We treffen documentairemaker Erik Gandini (1967) tijdens het filmfestival in Toronto, waar hij zojuist is aangekomen na een bezoek aan het filmfestival van Venetië. Gandini, in 2003 op het IDFA winnaar van de Zilveren Wolf voor zijn korte film Surplus: Terrorized Into Being Consumers, reist het festivalcircuit af met de film Videocracy. Daarin trekt hij hilarische en tegelijkertijd beangstigende parallellen tussen de opkomst van mediamagnaat en president Silvio Berlusconi en de rol van de commerciële televisie in Italië.
Gandini: ‘Venetië was een gekkenhuis. En dat terwijl ik de film eigenlijk voor mijn vrienden in Zweden had gemaakt [Gandini is geboren in Italië, maar woont al sinds zijn 19de in Zweden–red.]. Die moesten altijd zo lachen als ze beelden van de commerciële televisie in Italië zagen. Ik wilde ze laten zien dat er eigenlijk niets te lachen valt.’
‘Net als Iran een moslimrepubliek is waarin het publieke leven beheerst wordt door de islam, is Italië een tv-republiek die compleet wordt gedomineerd door de televisie.’ Aldus filmmaker Erik Gandini in Videocracy.
Wat gebeurde er in Venetië?
‘Distributeur Fandango had de rechten van de film gekocht, omdat ze hem graag wilden uitbrengen in Italië. Daarvoor hadden ze een trailer gemaakt en die opgestuurd naar de tv-maatschappijen. Van Mediaset, het bedrijf van Berlusconi, kregen ze per omgaande een brief retour waarin stond dat de trailer geweigerd werd. Niet echt een verrassing, maar toen kwam er een brief van de Rai. Toch de Italiaanse publieke televisie. En die vertelden dat ze de trailer ook niet zouden uitzenden. Dat werd een relletje. Mensen zetten de trailer op internet en die werd daar een hit. Aanvankelijk waren er 25 prints gepland in Italië, maar na dat verbod werden het er 85. En nu staat hij geloof ik vierde op de lijst van best bezochte films. Iedereen gaat er naartoe, maar op de televisie wordt ie doodgezwegen.’
Waarom?
‘Ik heb daar veel over nagedacht. In Italië bericht televisie alleen over de positieve kanten van de televisie. Het is altijd vrolijk, gezellig, sexy. Ze zullen het nooit over de schaduwkanten hebben. In kranten gebeurt dat wel. Links gebruikt in Italië de kranten om Berlusconi aan te vallen. Maar ze snappen niet dat dat geen effect heeft. Het grote publiek leest geen kranten. Als je hun wilt bereiken moet je ze beelden voorschotelen, geen woorden. En Berlusconi beheerst de televisie. Ook op Rai Uno verdwijnt het zoveelste schandaal rond hem naar de 7de of 8ste plaats in het nieuws. En zelfs dan ontkent Berlusconi in alle toonaarden. Een vriend van mij zegt altijd: “In Italië is geen waarheid, er zijn alleen maar meningen.” Als er al negatief bericht wordt over Berlusconi, dan roept hij gewoon dat het allemaal een linkse samenzwering is. Heel eng, als je er over nadenkt. Dat er geen waarheid meer is, alleen nog maar meningen.’
Maar er is toch nog wel een rechtssysteem?
‘Zeker, behalve als je de president bent. Haha. En ook justitie wordt door Berlusconi aangepakt alsof het een communistische bende is. Hij klaagt dat de rechters te veel macht hebben , dat ze hem zijn werk moeten laten doen. Het is ongelooflijk hoe Berlusconi zich steeds weer weet neer te zetten als het slachtoffer. Hij is de machtigste man in Italië, met de meeste privileges, en toch, als hij aangevallen wordt kan hij roepen dat iedereen tegen hem is. Dat is videocracy! Als de indrukken die je wekt belangrijker zijn dan de waarheid.
Denkt u dat uw film mensen de ogen opent voor de waarheid?
‘Dat hoop ik. Feit is, en dat is voor mij al een grote verrassing, dat ze in Italië nu over mijn film praten. Maar wat ze dan vooral willen weten is hoe ik terechtkwam op de feestjes van tv-producent Lele Mora, of achter de schermen kon kijken van de tv-shows.’
Ja, hoe kwam u overal binnen?
‘Dat is helemaal niet zo moeilijk. Elke tv-show heeft zijn eigen pr-bureau, en aan hun vertelden we dat we voor de Zweedse televisie een documentaire wilde maken over de Italiaanse televisie. Dat begrepen ze meteen, want ze denken daar dat de Italiaanse televisie zo goed is dat de hele wereld wil komen kijken hoe ze dat doen.’
