De carrière van Ben Affleck (1972) verloopt een beetje als de beurs. Hoge
pieken en diepe dalen. Eerste piek is zijn rol in
Good Will Hunting (1997) en de Oscar die hij en jeugdvriend
Matt Damon krijgen voor het scenario van die film. Het tweetal staat meteen
op de kaart en beiden boetseren vanaf dat moment fanatiek aan hun sterrenstatus
als acteur.
Affleck kiest aanvankelijk voor grote rollen in dure
films. Wat wel een enkele hit oplevert (
Armageddon,
The Sum of All Fears), maar ook veel flops en door critici weggelachen films
(Pearl
Harbor).
Zijn artistieke dieptepunt beleeft Affleck tijdens
zijn romance met actrice/zangeres
Jennifer Lopez (2002- 2004). Het tweetal wordt de favoriet van de tabloids,
die het stel Bennifer dopen. Maar zo populair als ze zijn in de roddelbladen –
Ben wordt in 2002 door People Magazine uitgeroepen tot Sexiest Man Alive – het
Bennifer-vehikel
Gigli flopt genadeloos (een 2,4 in de imdb). En ook Bens andere films –
Daredevil,
The Third Wheel,
Jersey Girl,
Surviving Christmas – worden slecht ontvangen en slecht bezocht.
Terugkijkend zal Affleck over die periode zeggen: ‘Ik was niet langer de baas
over mijn eigen leven. Ik dacht dat ik bepaalde dingen nodig had, maar dat was
helemaal niet zo. Ik was de weg kwijt. Voelde me verstikt, miserabel en vies. Ik
had nooit zo de publiciteit moeten kiezen. Ik was getypecast als mezelf. [...]
Geloof me, zoiets is slecht voor je gezondheid en slecht voor je carrière. Dus
kneep ik er tussenuit en liet de boel betijen.’
Affleck neemt
uiteindelijk twee jaar vrijaf. Hij besluit even professioneel te gaan pokeren (
wint ook een toernooi en de hoofdprijs van 356.000 dollar), en keert in 2006
sterk terug naar de cinema. Als acteur in
Hollywoodland (2006), en nog sterker als regisseur, met zijn regiedebuut
Gone Baby Gone (2007).
Gone Baby Gone is een broeierige
misdaadfilm over een privédetective, gespeeld door Bens jongere broer
Casey Affleck, die voor grote morele dilemma’s komt te staan. De film is ook
een ode aan Boston, de stad waar de broertjes Affleck zijn opgegroeid. De film
zit vol met kleine, bijna documentaire- achtige vignetjes van echte Bostonians,
en de camera dwaalt vaak bijna achteloos door de achterbuurten van de stad.
The Town, de tweede film van Ben Affleck als regisseur, speelt zich af in Charlestown, een wijk in Boston waar jaarlijks in Amerika de meeste bankovervallen worden gepleegd per hoofd van de bevolking.
Ben Affleck op de set van The Town
Goed georganiseerd
Ook The Town, Afflecks tweede film als regisseur, speelt zich af in Boston. In een bijzondere wijk in Boston, Charlestown. Een wijk met voornamelijk Ierse immigranten, waar jaarlijks in Amerika – zo lezen we aan het begin van de film – de meeste bankovervallen worden gepleegd per hoofd van de bevolking. Doug MacRay (Ben Affleck) is een van die bankovervallers. Samen met drie vrienden heeft hij zich toegelegd op snelle, goed georganiseerde bankkraken. Maar bij een van die kraken gaat het mis. Jem, het opgewonden standje van het viertal, gijzelt een bankmedewerkster. Nadat ze weer is vrijgelaten ontfermt Doug zich over haar en wordt niet alleen verliefd, maar begint ook na te denken over een toekomst buiten Charlestown.
Begin september kwam Affleck naar het filmfestival van Toronto ter gelegenheid van de Noord-Amerikaanse première van de film. Voor CinemaTV mocht ik vijf minuten met hem praten. Wat – bijna letterlijk – het volgende opleverde:
U speelt de hoofdrol in de film, waarom wilde u hem ook regisseren?
Affleck: ‘Dat wilde ik aanvankelijk niet, want ik wilde niet getypecast worden als de regisseur die, omdat- ie zelf in Boston is opgegroeid, alleen maar films over Boston kan maken . Maar ik keek er nog eens naar en kwam tot de ontdekking dat het veel meer was dan een film over Boston. Het was een geloofwaardige film over echte mensen, een liefdesverhaal over verlossing, verstopt in een fijne bankovervalfilm.’
Door welke klassieke bankovervalfilms heeft u zich laten inspireren?
‘Heat. Dat was wel de belangrijkste. Maar ik heb ook goed gekeken naar Rififi, The Bank Job en The Friends of Eddie Coyle. Zelfs Seven. Ik heb gejat van de besten.’
Wat wilde u met deze film aan het genre toevoegen?
‘Je kan een genre niet opnieuw uitvinden, alles op zijn kop gaan zetten. Dat moet je ook niet willen. Je moet het gewoon goed doen. En je moet proberen origineel te zijn. Wat ik goed vond aan dit verhaal is dat in Charlestown het plegen van bankovervallen eigenlijk een soort familiebedrijf is geworden. Iets wat wordt doorgegeven van vader op zoon. Wat ook heel professioneel en precies gebeurt. Als je dat combineert met een liefdesverhaal en verlossing, dan is het eindresultaat iets wat ik nog niet eerder heb gezien.’
U bent acteur en regisseur, heb je daar twee persoonlijkheden voor nodig?
‘Je hebt in ieder geval meer concentratie nodig. Robert Redford en Clint Eastwood, de grote meester, kunnen het vast met hun ogen dicht, maar ik moest zorgen dat ik naast alle aandacht voor het acteren nog iets overhield voor het regisseren.’
Ik vraag het omdat
Rebecca Hall [de gegijzelde bankmedewerkster met wie Doug een relatie krijgt
] zei dat ze erg bang voor u was tijdens de opname waarin u een Skeleton-masker
draagt, maar dat ze moest lachen als u vervolgens ging regisseren met dat masker
nog op.
‘Ja. Haha. Ik vergat inderdaad nogal eens als ik met iemand
van het licht sprak dat ik dat masker nog ophad en een machinegeweer in handen
had. Wat overigens nooit kwaad kan: een automatisch wapen in handen hebben als
je wilt dat iemand luistert. Haha.’
Is de angst om als regisseur
te mislukken groter dan de angst om als acteur te mislukken?
‘Zeker
, want je hebt driehonderd mensen die hun uiterste best voor je hebben gedaan.
Je hebt een handvol fantastische acteurs die hun carrière en imago aan je hebben
toevertrouwd. En daar komt nog bij dat je als acteur vier, vijf films per jaar
maakt. Als regisseur ben je veel langer met een film bezig. The Town is de
optelsom van de laatste twee jaar van mijn leven. En inderdaad, dat is heel veel
druk.’
De film opent volgende week in Amerika in Fenway Park,
het honkbalstadion van de Boston Red Sox…
‘Ja, dat is een droom die
in vervulling gaat. Ik kwam daar als kind al.’
Het is wel weer
Boston. Gaat u voor de volgende film weer naar Boston?
‘Nee, dan ga
ik naar Holland. Haha.’