Meer dan twintig jaar zochten filmmaker
Wim Wenders (1945) en choreografe Pina Bausch (1940-2009) naar een manier
waarop ze haar revolutionaire danstheater op film konden vastleggen. Maar de
techniek bleek ontoereikend. Tot de komst van 3D. Maar toen in 2009 eindelijk de
opnamen van start zouden gaan stierf Bausch onverwacht. De film kwam er toch,
getiteld: Pina.
Dankzij de komst van 3D kon Wim Wenders eindelijk zijn film over choreografe Pina Bausch maken.
Wim Wenders op de set van Pina
In een chic Brussels hotel vertelt Wenders, een grote man met een wilde, grijze
haardos en blauwe bril, dat zijn oorspronkelijke plan was om te laten zien hoe
Pina Bausch met haar dansers werkt. ‘Ik wilde vooral inzoomen op haar blik. Hoe
ze naar haar dansers keek. Door haar plotselinge dood hebben we dat moeten
omdraaien. In de film zien en horen we nu hoe haar dansers altijd naar haar
hebben gekeken.’
U zag voor het eerst een stuk van haar in 1985
. Ik las dat u toen moest huilen. Weet u nog waarom?
‘Jazeker. Dat
was in Venetië. Bij het stuk Café Müller. En ik wilde daar helemaal niet heen.
Ik wilde Venetië in, langs de kanalen wandelen. Maar ik moest mee naar dat
dansstuk en toen gebeurde er iets heel bijzonders. Het stuk sprak me aan op een
manier die ik niet voor mogelijk had gehouden. Die zes dansers in het stuk
wisten me echt te raken.’
Waar?
‘Fysiek en in mijn
hart. Het was geen esthetische ervaring, het ging over leven en dood, over
liefde en verwijdering. En over verlangen. Op een manier die ik nog niet kende.
Zonder woorden. Drie mannen en drie vrouwen lieten mij dingen zien over de
liefde die ik wel kende uit mijn eigen leven, maar nog nooit had gezien in een
film of toneelstuk. Na tien minuten begon ik te huilen en ik ben de hele
voorstelling niet meer gestopt. En ik had nog nooit gehuild in een theater.
Uiteindelijk ben ik de hele week in Venetië gebleven, waar toen een
retrospectief van Pina aan de gang was, en ik heb alles gezien van haar wat ik
maar kon zien. Ik heb later ook veel over haar gelezen en met haar gesproken en
toen pas begon ik te begrijpen waarom ik zo geroerd was.
Pina werkte op
een heel andere manier met haar dansers dan de choreografen voor haar. Ze
vertelde haar dansers niet waar ze moesten staan en hoe ze moesten bewegen, ze
stelde hun vragen. Soms stelde ze weken-, maandenlang vragen over het stuk dat
ze gingen dansen. Heel persoonlijke, intieme vragen. Die ze niet mochten
beantwoorden met woorden, maar moesten beantwoorden met hun lichaam. Met
geïmproviseerde bewegingen. Zo leerden ze praten met hun lichaam. En daardoor
kwam het bij mij op een heel andere manier binnen. Ik snapte toen dat ik een
analfabeet was waar het mijn eigen lichaam betrof. En dat is een pijnlijke
constatering voor een filmmaker, want wij zeggen de acteurs de hele tijd hoe ze
moeten bewegen, wat ze moeten doen. Ik wist ook wel dat je in je bewegingen je
gevoelens laat zien, maar door Pina begreep ik dat ik eigenlijk nog niets wist.
Dat ik nog op de kleuterschool zat.’
En, snapt u het nu?
‘Weet je, als filmmaker heb je zoveel middelen tot je beschikking. Je hebt het
verhaal, licht, geluid, locaties, zoveel zaken die de psychologie van een
personage bepalen. Je kan niet uitsluitend inzoomen op de lichaamstaal, zoals
Pina deed. Zij haalde alles weg, behalve die lichaamstaal.’
En
toch probeerde u juist die lichaamstaal te vangen in uw documentaire…
‘Aanvankelijk wist ik ook niet hoe. In de jaren zeventig waren al eens wat
stukken van Pina voor televisie opgenomen, maar daar was ze niet gelukkig over.
Ze zei: “Wim, er ontbreekt iets, maar ik weet niet wat.” En ik wist het ook niet
.
Pina bleef pushen, twintig jaar lang, want ze wilde dat haar stukken
werden vastgelegd. Want met danstheater is het zo dat stukken verdwijnen als ze
niet worden opgevoerd. Dan is het net alsof ze nooit bestaan hebben. Pina hield
ze zelf al die tijd levend, door ze te blijven opvoeren, maar dat is zwaar werk
. Ze wilde van mij dat ik ze voor haar zou bewaren, maar ik wist niet hoe!’
Heeft u de klassieke dansfilms bekeken?
‘Allemaal. En in sommige
dansfilms valt de onzichtbare muur tussen dansers en publiek inderdaad weg.
Vooral in Amerikaanse musicals. Neem
Singin’ in the Rain, daar is het dansen prachtig. Maar dat komt omdat er een
verhaal is, dans is onderdeel van de plot. Maar pure dansfilms? Ik heb er niet
een gezien die door die onzichtbare muur heen kon breken. Uiteindelijk vond ik
het antwoord op een plek waar ik nog niet had gekeken. In de moderne technologie
, in digitale 3D. Het platte scherm kreeg een derde dimensie. De muur was
doorbroken, eindelijk was er ruimte.
En toen viel alles op zijn plek. Het
missende element was ruimte. Een essentieel element voor dansers, want elke
beweging is een herontdekking van ruimte. De eerste keer dat ik 3D zag was in
2007 in de muziekfilm U2 3D. Gelijk na de voorstelling belde ik Pina en vertelde
haar dat ik eindelijk wist hoe we het moesten aanpakken.’
Kan
3D emoties vergroten?
‘Het vergroot zeker hoe je de aanwezigheid van
een personage voelt. Mensen hebben een aura, een volume. Als filmmaker kan je
met 3D je publiek op een heel andere manier confronteren met je personages. Dan
heb ik het niet over actiefilms, want daarin gaat het altijd over plot.
Bovendien zijn die films zo snel gemonteerd dat het hele effect van 3D wegvalt.
Probeer je de ruimte even vast te pakken en dan is ie alweer weg.’
Ik sprak vorig jaar een van de regisseurs van de 3D-animatiefilm
Despicable Me en die vond 3D maar een gimmick. Zwaar overgewaardeerd, omdat
er nog zoveel technische beperkingen zijn. Wat vindt u daarvan?
‘Ik
zou eerder het tegenovergestelde zeggen: 3D wordt zwaar ondergewaardeerd. Want
tot dusver hebben de grote Hollywoodstudio’s 3D alleen nog maar gebruikt als
attractie, niet als filmtaal. Ik denk dat er een nieuwe generatie van filmmakers
zal opstaan, onafhankelijke filmmakers, filmauteurs die zullen ontdekken hoe je
3D kan inzetten, hoe je verder kan gaan dan 3D alleen als attractie te
gebruiken.’
Is
James Cameron, de regisseur van 3D-sensatie
Avatar, niet ook een auteur?
‘O zeker. Hij is de uitzondering.
En hij heeft zijn collega’s uitgedaagd door te zeggen: “Ik weet dat ik de lat
met Avatar behoorlijk hoog heb gelegd, maar waarom rennen jullie er allemaal
onderdoor? Waarom is er niet een die een poging doet er overheen te springen.”
En hij heeft gelijk: Niemand durft er overheen te springen.’