In het afgelopen decennium was er internationaal succes voor een aantal
films over de armoede en het geweld in de favelas, zoals Cidade de Deus van
Fernando Meirelles, en Bus 174 en Tropa de Elite van José Padilha. Is er bij
Braziliaanse filmmakers sprake van toenemende aandacht voor de problematiek van
die arme wijken?
‘Het is niet zo dat steeds meer films over de
armoede gaan. Het beeld vertekent doordat in het buitenland veel aandacht is
voor die favelas. Maar in Brazilië worden documentaires over heel veel
verschillende onderwerpen gemaakt. De op het IDFA vertoonde documentaires zijn
daar een bewijs voor. Over Brazilië wordt vaak in stereotypen gedacht: dat een
kleine minderheid extreem rijk is en de rest van de bevolking in vreselijke
armoede leeft, in favelas waar geweld vanzelf spreekt. Het is dit simplistische
beeld dat de media, ook in Nederland, telkens weer reproduceren, bijvoorbeeld
door steeds weer films over favelas uit te zenden.’
In het
afgelopen decennium heeft Brazilië zich onder President Lula ontwikkeld tot een
economische grootmacht. Er zijn minder armen, de middenklasse is groter geworden
. Mensen ontworstelen zich aan die favelas?
‘Dat mensen zich aan de
favelas ontworstelen is een misvatting. Er wordt gezegd dat onder Lula een deel
van de armen tot de lagere middenklasse is gaan behoren. Maar dat betekent niet
dat ze dus ook de favelas ontvluchten. Er zijn zat mensen die beter zijn gaan
verdienen en vervolgens gewoon met hun families in een favela bleven wonen. Ze
zijn daar geboren, zijn daar opgegroeid, het is hun gemeenschap. Het leven in de
favelas is niet per definitie iets slechts, en er staan niet alleen krotten.
Maar er moet ook nog heel veel gebeuren. Sinds Lula en zijn opvolgster Dilma
Rousseff zijn al veel dingen verbeterd, maar het ontbreekt in de favelas nog
steeds aan elementaire zaken: aan scholen, aan bestrating, etcetera. Dingen
veranderen, maar er zijn belemmeringen van allerlei aard: politiek, economisch,
historisch, sociaal. Brazilië is nog steeds een maatschappij waarin de
ongelijkheid groot is. Het is hoe dan ook een complex vraagstuk en Brazilië is
een complex land, met bijna 200 miljoen mensen en zoveel verschillende culturen
, het is niet zomaar uit te leggen.’
Onder de noemer Cinema Do Brasil besteedt IDFA aandacht aan de ontwikkeling van de Braziliaanse documentaire in het afgelopen decennium. Van de Nederlands-Braziliaanse filmmaakster Maria Ramos (Brasília 1964) worden Justice en Behave vertoond, waarin zij jonge verdachten bij hun gang door het Braziliaanse rechtssysteem volgt.
Justica
In Justice en Behave zijn de verdachten afkomstig uit de favelas, ongelijkheid lijkt een belangrijk thema. Waarom bent u die films gaan maken?
‘Na mijn eerste film Brasília, een dag in februari uit 1997 was ik lang in het buitenland. De behoefte groeide om terug te gaan en uit te vinden wat er nu precies was tussen Brazilië en mijzelf. Ik wilde een portret maken van de Braziliaanse maatschappij – hoe mensen met elkaar omgaan, hoe maatschappij en familie beïnvloeden wie je bent. Een vriendin in Brazilië maakte mij attent op die rechtbanken. Ik heb toen een week lang hoorzittingen bijgewoond en besefte dat ik buiten die hoorzittingen niets hoefde te laten zien om de film te maken. Want heel Brazilië was in die hoorzittingen vertegenwoordigd, bevond zich in dat theatre of justice: de intellectuele elite in de vorm van de rechter, de middenklasse in de vorm van de advocate en de ambtenaren, en dan nog de arme als de verdachte. Justice gaat eigenlijk helemaal niet over het justitieel systeem . Justice is een portret van de maatschappij.’
