Where the Wild Things Are is het klassiek geworden Amerikaanse prentenboek uit 1963 van Maurice Sendak over een jongetje in wolfskleren dat terecht komt op een eiland van monsters. In Nederland kennen we het als Max en de Maximonsters. Sendak, inmiddels in de tachtig, benaderde zelf regisseur Spike Jonze (Being John Malkovich, Adaptation) voor de filmversie.

Het is 4 december 2009. In de binnenstad van Londen maakt men zich op voor Kerstmis. In het sjieke Claridge’s Hotel maakt Spike Jonze zich op voor een reeks interviews over zijn nieuwe film Where the Wild Things Are. Een film over een negenjarige jongen die terechtkomt op een eiland en daar koning wordt van een handvol enge, maar knuffelige monsters. Dat klinkt misschien als een kerstfilm, maar in handen van Jonze (regisseur van eigenzinnige meesterwerken als Being John Malkovich en Adaptation) werd het alles behalve een kerstfilm.

Where the Wild Things Are is de filmversie van het beroemde prentenboek van Maurice Sendak , dat we in Nederland kennen als Max en de Maximonsters. Ook het boek, voor het eerst gepubliceerd in 1963, is geen typisch kinderboek. Titelheld Max is een jongetje in een wolvenpak, dat slecht luistert en daarom zonder eten naar bed wordt gestuurd. Zijn slaapkamer verandert langzaam in het land van de Maximonsters. Vervaarlijke monsters met grote tanden en grote koppen, waarvan Max de koning wordt (het is immers zijn eigen fantasie!). Ze beleven samen avonturen, totdat Max het avondeten ruikt en het land van de Maximonsters verlaat.


Nog geen driehonderd woorden telt het boek, dat opvalt door alles wat er niet in gezegd wordt. We weten niet waarom Max zich zo slecht gedraagt, hij biedt nergens zijn excuses aan voor zijn slechte gedrag, en het boekje eindigt niet met een didactische les. En toch, of misschien wel juist daarom, werd het een tijdloze hit onder kinderen én volwassenen.

Het Claridge’s is een vijfsterrenhotel met fraaie, klassiek ingerichte kamers. Jonze, een tengere, sportief geklede eind-dertiger met schalkse blik, zit op een antiek bankje. In de kamer staan ook nog twee stoelen en ik vraag hem waar hij wil dat ik ga zitten. Hij nodigt me uit op de bank, met de toevoeging dat het nu vast een heel ander interview gaat worden.

Of hij het vervelend vindt dat zijn film een kinderfilm en fantasy genoemd zal worden, terwijl hij er – wat betreft inhoud en vorm – toch zo nadrukkelijk voor gekozen heeft om geen van beide te maken? Daar moet hij even over nadenken. Zoals nog wel vaker zal gebeuren in het interview. Jonze is nog niet vaak geïnterviewd, of liever, heeft interviews vaak afgehouden. Dat kon omdat zijn twee eerdere films – Being John Malkovich en Adaptation – onafhankelijke producties waren. Where the Wild Things Are – budget honderd miljoen dollar – is van een grote studio (Warner Bros.) en die staan op interviews.

‘Eeehhhh. Mmmm. Ik weet het niet… Het was niet zo dat ik bewust iets niet wilde maken. Ik wilde bewust iets maken. Ik wilde proberen te vangen hoe het is om negen jaar te zijn. In het boek verliest Max de controle over zichzelf. Dat is het idee waar ik mee begon. Wat zijn nou dingen waardoor je de controle verliest en je je zo dwars gaat gedragen als Max ? In de film heeft hij een alleenstaande moeder die nooit tijd heeft en een oudere zus die vriendjes begint te krijgen, waardoor Max het idee heeft dat hij bij niemand terecht kan. Dat zijn enge dingen voor een negenjarige, voor wie het leven toch relatief nieuw is. Voor mij zijn de Wild Things uit Sendaks boek Max ’ wilde, onbekende, oncontroleerbare emoties. Met al die emoties zal hij moeten leren omgaan.’



Is het daarom geen echte kinderfilm geworden, omdat het thema zo volwassen wordt benaderd?
‘Ik denk het niet. Mmmm. Weet je wat interessant is, dat geen twee kinderen dezelfde reactie op de film hebben. Dat vind ik zo mooi aan deze film. Dat ze eindelijk iets hebben waar ze zelf op moeten reageren. Dat niet van te voren vast staat wat ze moeten voelen. We nemen kinderen serieus. Zeggen niet: Voel nou dit! En dit! En denk dit!’

Ik heb een achtjarige dochter en elfjarige zoon; ik denk dat ze de bioscoop met een groot gevoel van verdriet zouden verlaten…
‘En is dat slecht?’
Nee, maar de film zit vol weemoed…
‘ Er zitten stukken in die verdrietig zijn, en stukken die intens zijn. Maar nooit verdrietiger of intenser dan de gevoelens die we toch al hebben. Er zijn ouders die hun kind zien huilen aan het eind van de film en dan denken dat de film slecht is. Dat ik iets fout heb gedaan. Stoute regisseur! Andere ouders laten hun kinderen dergelijke emoties hebben en praten er na de film over. Dat vervult me nog met de meeste trots, dat ouders me vertellen dat ze na de film zulke goede gesprekken hebben gehad met hun kinderen.’

Gescheiden ouders?
‘Zou goed kunnen dat het bij kinderen van gescheiden ouders nog beter aankomt. Ik weet het niet. Ik denk oprecht dat deze film ook voor kinderen is. Het lijkt me dat alleen de ouders dat zelf kunnen bepalen.’

