‘Ajami ligt maar vier minuten van het centrum van Tel Aviv vandaan, maar voor mij was het een compleet andere planeet,’ vertelt Yaron Shani (1973) tijdens het Filmisreal festival eind april in Amsterdam. Zonder de in de wijk opgegroeide Palestijnse co-regisseur Scandar Copti – die wegens promotionele verplichtingen in Amerika niet op het festival kon zijn – had hij de film dan ook nooit kunnen maken.
De Joodse helft van het regisseurskoppel praat tegenwoordig over Ajami alsof hij er zelf is opgegroeid. Uitgebreid vertelt hij over de geschiedenis van de wijk: ‘Na de oprichting van de staat Israël werden de overgebleven Palestijnen – de meesten vluchtten via de zee naar Gaza – gedwongen in Ajami te gaan wonen. Jarenlang was het een veredelde sloppenwijk.’
En ook al mag de huidige situatie er sterk verbeterd zijn, het blijft een vergeten uithoek van Israël.
Shani en Copti verweven in hun debuut meerdere verhaallijnen – van een drugsdeal die hopeloos fout gaat tot de wanhopige zoektocht naar een vermiste Israëlische soldaat – waarbij de kijker dankzij het ingenieuze scenario steeds een nieuw stukje van de puzzel krijgt aangereikt. Palestijnen die illegaal de grens over steken op zoek naar werk, interreligieuze relaties die door bemoeienis van de familie gedoemd zijn om te mislukken; alle problemen uit de Israëlische samenleving komen aan bod. Shani: ‘De aard van het menselijke conflict tussen verschillende etnische groepen, religies, nationaliteiten en generaties vind je in Ajami.’
Wanneer besloot u een film over Ajami te maken?
Shani: ‘Toen ik in 1998 aan de universiteit van Tel Aviv studeerde schreef ik een scenario voor een misdaaddrama, over Joodse jongeren in de straten van Tel Aviv die zich bezighielden met drugshandel. Maar ik realiseerde mij toen al dat als het verhaal zich in een plek als zou Ajami afspelen, het een veel spannender en interessantere film zou opleveren. Het script verdween in een la, tot ik in 2002 Scandar ontmoette op een studentenfilmfestival. Hij had geen enkele filmervaring, maar ik had gelijk een goed gevoel over hem.’
Wat is zijn achtergrond?
‘Hij is afgestudeerd werktuigbouwkundig ingenieur en werkte als ober toen ik hem ontmoette. Maar het maken van een film , en vooral acteren [Copti speelt ook een van de hoofdrollen –red.] was altijd al zijn droom geweest.’
Ajami is een wijk in Tel Aviv-Jaffa waar Joden, moslims en christenen naast elkaar leven. Ajami is ook het regiedebuut van Scandar Copti, een in Israël geboren Palestijn, en Yaron Shani, een Israëlische Jood.
Regisseurs Scandar Copti en Yaron Shani
Hoe hebben jullie het schrijven van het script aangepakt?
‘We hebben in het begin vooral veel samen opgetrokken om elkaar beter te leren kennen, elkaar te leren vertrouwen en vooral heel goede vrienden te worden. Scandar begon allerlei verhalen te vertellen over Ajami. Ik raakte steeds meer opgeslokt in die voor mij totaal andere wereld. Uiteindelijk begonnen al die verhalen die Scandar vertelde en de personages die hij beschreef zich langzaam samen te voegen met het verhaal dat ik 1998 had geschreven.’
Kunt een voorbeeld geven van iets wat Scandar heeft meegemaakt en in de film terugkomt?
‘Ik weet niet of ik zo persoonlijk moet worden, want het is zijn leven, maar je hoeft niet altijd zelf iets mee te maken. Soms overkomt het je vriend, of je buurjongen. Bijvoorbeeld de openingsscène van de film, waarin een vijftienjarige jongen verward wordt met zijn buurjongen en op straat wordt doodgeschoten. Dat is echt gebeurd, en we hebben het ook op de plek gefilmd waar hij werd vermoord.’