Bent u door die film naar uw gevoel ook onderdeel gaan uitmaken van zoiets als een Braziliaanse filmcultuur?
‘Ik ben Braziliaans, ik ben in Brazilië geboren, mijn ouders zijn Braziliaans. Maar ik woon nu al twintig jaar in Nederland. Ik ben aan de Nederlandse Filmacademie afgestudeerd en ben beïnvloed door de Nederlandse filmcultuur – als filmmaakster ben ik in Nederland opgegroeid. Toen mijn eerste documentaires in Brazilië uitkwamen, werden ze als heel erg Europees beschouwd. Ze waren gebaseerd op observaties en interviews ontbraken, terwijl het gebruik van interviews in Braziliaanse documentaires tot dat moment als vanzelfsprekend gold. Mijn films waren nadrukkelijk geconstrueerd. De vorm moest tot reflectie oproepen. En ook dat formele aspect was in Brazilië niet gebruikelijk. Maar dat betekende niet dat mijn films niet succesvol waren. Inmiddels zijn Behave en Justice onderdeel gaan vormen van de Braziliaanse cinema. En de laatste jaren is er wat dat betreft trouwens ook veel veranderd in Brazilië. Er zijn nu veel regisseurs die op zoek gaan naar andere vormen. Op het IDFA zijn de film van Cao Guimaraês en de films van João Moreira Salles daar goede voorbeelden van.’
In uw films krijgt het geweld eigenlijk geen gezicht, terwijl in andere films waar de favelas een rol spelen, zoals het ook op het IDFA vertoonde Bus 174 van José Padilha, het geweld door alles heen zindert.
‘In Behave is het geweld wel aanwezig, maar impliciet. Het publiek ervaart geweld als het ziet hoe de minderjarigen in de detentiecentra worden behandeld. Het ervaart geweld als het beseft dat deze maatschappij de jongeren het recht ontzegt op een goede scholing en werk. Dat impliciete geweld in mijn films is ook geen entertainment, maar juist ongemakkelijk, confronterend . In de hoorzittingen zie je de sociale ongelijkheid; dat er een enorme kloof bestaat tussen de vertegenwoordigers van de wet en de verdachten, en dat communicatie tussen die groepen onmogelijk is. Die ongelijkheid en miscommunicatie lokken geweld uit.’
Behave
In Justice en Behave volgen we jonge verdachten tijdens de hoorzitting, als ze
naar de overvolle gevangenis gaan. We horen verhalen over gebroken gezinnen,
zien waar de verdachten vandaan komen. Tegelijk voert u de rechters en de
advocaten op in hun opgeruimde huizen, hun complete gezinnetjes comfortabel
bijeen. Toch lijkt dit diezelfde rechters en aanklagers en advocaten in uw films
nog niet tot daders te maken. Ook zij twijfelen, lijken geen andere keuze te
hebben dan er het beste van te maken. Uiteindelijk zijn zij ook maar mensen die
in een systeem werken, die gevangen zitten?
‘Dat was precies de
bedoeling. Ik wilde laten zien dat iedereen tegenover dat systeem machteloosheid
ervaart. Uiteindelijk is de maatschappij zelf verantwoordelijk, die stelt
grenzen, bepaalt wat we accepteren of niet.’
Vormen uw films in
die zin een aanklacht?
‘Ik weet het niet. Daar hou ik niet zo van.
Je kunt de films zo interpreteren, maar het is niet mijn bedoeling. Ik wil dat
mijn films tot reflectie oproepen. De films zijn ook gemaakt om die jonge
criminelen een gezicht te geven, menselijke wezens van ze te maken, om een
andere werkelijkheid te laten zien. Natuurlijk vind ik dat systeem pervers, maar
het publiek moet zelf tot die conclusie komen.’
Justice **** BRA/
NL 2004, 100 min . Maria Ramos
Behave **** BRA 2008, 90 min . Maria Ramos
Bus 174 **** BRA 2002, 150 min . José Padilha
Drifter *** BRA
2007, 72 min . Cao Guimaraês