U heeft zelf geen kinderen. Had u deze film kunnen maken als u wel een ouder was geweest?
‘Ik denk wel dat ik een heel andere film zou hebben gemaakt. En wanneer ik vader word zal ik waarschijnlijk ook heel andere films maken.’
Anders hoe?
‘Ik weet het niet. Mijn grootste connectie met een kind van negen zijn mijn eigen herinneringen. Ouders zullen ook wel heel erg door de ogen van hun kinderen kijken.’

Denkt u dat het feit dat u zelf geen kinderen heeft, de reden was dat Sendak – die zelf ook geen kinderen had – u het boek toevertrouwde?
‘Mmmmmm. Daar heb ik nog nooit over nagedacht. We hebben het er ook nooit over gehad waarom hij mee heeft uitgekozen.’
U bent speciaal door hem benaderd voor de regie . Hij heeft u zelfs meer dan eens gevraagd. Daar zal hij toch een reden voor hebben gehad.
‘Eeeh… weet je wat: we vragen het hem zelf. Laten we hem even bellen en kijken of hij wakker is.’

Jonze pakt zijn iPhone en belt met ‘Maurice’, die in Connecticut, aan de oostkust van de Verenigde Staten woont. Sendaks vrouw Lynn neemt op en na een kort gesprekje komt de 81- jarige Sendak (Jonze: ‘Maurice slaapt altijd lang uit.’) zelf aan de lijn. Jonze zet de iPhone op speakerphone en ik vraag Sendak waarom hij speciaal Jonze voor de film wilde hebben.


vlnr: Paul Dano, Spike Jonze en Maurice Sendak

Met een brommerige, beetje vaderlijke stem antwoordt Sendak: ‘Omdat ik een jong iemand wilde. Geen oude Hollywood-pro die precies weet hoe hij kleine prentenboeken moet omzetten naar een grote film. Spike is een artiest, zonder vooropgezette ideeën. Hij zoog alles wat ik hem over het boek vertelde op als een spons en maakte het persoonlijk. Hij heeft gevoel voor humor en is eigenzinnig genoeg om tegen de studio’s in te gaan wanneer hij vindt dat dat nodig is. Bovendien deed hij me erg denken aan hoe ik zelf was toen ik het boek schreef, duizend en tien jaar geleden.’

Jonze neemt het toestel weer over, bedankt Maurice voor de aardige woorden (‘ Jammer dat ik ze niet opgenomen heb’) en we keren weer terug naar het interview .

U hebt zelf het scenario geschreven, terwijl uw twee eerdere films door Charlie Kaufman zijn geschreven. Waarom? ‘In het begin maakte ik voornamelijk aantekeningen, schreef allerlei ideetjes op. Met de gedachte dat iemand anders daar later een script van zou maken. Maar toen mijn vriend K.K. Barrett, de production designer van de film, zei dat ik zelf dat script moest schrijven, moest ik toegeven dat hij gelijk had. Iets wat ik tot die tijd altijd uit de weg was gegaan.’

U vroeg schrijver Dave Eggers om hulp…
‘Ik wilde niet elke dag in mijn eentje aan dat script werken. Ik ken Dave al heel lang en wilde hem graag bij mij in de kamer hebben. Ik had geen idee wat dat zou opleveren, want Dave had nog nooit een scenario geschreven.’

Veranderde hij uw visie op het script?
‘Vast wel, maar Dave deed alleen mee, en dat zei hij ook, om mij te helpen de film te maken die ik wilde maken. Hij schreef uiteindelijk zelf een boek naar aanleiding van Sendaks prentenboek, en de film was mijn ding. Dave was heel goed in het aanscherpen van de dialogen. En om mij bij de les te houden, want ik schoot nogal eens alle kanten op. Het was een bijzonder prettige ervaring. Samen speelden we hele scènes na...’

Toen het script af was, heeft u het helemaal doorgelezen met onder meer Brad Pitt, die de rol van Max las. Waarom Brad Pitt?
‘Hij woont bij me in de buurt en is eigenlijk zelf nog… eeehhh… ik wist dat hij heel goed zou zijn als Max. We hebben ons nog even afgevraagd of we een kind voor Max moesten nemen, maar besloten dat een volwassene beter was.’

Precies mijn punt! Want tijdens de opnamen van de stemmen van de Wild Things speelden u en actrice Catherine Keener de rol van Max. Steeds zijn het volwassenen die de rol van Max spelen.
(Jonze reageert een beetje geschrokken) ‘En dus gaat de film niet over een negenjarige, maar over volwassenen die zich herinneren hoe het is om negen jaar te zijn? Dat was niet de bedoeling. De bedoeling was om in het hoofd van een negenjarige te kruipen. Natuurlijk zijn we volwassenen die daarover schrijven, maar als dat gevoel in de film zit zijn we niet in onze opzet geslaagd!’

Max Records, die Max speelt, is geweldig, maar ik bedoelde meer dat zoveel volwassenen wisten hoe Max moest zijn, en dat jullie eerst nog een kind moesten vinden die dat helemaal begreep.
‘Max is... ik weet het niet. Noem eens een scène in de film die voelt alsof Max geen negen is.’

Die is er niet. De film is geweldig, briljant zelfs, maar ik vroeg me alleen af waarom het in de voorbereiding steeds volwassenen zijn die de rol van Max spelen…
‘ Het was niet belangrijk om een kind op de set van de stemmenopname te hebben, want de Wild Things zien hem niet als een kind. Max is hun koning.