Vorig jaar besloot toneel-, tv- en filmacteur Gijs Scholten van Aschat (1959) een pauze in te lassen. Hij had het gevoel dat hij geleefd werd. ‘Ik draai al mee vanaf 1983, maakte elk seizoen wel een voorstelling en deed ook nog televisie en alles wat daar bij komt. Ik dacht, laat ik dat nou maar even een jaartje niet doen.’
Hij stapte op de fiets en ging in zijn eentje richting Spanje. Halverwege de reis gaat zijn mobieltje. ‘Ik was in een regenachtig dorpje in Frankrijk, in een maf klein casino. Het was Rudolf die zei: “We hebben geld voor de film. Hij gaat door.”

Hij stapte op de fiets en ging in zijn eentje richting Spanje. Halverwege de reis gaat zijn mobieltje. ‘Ik was in een regenachtig dorpje in Frankrijk, in een maf klein casino. Het was Rudolf die zei: “We hebben geld voor de film. Hij gaat door.”

Rudolf is regisseur Rudolf van den Berg en de film was Tirza, een verfilming van het gelijknamige boek van Arnon Grunberg. Van den Berg, die al eerder met Scholten van Aschat had gewerkt bij de Reve-verfilming De avonden en de tv-serie Oud geld, had de acteur enthousiast gemaakt voor de hoofdrol van Jörgen Hofmeester. De twee hadden voor de fietstocht naar Spanje al uitgebreid gesproken over het personage en het door Van den Berg geschreven scenario. ‘Tsja, ik had eigenlijk een jaartje vrijaf genomen, maar als dan Hofmeester langskomt…’

U kende het boek?

‘Ja.’

Heeft u het nadat Van den Berg u vroeg nog eens gelezen?

‘Jaja, natuurlijk. Met potlood. Dingen aanstrepen. Subtekst opzoeken en motieven. En de mooie zinnen haal je eruit. Dat boek werd een heel ander boek.’

En het personage werd een ander personage?

‘Jazeker. Je gaat met dat boek leven. Bij alles wat de man doet, stel je je voor dat je het zelf bent. Alle rollen die je speelt zijn afspiegelingen van jezelf.’

En wat van Jörgen zit in u?

‘De behoefte aan controle. Het perfectionisme van de man. Dat heb ik ook wel. Iets minder natuurlijk, maar dat vergroot je dan uit. En jaloezie, dat hij zijn dochter niet wil kwijtraken. De overdreven bezorgdheid. Ik ben ook vader. Heb drie kinderen en mijn jongste is een dochter die even oud is als Tirza. Het was niet moeilijk om me in Jörgen te verplaatsen. Bij hem gaat het om de opeenstapeling van dingen, en om me dat te kunnen voorstellen haalde ik die allemaal naar één dag. Stel nou dat mijn dochter ’s avonds een eindexamenfeest geeft, en dat ik om 11.00 uur hoor dat mijn vrouw, die al vijf jaar lang grandioos in de rondte neukt, weer bij me terug wil. Om 13.00 uur bel ik dan mijn accountant om met hem te overleggen over de anderhalf miljoen die ik in 30 jaar tijd heb opgespaard, en hij vertelt me doodleuk: “Sorry meneer, maar dat geld is weg. Crisis.” En dan begint het feestje en krijg ik van mijn dochter te horen dat ze van plan is naar Afrika te gaan met haar nieuwe moslimvriendje. Als dat op één dag gebeurt, denk ik ook wel dat ik rare dingen ga doen. Dat ook ik een scholiere in het tuinhuisje neuk, ofzo.’

Wat ons brengt bij pedofilie, wat volgens mij door de film heen schemert…
‘Pedofilie zou ik het niet noemen.’

Sylvia Hoeks, die Tirza speelt, las ter voorbereiding onder meer Lolita…
‘Een heel mooi boek.’

Met een heel bekend thema…

‘ Nou ja, tsjezus. Verliefd worden op een 15-jarig meisje is geen pedofilie. Dat is het zuiverste en onschuldigste wat er is willen aanraken en seksueel tot het jouwe maken. Pedofilie is in het zwembad aan piemeltjes van kinderen zitten. Maar een meisje van 15 dat er uitziet als 20, wat natuurlijk eigenlijk te jong is maar daardoor ook gevaarlijk en mooi, dat vind ik iets heel anders. Maar ik denk niet dat Jörgens gevoelens voor haar seksueel zijn, veel meer bezitterig.
En dan, als hij naar haar op zoek gaat in Afrika, ontmoet hij een Afrikaans meisje van 9 jaar. Zij biedt zich aan, waarschijnlijk zonder precies te weten wat dat inhoudt, maar hij ziet haar meer als een tweedekans dochter. Begrijp je ?’



Zonder seksuele component?

‘Natuurlijk gaat dat door zijn hoofd en dat zie je ook in de film. En dat is goed, want dat maakt het gevaarlijk tussen die twee. Kijk, de omgeving vult het meteen in, voor hun is duidelijk wat hij van haar wil. En om van het gezeik af te zijn zegt hij in het hotel: “Dit is mijn nichtje. Doe ons maar één bed.” Wat ik wel weer geestig vind.’

Over dat Afrikaanse meisje gesproken, die is fantastisch. Hoe vonden jullie haar?

‘Rudolf heeft audities gedaan in Kaapstad, en toen nog meer audities. Ik kwam erbij toen er nog een stuk of 20 meisjes over waren. Met hun hebben we twee dagen gerepeteerd. En uiteindelijk bleef Tumi [voluit Keitumetse Matlabo, red.] over. En echt, ik heb nog nooit met zo’n goede actrice gewerkt. Negen jaar oud!’

Hoe merk je dat ze een goede actrice is, kinderen spelen toch meestal zichzelf?
‘Je kon bij haar zien dat ze het leuk vond om te spelen. Op de auditie deden we een scène waarin ze achter me aan moest lopen en vragen: Do you want company, Sir? Do you want company? En ik moest haar wegsturen. Wat ik niet wist was dat Rudolf tegen haar had gezegd dat ze mijn hand moest vastpakken en die niet meer loslaten, want ik vertegenwoordig voor haar de poort naar een beter leven. En dus pakt ze mij vast, en ik zeg zoals afgesproken: “Verdomme, laat me los. Maak dat je wegkomt!” In het Engels. En dan begint ze me toch te huilen. Zonder ook maar een moment mijn hand los te laten. Het is zo erg dat ik op een gegeven moment tegen Rudolf zegt, laten we maar even ophouden, want dit gaat helemaal fout. Zegt ze: “No no, I’m OK. I’m just playing.” Ze kon zich gewoon heel goed inleven in haar rol. Nog een voorbeeld: Op een gegeven moment moest ze huilen. Vraagt ze aan Rudolf of ze een beetje of heel hard moest huilen. En of de tranen uit haar linker- of rechteroog moesten komen.’

Dat kan toch helemaal niet!?
‘Rudolf zei: “Doe maar één traan.” En toen ging ze zitten en na een minuut rolde er één traan over haar wang. Als ik dat zou doen, had ik me daar een halve dag op voorbereid, en dan komt er na een enorme worsteling, waarbij ik mijn gezicht volledig verfomfaai, eindelijk een traan.’

Tirza is de Nederlandse inzending voor de Oscars, is ook de openingsfilm van het Nederlands Film festival en gaat 30 september landelijk in première.