesproken, is
een beetje rommelige straat in Rome. Veel lelijke, vierkante huizen, met
geblindeerde ramen. Zou dan ook Garrone, van de anti-maffiafilm Gomorra, zijn
ondergebracht in wat in Amerikaanse films zo mooi een ‘safe house’ wordt genoemd
? Moet ook hij, net als landgenoot Roberto Saviano, schrijver van het
gelijknamige boek waarop de film gebaseerd is, onderduiken?
Saviano
beschrijft in zijn boek de economische en sociale houdgreep waarin de Camorra
– de Napolitaanse maffia – Zuid-Italië heeft. Toen hij de gangsterbazen ook nog
eens openlijk uitdaagde, reageerden die met de belofte dat nog voor de Kerst
Saviano vermoord zou worden. Sindsdien heeft hij politiebescherming, en trekt
hij van huis naar huis.
Het blijkt – wat Garrone betreft – mee te
vallen. Nummer 521 aan de Via Tiburtina, waar we hebben afgesproken, is het
adres van Studios 521, ooit een filmstudio, maar tegenwoordig vooral gebruikt
voor tv-producties. Helemaal achter op het terrein heeft Garrone een kantoortje
, waar hij ons zelfs om negen uur ’s avonds nog welwillend te woord staat.
Container met bevroren lijken
Garrone maakt zich geen grote
zorgen. ‘Mijn situatie is anders. Ik ben geen symbool van de oorlog tegen de
Camorra, zoals Saviano wel is. Ik ben een filmmaker die toevallig een film over
de Camorra heeft gemaakt. Mijn volgende film gaat weer over iets anders. Maar,
je weet het nooit. Misschien ben ik al in de problemen en weet ik het gewoon nog
niet.’
Door de commotie rond Saviano vloog het boek de winkels uit
(inmiddels bijna twee miljoen verkochte exemplaren in Italië), en ook de film,
waarvoor Garrone vorig jaar mei in Cannes de juryprijs kreeg, werd een hit. Als
Garrone al in gevaar was, dan had hij dat nu toch moeten weten. ‘Daarom maak ik
me ook geen zorgen. En weet je, de Camorra verdient goed aan de film. Er worden
daar duizenden illegale kopieën verkocht op straat, en grote winsten gemaakt. En
daar gaat het ze toch vooral om.’
Dat het boek en daarna de film
zoveel opschudding zouden veroorzaken, had Garrone niet voorzien. Hij las het
boek een week nadat het werd uitgebracht, toen het nog geen internationale
bestseller was en Saviano nog geen politiebescherming nodig had. ‘We ontmoetten
elkaar in de zomer van 2006 en spraken af dat de film – anders dan het boek –
geen journalistiek portret van de Camorra zou worden. De film moest gaan over
mensen en hun conflicten. Over de onontkoombaarheid van het systeem. Zo noemen
ze de Camorra daar, Het Systeem. Niemand heeft het over de Camorra, dat is een
term die door journalisten is bedacht.’
Hoewel het boek vol staat
met harde bewijzen over de verregaande corruptie van overheidsinstellingen en
verschillende gerespecteerde bedrijven, vind je daar in Garrone’s film niets van
terug. ‘Belangrijker dan de onthullingen vind ik dat je je kan herkennen in de
personages. Dat de verhalen universeel zijn. En het boek zit vol verhalen.
Letterlijk honderden. Die Saviano heel beeldend heeft beschreven. Dat begint al
in het eerste hoofdstuk. Daar lees je hoe de laadkleppen van een container met
bevroren lijken van Chinese illegalen openvallen, en de lijken vervolgens op de
kade te pletter slaan. Na die scène wist ik meteen dat het boek een film kon
worden. Grappig genoeg zit die scène niet in de film. Hij paste niet. Voor de
film was het belangrijker dat we openden met de scène in het solarium, die weer
niet in het boek stond. (lacht) Mensen die het boek hebben gelezen zullen
verrast zijn over hoe verschillend boek en film zijn geworden. De film is geen
kopie, de twee zijn complementair.’
Carabinieri
Het werd Garrone al snel duidelijk dat Saviano een explosief boek had
geschreven. ‘Eind september 2006, we werkten net een paar weken samen,
presenteerde hij het boek in zijn geboortedorp Casale di Principe, bij Caserta,
een kilometer of 40 onder Napels. Daar daagde hij op het plein de lokale
maffiabazen uit, en volgde de eerste waarschuwing. Dat was meteen te merken,
want bij onze volgende afspraken werd hij steevast begeleid door een handvol
carabinieri.’
