Jaap van Heusden: ‘Toen ik het scenario van Win/Win begon te schrijven was de
kredietcrisis nog niet in volle gang, maar als je de economiepagina’s een
beetje bijhield kon je wel aanvoelen dat er iets ernstig misging. Natuurlijk heb
ik daar handig op ingespeeld. '
'Maar de film is geen gimmick, ik
wilde al langer een verhaal vertellen over een jongen die heel goed is met
cijfers en daar veel succes mee oogst. Toen die crisis zich aandiende leek me
dat een heel spannende setting voor zo’n verhaal. Het had wel iets
sprookjesachtigs: terwijl de hele wereld instort, blijft één man stug omhoog
klimmen. '
'Maar ik wilde wel dat het realistisch zou blijven, dus
ben ik me eerst maar eens uitgebreid in die wereld gaan verdiepen. Dat viel nog
niet mee, je komt echt niet zomaar binnen in die dealing rooms. Met de nodige
moeite wist ik uiteindelijk contact te leggen met beleggers en traders en
financieel analisten en ik ben undercover meegenomen naar de City, het
financiële hart van Londen. Toen ontdekte ik dat mijn verhaalidee helemaal geen
sprookje is: ik kwam gasten tegen die nog jonger waren dan ik en te midden van
alle economische tegenslagen tientallen miljoenen binnenhaalden.’
‘
Als je mijn eerdere films ziet ligt het misschien niet zo voor de hand, maar ik
vind economie iets fantastisch – als puber droomde ik van een studie aan
Nyenrode of de London School of Economics. Ik stelde me een carrière voor waarin
ik invloed zou kunnen uitoefenen op de maatschappij, en dan is economie veel
concreter dan bijvoorbeeld politiek. Al die cijfertjes leggen de verlangens en
driften van de samenleving op een heel tastbare manier bloot. '
'Ik
heb Win/Win dus niet met minachting voor de financiële wereld gemaakt. Van een
film over de kredietcrisis zou je misschien een groot statement verwachten over
hoe verdorven het bankwezen wel niet is, maar die kant wordt in de media al zo
vaak belicht. Ik geloof niet dat het mooi drama kan opleveren als je er bij
voorbaat op uit bent een bepaald milieu te veroordelen. Ik kies juist voor een
bepaalde setting uit nieuwsgierigheid, om die te onderzoeken, en dat lukt alleen
als je je onbevangen opstelt. Dus was ik van meet af aan in principe vóór de
beurshandelaren. Ik wilde weten hoe het voelt om zo’n jongen te zijn die zo
groen als gras in zo’n overweldigend bolwerk stapt. Wat doet dat met je? Toen ik
tijdens mijn research voor de film een aantal van die beleggingswonderen
interviewde, konden die geen van allen precies onder woorden brengen wat hen nu
zo goed maakte. '
'“Ik doe eigenlijk precies hetzelfde als degene
die naast mij zit,” zeiden ze allemaal. Alleen haalden ze dus wel honderd keer
zo veel geld binnen. Het moet iets intuïtiefs zijn, bedacht ik, iets wat hen
heel alert maakt. Een soort jazz. Dus besloot ik dat Ivan, de hoofdpersoon,
iemand moest zijn die uitzonderlijk in touch is met zijn omgeving, heel
zintuiglijk. Alleen maakte dat het schrijven van het scenario er niet
makkelijker op, want hoe vang je zoiets in woorden? Het verhaal zou heel visueel
verteld moeten worden.’
Circus
‘Toen we
gingen casten en ik Oscar Van Rompay zag, wist ik dat hij Ivan moest zijn. Met
zijn inbreng kwam het personage pas echt tot leven. Oscar heeft precies dat
intense, dat vloeiende dat ik me bij Ivan voorstelde. Hij bleek zelfs allerlei
eigenschappen te bezitten die ik Ivan in gedachten al had gegeven. Kleine, rare
details: hij schreef met een vulpotlood en kon heel lang zijn adem inhouden
onder water. En als kind heeft hij bij het circus gezeten, waardoor hij over
heel smalle oppervlakten bleek te kunnen lopen. Dat was precies de metafoor die
ik in mijn hoofd had: dat Ivan voortdurend aan het koorddansen is. '
'We zijn samen een week in de kroeg gaan zitten om het script regel voor regel
door te nemen. Dan kwam hij steeds met aanmerkingen: “Dit vind ik veel te
pathetisch”, of: “Dit past helemaal niet bij hoe jij Ivan hebt beschreven.” Zo
zijn er ten slotte heel wat scènes gewijzigd omdat Oscar zich er niet in kon
vinden. '
'Natuurlijk waren er ook dingen die ik niet wilde aanpassen,
dan zei ik dat hij de montage maar af moest wachten. Of we filmden gewoon twee
versies van een bepaalde scène. Oscar vond Ivan soms net iets te onhandig en
wilde dan bijvoorbeeld ook een take opnemen waarin hij hem wat zelfbewuster
neerzette. In de montage heb ik uiteindelijk toch vaak voor de naïevere variant
gekozen, want Ivan is al best een rare snuiter en je moet als kijker wel dicht
bij hem kunnen komen. Dat gaat makkelijker als hij echt een groentje is.’
Onhandig
‘Eigenlijk is de hele film grotendeels in de
montagekamer ontstaan. Daar hebben editor Japser Quispel en ik rigoureuze keuzes
gemaakt. Toen we een eerste versie af hadden, vond ik dat er te veel overbodige
informatie in zat. Veel scènes die op zichzelf heel goed werkten, maar
eigenlijk alleen maar afleidden van het innerlijke verhaal van Ivan.
Uiteindelijk is er wel een half uur aan materiaal gesneuveld. Ook omdat ik het
verhaal gewoon niet te glad wilde laten verlopen. Het eindresultaat heeft nu
iets fragmentarisch, iets onhandigs bijna. Daar hou ik van. Ik heb niks met
films die me wel heel soepel meeslepen, maar me precies dezelfde ervaring bieden
als degene die naast me zit in de bioscoop. Dan ben ik als kijker dus
inwisselbaar. Ik word liever aan het denken gezet, uitgedaagd om er zelf iets
bij te verzinnen. '
'Daarom ruw ik mijn films graag een beetje op –
hier iets weghalen, daar iets toevoegen. Natuurlijk moet je dat met beleid
blijven doen, want je wilt het publiek ook weer niet van je vervreemden. We
hadden bijvoorbeeld een paar mooie trading-scènes in de dealing room, die ik
zelf heel spannend vond, maar die voor het testpubliek toch te ingewikkeld
bleken te zijn. Die moeten dan maar als bonusmateriaal op de dvd. Ik wil geen
arty-farty films voor een klein publiek maken – ik ga ervan uit dat iemand die
naar Win/Win gaat een leuke avond wil hebben, iets moois wil ervaren. Als ik
daar geen boodschap aan zou hebben, had ik maar autonoom kunstenaar moeten
worden.’