In de sf-komedie Paul reizen twee Britse sf-fanaten per camper door de VS om alle plaatsen te bezoeken waar aliens zijn gesignaleerd. Simon Pegg, Nick Frost en regisseur Greg Mottola over hun film.

Pegg & Frost
Tijdens de tv-junkets voor de sf-komedie Paul wordt snel duidelijk wie van Simon Pegg en Nick Frost naar de universiteit is geweest.
Op een gegeven moment zegt namelijk Pegg tegen Frost: ‘..en natuurlijk is het ook belangrijk om te beseffen wie van ons wie is in de hegeliaanse dialectiek. Ben ik, bijvoorbeeld, these en jij antithese?’
Frost: ‘Eehh… ja, antithese.’
Pegg: ‘Maar uiteindelijk is Paul, de film, de synthese. En dat is tenslotte de reden waarom we vandaag allemaal hier zijn. Toch?’ (korte stilte)



De kleine, cerebrale Pegg (1970) en de grote, impulsieve Frost (1972) zijn een opvallend duo. Ze zijn al jaren goede vrienden, voordat ze in 2004 wereldwijd doorbreken met de romantische zombiekomedie Shaun of the Dead. In 2007 volgt de politiekomedie Hot Fuzz, en nu dan de sf-komedie Paul.
Over twee Britse sf-fanaten ( Pegg en Frost) die naar Amerika zijn gereisd om in een camper alle plaatsen te bezoeken waar aliens zijn gezien. Al bij de eerste stop krijgen ze bezoek van een echte alien, Paul genaamd, die tientallen jaren op aarde gevangen werd gehouden door de fbi, maar wist te ontsnappen.

De twee slaan met Paul op de vlucht en worden later bijgestaan door Ruth, een rabiate creationiste met een hilarisch T-shirt waarop te zien is hoe God Darwin doodschiet. Met als bijschrift: Evolve this! De ontmoeting met de alien haalt haar zekerheden onderuit, en de vraag is of Religieus Rechts in Amerika dat leuk zal vinden.

Frost: ‘Maar wat vinden ze leuk?’
Pegg: ‘Ze hebben zelfs moeite met Harry Potter.’
Frost: ‘Eeeh... Ik heb ook moeite met Harry Potter.’
Pegg (gaat onverstoorbaar verder): ‘Tsja, er zit een alien in Paul. En elke film met een alien spreekt de doctrine van de creationisten al tegen. Want in de Bijbel staat niets over aliens. Of over andere beschavingen. En die moeten er wel zijn. Er zijn biljoenen sterren, en de kans dat er intelligent leven op een van die sterren is, is groter dan dat dat niet zo is. En dan werpt zich de vraag op, waarom staat daar niets over in Bijbel? Wist de alwetende God daar dan niets van?’

In Paul zitten ook opvallend veel gay-grappen. De twee bestrijden dat, en willen voorbeelden. Ik wijs onder andere op de referenties aan de ‘anal probes’, een vreemd gebruik waar veel mensen die beweren dat ze door aliens zijn ontvoerd aan onderworpen zouden zijn geweest.

Pegg : ‘Daar heb ik nog wel een theorie over. Volgens mij gebruiken veel mensen die ontmoeting met de aliens als excuus. Want het is veel makkelijker te accepteren dat je bent ontvoerd door aliens, dan dat je bent verkracht door je oom. Ik denk dat veel van die ontvoeringsverhalen verwrongen herinneringen zijn aan misbruik thuis.
[tegen mij:] Wat zie je bleek. Komen er herinneringen boven?’

Mottola
Omdat hun goede vriend Edgar Wright (de regisseur van Shaun of the Dead en Hot Fuzz) druk bezig was met Scott Pilgrim vs. the World, vroegen Pegg en Frost of de Amerikaan Greg Mottola (1964), de maker van onder andere Superbad, Paul wilde regisseren.

Waarom zei u ja?
Mottola: ‘Kijk, als je mij naar mijn favoriete filmmakers zou vragen zou ik iemand als Woody Allen noemen. Ik hou meer van realistische komedies, maar Allen maakte ook Sleeper . Plus: toen ik opgroeide waren de films waar Paul aan refereert heel belangrijk voor mij. Ik was zeven toen mijn ouders me meenamen naar 2001: A Space Odyssey. Zij vielen in slaap, maar de film veranderde mijn leven.’

Als zevenjarige?

‘Ja, ik heb er zo’n beetje mijn hele jeugd over nagedacht. En toen ik twaalf was zag ik Star Wars. Een ideale leeftijd om die film te zien. Ik was een geek toen ik jong was. Verzamelde comics, las sf-romans, maar ik had nooit gedacht dat ik ooit nog eens een sf-film zou maken.’


In de film wordt religie stevig aangepakt. Hoe verwacht u dat de film in Amerika zal vallen?
‘Ik ben heel benieuwd of er mensen voor de bioscoop zullen gaan demonstreren. Volgens mij scheelt het dat een alien al die dingen over het geloof zegt, en niet een mens. De film is overigens niet bedoeld als kritiek op mensen die geloven. Meer op mensen die zich niet meer open kunnen stellen voor anderen. Paul is heel open , hij is een beetje een agnostische alien.’

Hij is bijna een mens...

‘Jazeker. Zo zag ik hem ook. En zo stond hij ook al in het script. De uitdaging voor mij was om dat ook op het scherm te krijgen.’

Een van de beste zinnen in de film is als iemand aan Paul vraagt: ‘Ben je een alien?’ En hij zegt: ‘Voor jou wel.’
‘Precies. Een alien is de ultieme ander. Hij is exotisch, intrigerend maar ook een beetje eng. Ze lijken wat dat betreft op mensen uit andere landen. Met andere huidskleuren.’

Dus dit is eigenlijk een politieke film?
‘Ik denk dat Pegg en Frost onder alle gekkigheid ook iets serieus hebben willen zeggen. Dat je moet zijn wie je bent, en daar geen excuus voor hoeft te maken.’