Hoe was de samenwerking op de set?
‘Het belangrijkste was dat we beiden overal honderd procent achter zouden staan. Omdat alles wat we in de film laten zien zo gevoelig ligt, moesten we samen overal bij zijn.’
Omdat hij bepaalde gevoeligheden wel begreep en u niet?
‘Ja, en dat waren vaak hele kleine dingen. Zo dacht ik dat het mooi en ontroerend zou zijn als na de dood van de vijftienjarige jongen zijn buurjongen een tekening voor zijn moeder zou maken. Maar volgens Scandar was dat juist totaal ongevoelig. Ze heeft al zo veel verdriet en dan herinner je haar er nog eens extra aan. Je moet daar je hele leven hebben gewoond om dat te begrijpen.’
Er waren ook vast dingen waar Scandar u juist weer voor nodig had...
‘Absoluut. Zo heb ik ter voorbereiding van de film veel opgetrokken met Joodse politieagenten. Maar Scandar zouden ze nooit hebben geholpen, ze zouden hem niet hebben vertrouwd.’
Wat nogal triest is…
‘Het is triest, maar menselijk. Ook als ik naar Ajami kwam was het voor mij lastig om het vertrouwen van de Arabieren daar te winnen. Maar ik weet ook dat op een persoonlijk niveau die barrières snel kunnen verdwijnen.’
Jullie hebben met non-professionele acteurs gewerkt. Hoe hebben jullie ze voorbereid?
‘We hebben ze in workshops vooral geleerd hoe te improviseren, wat een proces van maanden was. Het belangrijkste was dat ze zich zo sterk zouden identificeren met hun personages en de situaties, dat het zou voelen alsof het hen zelf overkwam.’
Zou de film ook hebben gewerkt met professionele acteurs?
‘Jawel, maar het zou uiteindelijk niet zo echt, zo sterk en zo complex zijn geworden. Een acteur heeft tekst nodig, aanwijzigen hoe te huilen. Deze mensen kregen helemaal geen script of aanwijzingen. Ze waren zichzelf. Als we een grappige scène wilden, dan haalden we grappige mensen op de set.’
Wat heeft u geleerd van het maken van Ajami?
‘Heel veel. Ten eerste heb ik Arabisch geleerd. Ik heb problemen leren kennen waar ik eerst geen weet van had. Ik ben emotioneel betrokken geraakt bij het lijden van de andere kant. Ik kom uit een Joodse familie waar de ideologie is dat de Joden duizenden jaren verbannen en vervolgd zijn, en dat ze nu hun verlossing hebben gevonden in het land van hun voorouders. Als je in zo’n milieu opgroeit, dan ben je al snel onverschillig voor de perspectieven van de vijand . Ik kende de geschiedenis van de Palestijnen wel, maar dat is nog niet hetzelfde als het voelen.’
Hoe reageerden de mensen in Ajami op de film?
‘Deze film is een grote gebeurtenis voor de mensen in Ajami , zowel in positieve als negatieve zin. In het begin was het voornamelijk positief. Toen we de prijs voor beste film in Israël wonnen reden de mensen in Jaffa zelfs toeterend door de straten. Ze waren zo opgewonden, alsof ze het wereldkampioenschap voetbal hadden gewonnen.’
Vanwaar die uitzinnige vreugde?
‘Ajami wordt al decennia lang genegeerd. Als je in zo’n omgeving opgroeit krijg je vanzelf het idee dat je niets voorstelt. Toen de film zo’n grote hit werd en de mensen zichzelf op televisie en in de krant zagen beseften ze: ik ben interessant, ik stel iets voor.’
En de negatieve reacties?
‘Het is natuurlijk niet echt een mooie representatie van de buurt. Zowel Israëlische Joden als Palestijnen zijn erg bezorgd over hoe ze in beeld worden gebracht. Velen in Ajami waren dan ook boos na het zien van de film. Ze weten wel dat het beeld dat wij van de wijk schetsen waarheidsgetrouw is. Ze willen alleen niet dat jij het ziet.’