Code Blue was de enige Nederlandse film die dit jaar geselecteerd werd voor
Cannes. Even leek het er zelfs op dat de tweede film van Urszula Antoniak (1968
), de opvolger van het veelbekroonde
Nothing Personal, als eerste Nederlandse film in ruim dertig jaar zou
draaien in het hoofdprogramma van Cannes. Dat werd uiteindelijk de Quinzaine des
Realisateurs, een prestigieus bijprogramma voor eigenzinnige films.
Eigenzinnig is Code Blue zeker. De film volgt verpleegster Marian, die werkt op
een afdeling voor terminale patiënten. Marian is een vrouw die iedere vorm van
intimiteit mijdt. Ze leeft voor haar patiënten, die ze regelmatig een handje
helpt als het sterven niet snel genoeg gaat.
Code Blue, de opvolger van het veelbekroonde Nothing Personal, draaide in Cannes in een prestigieus bijprogramma voor eigenzinnige films. Urszula Antoniak: ‘Ik wilde voor mijn tweede film de lat hoger leggen.’
Als ze op een avond vanuit haar flat een verkrachting ziet en ontdekt dat ook een andere bewoner van de flat die verkrachting heeft gezien, voelt ze voor het eerst dat ze iets met iemand anders deelt en lijkt het alsof intimiteit toch mogelijk is.
Het is alweer een paar maanden na de wereldpremière in Cannes als ik Antoniak vraag naar haar ervaringen daar. ‘Cannes is voor mij extremiteit. De reacties van het publiek zijn extreem, de sfeer, de prijzen. Alles.’
U kondigde na het enorme succes van Nothing Personal, onder andere vier Gouden Kalveren in 2009, aan dat uw volgende film in Cannes zou draaien, terwijl er maar heel weinig Nederlandse films naar Cannes gaan. Waarom legde u zichzelf die druk op?
‘Elke filmmaker zou die aspiratie moeten hebben. Cannes is een plek waar kwaliteit herkend wordt, dus moet je naar Cannes. Ik wilde voor mijn tweede film geen compromissen sluiten. Toen ik met Nothing Personal bezig was, begreep ik wel dat dat een populaire film zou kunnen worden. Een film over liefde, met een prachtige actrice, mooie landschappen. Het is het soort lyrische arthouse-film dat erg geliefd is bij het publiek. Ik wilde voor mijn tweede film de lat hoger leggen. Want je hebt ook nog een tweede soort arthouse-films. Compromisloze films die het publiek uitdagen. Het publiek in Frankrijk kan een film als Code Blue wel aan. Daar wordt na de voorstelling over een film gesproken. Er ontstaat discours. Daarom gaan Fransen ook naar de bioscoop. Om na afloop te kunnen discussiëren.'
In Nederland niet?
‘In Nederland heb ik soms het gevoel dat ze liever kant-en-klare antwoorden willen aan het einde van een film. Zodat ze weten waar de film over ging en met een goed gevoel naar huis kunnen. Ik vraag me af of je überhaupt een film kan maken over de dood waarover je je achteraf goed voelt. En toch worden er genoeg films gemaakt waarin dat van je gevraagd wordt. Neem een film als Komt een vrouw bij de dokter. Aan het eind pinkt hij een traantje weg als zijn vrouw is overleden en dan is alles blijkbaar opgelost.’
Komt een vrouw bij de dokter ging toch over overspel…
'De dood speelt daar wel degelijk een belangrijke rol in, of zou die moeten spelen. Maar Carice van Houten werd mooier en mooier. De manier waarop de dood in die film gepresenteerd wordt, vind ik bijna pornografisch. Want zo gaat het niet, dat weet iedereen die de dood van dichtbij heeft meegemaakt. Die de aftakeling van het lichaam heeft gezien. Dat is niet prettig om naar te kijken. Dat is schokkend, tragisch. Dat heb ik zelf meegemaakt toen mijn vriend Jacek Lenartowicz in 2004 overleed aan een hersentumor.’
Code Blue is gebaseerd op een verhaal van Jacek. Was dat verhaal vanuit de vrouw geschreven of vanuit de man, die de verkrachting ook ziet?
‘De vrouw. Waarom?’
Dat vind ik opvallend, want ik denk dat als een man deze film had geregisseerd, hij er ongenadig van langs zou hebben gekregen. Vooral vanwege de scène waarin Marian naar de plek van de verkrachting gaat, daar een vol condoom opraapt en terug in huis het sperma van de verkrachter over haar been smeert.
‘ Dat was juist een heel tedere scène! Ik snap dat voor sommigen hier de drempel van de goede smaak wordt overschreden. Maar dat is toch niet negatief? Bovendien vind ik dat je alles mag als filmmaker.’
Dat vind ik ook, en negatief is het ook niet per se. Maar toch wel schokkend hoe
eenzaam je moet zijn dat je het sperma van een verkrachter nodig hebt om iets
te kunnen voelen…
‘Misschien is het geen eenzaamheid, misschien is
het nieuwsgierigheid, opwinding, misschien is het white magic, dat ze denkt dat
ze daarmee alles wat ze heeft gezien teniet kan doen. Eenzame mensen zijn er
genoeg in films. Maar eenzaamheid is op zich nog geen motivatie om iets te doen
. Het is een condition humaine. Een staat waar ze zelf voor gekozen heeft.’
Het had dus best door een man geregisseerd kunnen worden?
‘Ja, maar
dan zou de film wel een andere toon hebben gehad. Neem de verkrachtingsscène. Ik
had prachtig materiaal, waar ik met gemak een scène van vijf minuten van had
kunnen maken.’
Net als de beruchte verkrachting in Gaspar Noé’s
Irréversible.
‘Ja, maar ik heb bewust gekozen voor een scène die
nog niet eens een minuut duurt.’
En nog steeds heel schokkend
is.
‘Dat ontdekte ik tijdens de montage. Dat hoe langer je naar een
verkrachtingsscène kijkt, hoe minder effect het heeft. Na een minuut of twee
denk je: oké, ze doen het. De schokreactie verandert in een ervaring van kijken
. Er ontstaat afstand. Dat wil overigens niet zeggen dat de verkrachting in
Irréversible mij niets doet.’
Want die duurt juist erg lang.
‘Tien minuten. Maar daar zit het schokkende juist in de lengte. Die tien
minuten zijn zo over the top, dat je het bijna fysiek voelt. Die scène is
slopend.’ Waarom koos u de Belgische actrice Bien de Moor voor Marian?
‘
Vanwege haar charisma. Net als Lotte Verbeek destijds voor Nothing Personal. Ik
zag Bien en het was net als in Mulholland Drive: “This is the girl”. Niet: dit
is een actrice en zij kan de rol spelen, nee, toen ik haar zag wist ik: dit is
een personage in mijn film.’
Zei ze ook meteen ja?
‘
Ja. Ze had het scenario gelezen, net als andere actrices die de rol wilden
spelen, en ze vond het personage heel goed. Uitdagend en diep. En ze houdt wel
van risico’s. Net als Lars Eidinger, die de man speelt.’
Een
Belgische actrice, een Duitse acteur… De Nederlandse acteurs waren niet goed
genoeg?
(glimlacht) ‘Laten we zeggen dat ik voor de besten heb
gekozen.’