Door de telefoon is te horen dat het in Keulen dondert. ‘Fuck, fuck, fuck,’ roept gastprogrammeur en filmcriticus Olaf Möller teleurgesteld. Möller ontdekt net dat hij een tijd terug ten onrechte te horen heeft gekregen dat The Hurt Locker van Kathryn Bigelow in Nederland al in de bioscoop te zien is geweest. Met als gevolg dat de film niet in zijn After Victory programma kon worden opgenomen. Maar Bigelows film is nooit in een Nederlandse bioscoop vertoond. ‘ Heel jammer want het is een van de beste recente films over de oorlog in Irak.’
Wat gebeurt er met de overlevenden als een oorlog gewonnen is? Of verloren? De Duitse filmcriticus Olaf Möller stelde voor het IFFR het programma After Victory samen.
Lebanon
Het festival vroeg Möller een programma samen te stellen over oorlog omdat men zijn grote fascinatie voor oorlogsfilms kende. Hij is zoals hij het zelf stelt ‘welbespraakt’ in de cinema van oorlog. The Hurt Locker, over een Amerikaanse militaire eenheid die in Irak bommen onschadelijk moet maken, had hij graag willen vertonen omdat het een heel ‘ onmoderne’ film is. ‘Die film heeft de mentaliteit van cinema uit de jaren veertig en vijftig. Het hele verhaal wordt verteld via het werk dat de militairen verrichten, met een ongelofelijke aandacht voor de details daarvan. Dat is het klassieke filmmaken, een wijze van verhalen vertellen die we zijn kwijtgeraakt.’ Het tekent Möllers brede kijk op het genre. Een perspectief dat hij zoals het er naar uitziet wonderwel in zijn programma heeft weten te vangen.
Luciferdoosje
Wie de selectie van meer dan vijfentwintig lange en korte films uit het After Victory programma ziet, merkt meteen dat dit geen klassieke oorlogsfilms zijn. Veldslagen en visueel spektakel ontbreken bijna helemaal. In plaats daarvan liet Möller zich leiden door vragen die hem al lange tijd bezighouden en die oorlog meer als een tijdloos en menselijk fenomeen dan als een uitbarsting van geweld beschouwen.
Welke beelden accepteert een samenleving van een oorlog en welke niet? Wat vertelt cinema over oorlog? Hoe identificeren mensen zich met de vijand? Wat doen we met nationale en persoonlijke mythes rond oorlog, wat wensen we ons wel en niet te herinneren, welke spookbeelden achtervolgen ons?
‘ Elke militair die in een oorlog heeft gevochten’, vertelt Möller, ‘zal je één ding zeggen: oorlog is op de eerste plaats saai. Het bestaat vooral uit wachten , en voor het grootste deel gebeuren er dingen die totaal niet interessant zijn voor cinema. Daar kan zelfs Michael ‘Transformers’ Bay niks aan veranderen, terwijl die zelfs een luciferdoosje nog gevaarlijk kan laten lijken. Er bestaat een groot verschil tussen de werkelijkheid en het beeld dat we van een oorlog in fictiefilms te zien krijgen. Ooit gezien wat bomexplosies werkelijk doen met mensen?’
Zilveren Beer en Gouden Leeuw
Om het wachten en de verveling te laten zien, koos Möller voor de Israëlische film Beaufort, een Oscarkandidaat en Zilveren Beer-winnaar in Berlijn in 2008. Weliswaar exploderen in de film af en toe mortiergranaten maar verder blijft de vijand onzichtbaar vanuit het door de Israëli’s in 1982 veroverde fort Beaufort in Zuid-Libanon. De film pleit niet tegen de oorlog, maar neemt net als de geportretteerde militairen een ambivalente houding aan tegenover het conflict. De kijker mag beslissen. Net als in Lebanon, dat afgelopen jaar in Venetië te midden van enige controverse de Gouden Leeuw won. De film speelt zich helemaal af in een Israëlische tank, terwijl die in 1982 op de eerste dag van de oorlog Libanon binnendendert. Door sommige critici weggezet als een verdediging van het gedrag van Israëlische militairen, is de film een verbeelding van de claustrofobische en vernauwde blik die elke militair onvermijdelijk zal ervaren doordat hij in zo’n extreme situatie zit.
