‘Bijna perfect!?’ Dat is de geschrokken reactie van Danny Boyle als ik hem in
Londen spreek over 127 Hours en bedank voor een bijna perfecte film. Een
perfecte film bestaat immers niet, of zou niet moeten bestaan, maar het is aan
Boyle (Oscarwinnaar in 2009 voor
Slumdog Millionaire) te zien dat hij dacht dat hij met 127 Hours daar toch
wel erg dichtbij was gekomen. En dat is ook zo.
Bergbeklimmer Aron Ralston kwam tijdens een van zijn solotochten vast te zitten in een rotsspleet, 127 uur lang. Danny ‘Slumdog Millionaire’ Boyle maakte er een film over.
Danny Boyle op de set van 127 Hours
De film vertelt het verhaal van een bergbeklimmer, Aron Ralston, die tijdens een van zijn solotochten vast komt te zitten in een rotsspleet, en daar uiteindelijk 127 uur zal vastzitten voordat hij zichzelf met een bot zakmes bevrijdt. Het is een waargebeurd verhaal, waarover Ralston zelf in 2004 een boek schreef met de toepasselijke titel Between a Rock and a Hard Place.
Waarom heeft u van dit waargebeurde verhaal fictie gemaakt?
‘Ik denk dat je dichter bij de waarheid van die gebeurtenis kan komen in een fictiefilm, met iemand die Aron speelt, dan bijvoorbeeld in een documentaire, of wanneer Aron zelf de hoofdrol had gespeeld. Ieder mens heeft namelijk een soort ingebouwde bullshit detector. Je ziet meteen of iets echt is of niet. James Franco [die in de film Aron Ralston speelt] geloof je meteen.
Draai het maar eens om. Als niet James maar Aron in de film had gespeeld, dan werkt de film niet meer. Je kijkt er naar en de hele tijd slaat je bullshit detector uit: hier klopt iets niet. Omdat Aron als acteur niet goed genoeg is, ook al heeft hij het allemaal zelf meegemaakt.’
Wat trok u aan in zijn verhaal?
‘De kracht van wat hij heeft meegemaakt. Veel mensen kunnen het zich vast nog herinneren, omdat het in 2003 even voorpaginanieuws was. Een beetje als nu met de Chileense mijnwerkers [ik spreek Boyle eind oktober 2010]. Mensen zullen zich dat nog heel lang herinneren.
Wat ik zo mooi vind in Arons boek is dat hij daarin min of meer de mythe van wat er toen gebeurde heeft ontkracht. Het lijkt alsof we het hebben over de mythe van de Amerikaanse Droom, de superheld die de wildernis verovert, de perfecte mens, maar daar ging dat boek niet over. Hij begon wel min of meer als de perfecte mens aan zijn avontuur, maar dat is niet wat hem er doorheen heeft gesleept. Wat hem er uiteindelijk doorheen heeft geholpen, is dat hij zich realiseerde dat hij mensen nodig heeft, dezelfde mensen die hij voor zijn avontuur de rug had toegekeerd. Hij dacht dat hij het allemaal wel alleen kon. Nou niet dus, want zonder de herinnering aan de mensen die hij liefhad, had hij het niet gered.
Neem zijn ouders. In de film zien we een briefje, en dat hebben we letterlijk overgenomen uit het boek, waarop hij had geschreven: “Pa en Ma, ik weet dat ik jullie niet voldoende heb gewaardeerd. Niet op een manier waarop ik weet dat ik jullie had moeten waarderen.”
En dan wordt hij door zijn familie en vrienden bezocht in de rotsspleet. En door zijn vriendin, die hij zo aan het lijntje gehouden heeft. Dan pas beseft hij hoe belangrijk ze voor hem zijn. Want wat is een superheld zonder andere mensen? Niets! Dat is een belangrijke les die iedereen moet leren. Aron was 27 jaar toen hij vast kwam te zitten, en hij heeft die les daar toen geleerd.’
Stond dat in zijn boek, of heeft u dat toegevoegd?
‘Allebei een beetje. Je kunt het wel tussen de regels door lezen. Ik heb het er een beetje uitgetild, omdat dat de reden was waarom ik zijn boek wilde verfilmen. En er zit nog iets anders in, wat je ook kan terugvinden in de film. Dat Aron in feite zijn hele leven heeft gewacht op dat rotsblok. Op die allesbepalende confrontatie. Aron was het er ook mee eens. Dat dat de essentie van zijn boek was.
En dat is het voordeel van een fictiefilm, dat je die vluchtige momenten van waarheid en inzicht kan uitvergroten, zonder dat je je laat begraven onder de feiten. En let wel, we zijn in de film toch heel dicht bij die feiten gebleven. James kreeg in de film precies de zelfde dingen die ook Aron had. Precies evenveel water, de zelfde werktuigen. James heeft in de film geen enkel voordeel ten opzichte van Aron. James moest door precies de zelfde ervaringen als Aron.’
U heeft drugsverslaving verleidelijk gemaakt in Trainspotting, de verwoestende kracht van de zon sexy in Sunshine, armoede aantrekkelijk in Slumdog Millionaire, en nu pijn en lijden in 127 Hours. Waarom maakt u de dingen mooier dan ze in werkelijkheid zijn?
‘Omdat ik cinema gebruik als een verleider. Ik wil dat je een verhaal meemaakt alsof je er zelf aan deelneemt. Ik hou erg van het onderdompelende effect van film. Neem Trainspotting. Ik heb zoveel films gezien over drugs die moralistisch zijn. Films met een boodschap: pas op, drugs zijn slecht voor je! Natuurlijk, dat is ook zo, maar ik wilde in Trainspotting laten zien hoe de jongens de drugs beleven. Het is een verschrikkelijke verslaving, maar ze zijn er ook verliefd op . Echt verliefd.
En dat geldt ook voor Aron. Hij is constant op zoek naar nieuwe ervaringen. Als wij naar de rand van een afgrond lopen en naar beneden kijken schrikken we ons rot en doen snel een stapje naar achteren, maar Aron zet dan juist nog een stapje naar voren.
In zijn boek
beschrijft hij twee gevallen waarin het al eerder bijna mis ging. Hij is een
keer aan de dood ontsnapt toen hij bijna van een berg afviel, en hij is een keer
tijdens een skitocht onverantwoord buiten de piste gaan skiën waardoor hij een
lawine veroorzaakte, waarbij bijna twee goede vrienden waren omgekomen. En over
die laatste tocht zegt hij in het boek, ergens in een bijzinnetje, dat die
vrienden nog steeds niet met hem praten. Dan denk je toch: wwoohh! Zoiets grijpt
me naar de strot als ik dat lees. En dat gevoel moest ook in de film komen.’