Apan begint met een man die bijkomt op de vloer van een badkamer. Zijn gezicht is bebloed, maar het is niet zijn eigen bloed. Hij veegt zich schoon, staat op en gaat naar zijn werk. Hij is gejaagd, nerveus en geagiteerd. De onrust van de man, een kalende eind-dertiger die Krister heet, wordt nog eens versterkt door de camera, die hem de hele tijd dicht op de huid zit. En door de soundtrack; er is geen muziek, wel worden we regelmatig opgeschrikt door bussen die voorbij rijden, piepende trams, en vallend metaal. Het zijn cinematografische trucjes waar de liefhebber van smult, maar waaraan de popcornkijker een broertje dood heeft. Die zal zich ook storen aan de vele vragen die de regisseur in zijn film liet zitten. Want al komen we steeds meer te weten over de reden voor Kristers gejaagdheid, naar zijn gevoelens en motieven kunnen we alleen gissen.
En dat was precies wat regisseur Jesper Ganslandt (1978) voor ogen stond, zo vertelde hij vorig jaar september op het festival van Toronto. ‘Het idee voor de film ontstond toen ik een paar jaar geleden in kranten steeds vaker berichten las waaruit bleek dat mensen in hun eigen huis niet langer veilig waren. Ik woon zelf in Stockholm, een grote stad, maar toch… Zweden, een land waarvan ik altijd dacht dat het leven daar comfortabel en veilig was.’
Totdat u de kranten las?
‘Ja, en ik kon helemaal geen verklaringen vinden. Niet in kranten en niet later, tijdens de processen. Ik richt me in de film op de nasleep van zo’n tragedie, want ik denk dat je alleen op die manier iets kan doen met zo’n gebeurtenis. Inzoomen op het afschuwelijke moment zelf, zoals zo vaak in Amerikaanse films gebeurt, levert volgens mij niets op waar je als mens wat aan hebt.’
U schreef zelf het scenario, hoeveel van u zelf zit in Krister?
‘Ik heb weinig onderdrukte gevoelens. Ik zou ze zelfs wat vaker moeten onderdrukken, als ik mijn vrienden mag geloven. Haha.’
Waarom dan toch dit personage?
‘Dat komt toch door al die berichten in de krant. Ik stelde me voor hoe ik zelf gereageerd zou hebben . En dat was best wel eng, want ik moest daar heel eerlijk in zijn. Het is makkelijk om mensen te veroordelen, maar dat wilde ik niet. Dan zou ik boven de film staan, en ik wilde juist midden in de film staan. Bovendien vond ik dat ik dat verplicht was aan Olle Sarri, die Krister speelt, want hij wist op de set nooit wat hem te wachten stond.’
Hoezo?
‘Olle heeft het script nooit gelezen, en we hebben hem ook nooit op de set verteld wat hem te wachten stond. Sterker nog, hij wist niet eens dat hij de hoofdrol speelde! Pas na een tijdje kreeg hij door dat hij in alle scènes zat. We schoten de film in chronologische volgorde. Het idee was dat het acteren en de ontwikkeling van het personage zo hand in hand zouden gaan. Eigenlijk ontdekten we het personage samen met Olle.’