Dat een bekende Amerikaanse oorlogsfilm over verveling als Jarhead of Clair Denis’ ijzersterke nieuwe film White Material dan weer niet zijn opgenomen in de selectie, komt omdat Möller het programma beperkte tot vier conflicten. Irak en Afghanistan, voor het Westen de meest tekenende conflicten van deze tijd, horen daar niet bij , omdat volgens Möller de afstand van minstens een generatie nodig is om een kritische blik te ontwikkelen.
Dat cinema onderdeel is van die kritische reflectie laat hij mooi zien met twee korte films uit Kroatië, Tri van Goran Dević en Panj pun olova van Branko Schmidt. Tri volgt drie oorlogsveteranen van verschillende facties die op weg zijn naar een bijeenkomst met andere veteranen en in de auto – ze zijn letterlijk onderweg naar verzoening – de gevolgen van de verschillende conflicten bespreken. Panj Pun Olova volgt een werkloze veteraan wiens gezicht we nooit te zien krijgen en die in de bossen met overgebleven wapens militaire spelletjes speelt. Aan alles is te zien dat de oorlog nog steeds in de man zit en dat hij zich er geen raad mee weet. ‘Het is bijna een “dialectische dubbelfilm”’, zegt Möller. ‘Alsof ze binnen het programma met elkaar in gesprek gaan.’
Ondoden
Behalve over de Israëlisch-Libanese oorlog van 1982 en de oorlogen waar Kroatië bij betrokken was, zijn films te zien over het bloedbad van Nanking tijdens de Tweede Chinees-Japanse oorlog in 1937, de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog in 1954 en de vrijwel vergeten Filipijns-Amerikaanse oorlog die in 1899 begon.
‘Het mooie aan dit programma is dat er zoveel in samenkomt: politiek, historisch besef en de verbeelding van oorlog, individuele psychologie en empathie, massapsychologie, machtsverhoudingen en nationalisme. Zowel de Chinezen als de Japanners beginnen nu voor het eerst terug te kijken naar de oorlog die ze tegen elkaar voerden. Met zeer gemengde gevoelens. Nanjing! Nanjing! was een van de beste films van het afgelopen jaar en is in China heel succesvol, maar ook zeer, zeer controversieel. Ook in Japan trouwens, waar uitbreng bijna is uitgesloten.’
De ondoden zijn dat volgens Möller. De individuele herinneringen – nachtmerries vaak – en nationale mythes en ontkenningen die overblijven van conflicten en in onze geest blijven spoken. Om dat beeld te versterken had hij ook tamelijk onverwacht George Romero’s zombiefilm Survival of the Dead geselecteerd, maar die film kan door geharrewar met rechten en logistiek helaas niet vertoond worden.
Independencia
After Victory belooft een rijk en intrigerend
programma te worden. Möller heeft gelijk: de films gaan met elkaar in gesprek.
Over complexe, controversiële en vaak verschrikkelijke geschiedenissen. Daarbij
koos de Duitser voor een waaier aan filmstijlen. Van het visuele minimalisme van
Lebanon en de Japanse documentaire-verslagen van Riben Guizi en Yasukuni tot de
splitscreens van de Finse kunstenares Elja Liisa-Ahtila in Where is Where en de
weelderige, opzettelijk kunstmatige decors die de jonge Filippijn Raya Martin
meesterlijk gebruikt in Independencia.
‘Films die op elkaar botsen
zonder dat van verzoening sprake is,’ zegt Möller. ‘In de hoofden van
betrokkenen blijven oorlogen vaak onbeslist. Die notie zit door het hele
programma: dat er een leger van verloren zielen over de aarde rent. Mensen die
geen rust vinden omdat de verschrikkingen die ze hebben meegemaakt, onbesproken
zijn gebleven. Zo lang we dat zo laten, blijven die mensen rondrennen. Dat is
wat ik met dit programma wil laten zien.’