En u laat ze dat graag geloven?
‘Uiteraard. En ze hebben er in Italië geen idee van wat een documentaire is, want die worden daar nooit gemaakt . Italië is echt een goudmijn voor documentairemakers.’
Uw film begint met een strippende huisvrouw in een van de eerste commerciële programma’s op de Italiaanse televisie. U bent geboren in Italië, kunt u zich die tv-show nog herinneren?
‘Jazeker. Ik denk dat ik toen een jaar of tien was. In de jaren zeventig werd de Italiaanse televisie nog beheerst door de kerk. Het was heel bizar toen er ineens een blote vrouw te zien was. Maar als iemand me toen had verteld dat dat het begin was van een nieuw tv- tijdperk, en ook van een nieuwe politiek, had ik hem uitgelachen. En nu is Italië een tv-republiek. Net als Iran een moslimrepubliek is waarin het publieke leven beheerst wordt door de islam, is Italië een tv-republiek die compleet wordt gedomineerd door de televisie.’
Was Berlusconi eigenaar van die show met de strippende huisvrouw?
‘Nee, maar toen het een grote hit werd kocht hij de show op. Berlusconi snapte de impact van bloot op televisie en bouwde daar een heel imperium omheen. In de film wil ik laten zien hoe Berlusconi’s persoonlijkheid in dertig jaar tijd is overgebracht op het Italiaanse volk. En hoe zijn smaken en voorkeuren de norm werden voor de hele Italiaanse televisie. Want ik weet zeker dat al die blote vrouwen op televisie komen omdat Berlusconi daar zo van houdt. Hij houdt van vrouwen met grote borsten. En iedereen kan dat nu zien. Zelfs zijn vrouw noemt Berlusconi seksverslaafd. En ik weet dat het waar is. Ik heb van zijn tv-kliek gehoord dat Berlusconi zelf bepaalt welke meisjes op tv komen, nadát hij seks met ze heeft gehad.’
En iedereen doet mee. Roddelkoning Fabricio Corona gaat in zijn blote piemel voor de camera en Lele Mora laat met een glimlach de fascistische ringtone van zijn mobiel horen… Schaamteloos.
‘Het is niet eens zozeer een kwestie van schaamteloosheid. Ze hebben gewoon geen enkele ideologie, geen enkele moraliteit. Alles draait om geld en succes, en alles kan, zolang het werkt. Daar kwam nog bij dat ze dachten dat het alleen op de Zweedse televisie uitgezonden zou worden. Ik voelde me soms net Borat, hoewel ik niet vermomd was of zo.’
In de film zit ook de jonge arbeider Ricky, een beetje sneue jongen die zichzelf als kruising tussen Ricky Martin en Jean-Claude Van Damme ziet en niets liever wil dan op televisie komen. Hoe vond u hem?
‘In de film zit een scène waarin je een hele groep mensen auditie ziet doen voor een tv-show, en een van hen was Ricky.’
En dan stapt u op hem af…
‘Jaja.’
…en dan liegt u tegen hem?
‘Neenee. Ik heb tegen niemand gelogen . Dat hoefde ook helemaal niet. Alles wat Ricky wou was op de televisie komen.’
Maar je moet zo iemand toch vertellen wat voor soort film je gaat maken?
‘Weet je, ik weet van tevoren nooit hoe een documentaire eruit zal zien. Ik begon met een film over de Italiaanse televisie. Heel open. En daarmee ging ik naar iedereen toe.’
Twijfelde u nog of u het materiaal met Ricky zou gebruiken?
‘Toen we naar de première van de film in Venetië kwamen zat hij daar ook. En toen hij al die mensen hoorde klappen en joelen toen hij in beeld kwam, vroeg hij zich toch wel even af of hij nog zonodig beroemd moest worden. Maar echt, hij wilde het zo graag, en zijn beroep is zo saai. En misschien zal het succes van deze film hem alsnog beroemd maken. Ik hoop dat hij in ieder geval heeft geleerd dat er schaduwkanten aan de televisie zitten.’
Grote afwezige in de film is Berlusconi zelf. Heeft u nog geprobeerd hem in uw film te krijgen?
‘Nee. Bewust niet. Hij presenteert zich te goed, en ik ben niet zo’n fantastische interviewer. Ik heb hem gezien op persconferenties, waar hij zich overal onder uit weet te wurmen. Voor mij was het veel beter om zijn campagnevideo te laten zien, waarin iedereen zingt: “Dank God dat hij bestaat!”, of die scène waarin hij wel vier minuten achterelkaar blijft glimlachen. Dat is mijn manier om hem te portretteren. Ik zou nooit van hem met woorden kunnen winnen. Daarom bestrijd ik hem met zijn eigen wapens: beelden.’