Precious is een moddervet meisje dat niet lezen of schrijven kan, als slaaf behandeld wordt door haar moeder en verkracht wordt door haar vader. De film van Lee Daniels biedt enige hoop, maar simpele antwoorden zijn er niet.

Het eerste wat Lee Daniels (1959) doet als hij aankomt in de hotelkamer waar medio september het interview zal plaatsvinden, is zijn schoenen uittrekken. Daarna ploft hij op een bank neer. Daniels is een kolossale man en het is alsof een olifant ter aarde stort. De regisseur van de festivalhit Precious is moe. Doodmoe.
Het is een prettige vermoeidheid, want de avond voor het interview was de eerste officiële vertoning van zijn film op het festival van Toronto, waar Precious met gejuich ontvangen werd. Executive producer Oprah Winfrey was bij de vertoning, net als popster Mariah Carey, die een rolletje in de film speelt.

Oprah? Mariah Carey? Dat klinkt als een politiek correcte film die op zoek is naar en groot publiek. Het tegendeel is waar. Precious is hard, eerlijk, en aangrijpend, net als het boek Push (1996) van Sapphire, waarop de film gebaseerd is. En of dat grote publiek gevonden wordt is zeer de vraag. De film zou het overigens wel verdienen.


Gabourey Sidibe als Precious

Precious is de naam van een zestienjarig, moddervet meisje dat niet lezen of schrijven kan, dat thuis als een persoonlijke slaaf wordt behandeld door haar monsterlijke moeder (een beangstigend goede rol van comédienne Mo’Nique), en regelmatig verkracht wordt door haar vader, waardoor ze zwanger is van haar tweede kindje.
De film biedt goddank ook enige hoop, in de persoon van de bevlogen Miss Blue Rain, die Precious leert lezen en schrijven. Maar simpele antwoorden zijn er niet.

Begin 2009 kreeg Precious op het Sundance Festival de publieksprijs, en een paar dagen na het interview op 14 september zal de film ook de publieksprijs in Toronto winnen. Waarom toch worden mensen ondanks alle misère door de film gegrepen?
Daniels: ‘Het is een harde film. Maar het zet je aan het denken. Het maakt je dankbaar voor het leven dat je zelf leeft. Ondanks alle ellende voel je je beter na deze film. Dat was ook het gevoel dat ik had toen ik het boek las. Het was alsof ik heen en weer geschud werd in een wasmachine. Pijnlijk, maar uiteindelijk voelde ik me toch gereinigd.’

De kritiek op het boek was destijds dat Precious zoveel ellendigs overkwam dat het niet meer geloofwaardig was. Snapt u die kritiek?
‘Nee. Het boek is onverbiddelijk, onontkoombaar, maar niet onrealistisch. Ik ken situaties als in het boek, en weet dus dat het geen verzinsels zijn. [Ook Daniels werd in zijn jeugd misbruikt en geslagen–red.]’

Is dat waarom u het thema wilde onderzoeken?
‘Het was heilzaam. Ik zag een kind dat erger mishandeld was dan ik. Ik leed met haar mee, want ik begreep haar. Het is gek. Ik kon het misbruik zelf wel verdragen, ik was sterk, maar het leed van anderen, die kleiner en zwakker zijn dan ik, vind ik bijna onverdraaglijk. Ik maakte deze film om me zelf te helen, en hopelijk anderen tot steun te zijn.’

Hoe betrouwbaar was u aan het boek?
‘Tot op de letter. Al heb ik wel een paar kleine dingetjes veranderd. Ik kon het boek ook niet één op één verfilmen, want het boek is X- rated. In het boek wordt de verkrachting beschreven, terwijl ik het in de film meer als fantasie heb getoond. Als ik het had verfilmd zoals het in het boek beschreven staat dan had de kijker het niet kunnen verdragen. Ik niet in ieder geval.’

In de film zitten cameo’s van Mariah Carey en Lenny Kravitz. Bekende gezichten in een film willen nogal eens afleiden. Waarom nam u dat risico?
‘Ik hou van risico’s. Safe is saai . Saai saai saai.’

U omzeilt de vraag een beetje. Waarom koos u voor deze bekende gezichten?
‘Het zijn vrienden van me. Ik vertrouw ze en zij vertrouwen mij. En dat is de enige manier waarop ik met mensen kan werken. Bovendien zal Lenny in een volgende film van mij spelen, en ik wilde hem alvast wat aan het werk zien in een kleinere rol [Kravitz speelt, niet onverdienstelijk , ziekenbroeder John, en Mariah Carey is een verrassing als muizige, maar vastberaden maatschappelijk werkster–red.].


Mariah Carey in Precious

En dan Precious. Het zal niet eenvoudig geweest zijn om de juiste actrice voor die rol te vinden.
‘Ik geloof dat we tegen de 500 meisjes gezien hebben. Na de 400 stopte ik met tellen. En dat zijn heel veel dikke meisjes. En toen zagen we Gabourey Sibide, Gabby, die heel slim is. Veel slimmer dan ik.’

Zocht u dat? Slim in een groot lichaam?
‘Ja, want de meeste meisjes die ik sprak waren Precious. Meisjes met een heel laag zelfbeeld, zonder enig zelfvertrouwen. Die acteerden niet, die zouden zich zelf moeten spelen. En dat wilde ik niet. Ik zou het gevoel hebben dat ik ze exploiteerde. Gabby is geen Precious. Die is zich ofwel zo onbewust van haar eigen lichaam, of daar zo ver boven verheven, dat ze zich daar niet druk om maakt.’

Hoe voorkwam u dat dit enorme meisje, dat al die ellende ondergaat, grotesk werd?
‘Dat kwam door het verhaal. Dat veranderde mijn beeld van wat grotesk is. Toen ik deze film maakte dacht ik inderdaad dat meisjes als Precious grotesk zijn. Dat ze stinken, dom zijn, en lui. Iemand als Precious draagt stigma’s. Maar als je haar in de film ziet groeien is ze prachtig. En dan besef je dat je iedere dag meisjes als Precious op de straat voorbij loopt. Dat je ze niet ziet. Niet wil zien.’

Maar Gabby is geen Precious, is het daarom makkelijker om naar haar te kijken?
‘Nee, want ze speelt al die meisjes die voor de rol auditie kwamen doen. En ik heb Gabby ook zien groeien op de set. En die groei kwam doordat anderen haar begonnen te zien als filmster. Dat gaf haar zelfvertrouwen, en daardoor veranderde ze ook fysiek, kreeg ze een heel andere uitstraling.’

Heeft ze dat nog steeds?
‘En hoe! (lacht)

Bent u bang dat ze na alle aandacht weer terug zal vallen in haar oude onzekerheid?
‘Ik hoop van niet. En ik hoop dat ze zal blijven acteren. Dat Hollywood haar omarmt.’

Er zijn niet veel rollen in Hollywood voor meisjes als Gabby…
‘Nee, maar als ze in Hollywood eens wat creatiever zouden gaan casten, dan zou je daar nog eens versteld van kunnen staan.’