Niet alleen de Camorra, ook veel streekgenoten van
Saviano waren ongelukkig met het boek. Zoals meer klokkenluiders werd Saviano
kwalijk genomen dat hij voor onrust had gezorgd. Buurtbewoners wilden hem niet
meer kennen en noemden hem een nestbevuiler. Toch heeft Garrone nooit overwogen
de film ergens anders dan op locatie te schieten. ‘Het meerendeel van de film
werd opgenomen in Scampia, een plaatsje net even buiten Napels. Daar heb ik
eerst drie maanden doorgebracht, om locaties te scouten en om te voelen hoe de
sfeer was. Ik droeg een naamkaartje, zodat de drugsdealers wisten dat ik
filmregisseur was, en geen undercover-agent.’
De mensen in Scampia
accepteerden Garrone en zijn crewleden en het kostte de regisseur weinig moeite
om onder de bewoners liefhebbers te vinden die als extra in de film wilden
meespelen. ‘De aantrekkingskracht van cinema is groot. Mensen willen daar bij
horen, voor de roem, of om geld te verdienen. En ik heb ongelogen honderden
mensen aan mijn bureau gehad die vroegen of ze in mijn film iemand mochten
doodschieten. Allemaal mensen die nog nooit iemand hadden doodgeschoten, en dit
als hun kans zagen om eindelijk hun mannelijkheid te bewijzen.’
Geen technische trucjes
De belangrijkste rollen in Gomorra worden
niet door non-professionals gespeeld, zoals wel eens te lezen is, maar door
mensen die allemaal al eerder hebben geacteerd. Hoewel alleen Toni Servillo (die
in de film een witteboordencrimineel speelt die fortuinen verdient met illegale
vuilstortingen) een echte filmster is. De rest heeft Garrone geplukt uit lokale
theatergezelschappen. Want het was wel belangrijk dat ze uit Napels of omgeving
kwamen. ‘Dan konden ze iets van hun eigen ervaringen kwijt in hun rol.’
Want authenticiteit was belangrijk voor Garrone. ‘Ik wilde laten zien hoe het
leven van een echte gangster is, los van alle glamour die we kennen uit de
maffiameesterwerken van Coppola en Scorsese. De film moest eerlijk zijn, en
daarom was het voor mij heel belangrijk hoe de lokale bevolking reageerde op een
scène. Bij elke opname stonden minstens 40, 50 man te kijken. Zij waren het
eerste publiek van mijn film, en aan de hand van hun reacties toetste ik of wat
wij deden geloofwaardig was.’
Om die geloofwaardigheid nog verder te
vergroten filmde Garrone de scènes alsof het een documentaire was. ‘Het moest
er heel simpel uitzien. Ik moest als regisseur onzichtbaar zijn. Het materiaal
was al sterk genoeg, daar hoefde ik geen technische trucjes aan toe te voegen.
Het publiek moet het idee hebben dat ze naast de personages staan.’
Filmmuziek was uit den boze. ‘Ieder commentaar zou de zaak banaliseren. We
hebben het wel geprobeerd, maar het werkte niet. Muziek dwingt je tot een
bepaalde emotie, en dat wilde ik per se niet. We hebben wel veel geluiden
gebruikt. Alles is opgenomen op locatie, en met dat geluid ben ik naar Amerika
gegaan, naar Leslie Shatz, een heel beroemde sound designer, die veel heeft
gewerkt met Gus Van Sant. Shatz heeft prachtig werk verricht. Het geluid is de
soundtrack van de film.’
Of boek en film iets aan de situatie in
Napels en omgeving hebben veranderd weet Garrone niet. ‘Natuurlijk kon de
regering niet om ons heen, en een paar maanden geleden hebben ze iets gedaan. Ze
verklaarden de oorlog aan de gangsters en stuurden troepen. Maar ik denk niet
dat je daar dingen kan veranderen van buitenaf. Dat kan alleen van binnenuit.
Zorg dat ze daar overheidinstanties gaan vertrouwen, dat er werk is, dat
kinderen een opleiding krijgen. Ik zelf kom uit Rome en ging naar Scampia met
het idee dat ik daar monsters zou aantreffen. Ik trof mensen aan, die soms onder
beestachtige omstandigheden moeten leven, soms ook veranderen in monsters, maar
ik heb wel geleerd dat als je ze niet ziet als mensen, je ze ook niet kan
helpen.
Roberto Saviona’s beruchte anti-maffia boek Gomorra werd een internationale bestseller, en dankzij de intelligente verfilming door Matteo Garrone een meesterlijke film. ´Mensen die het boek hebben gelezen zullen verrast zijn. De film is geen kopie, de twee zijn complementair.’