Grote winnaar van het afgelopen filmfestival van Berlijn was de Iraanse film A Separation. Er waren beeldjes voor de film en voor beide hoofdrolspelers. Opvallend genoeg niet voor regisseur Asghar Farhadi, terwijl hij toch verantwoordelijk was voor die beste film en de – inderdaad – uitstekende vertolkingen van zijn acteurs.
Beste regisseur in Berlijn was de Duitser Ulrich Kohler – thuisvoordeel? – die werd beloond voor Schlafkrankheit, een intrigerende film met een sterke hoofdrol van Pierre Bokma. Het blijven appels en peren, maar waar Schlafkrankheit soms rommelig en onevenwichtig is, is A Separation overduidelijk het werk van een meester. Onontkoombaar, intelligent en aangrijpend.
De film gaat over het ongelukkig getrouwde stel Nader en Simin. De werkende, hoog opgeleide Simin wil weg uit Iran, om elders een nieuw leven te beginnen. Nader wil blijven om voor zijn dementerende vader te zorgen. Daarom wil Simin scheiden, en inzet van de scheiding is de voogdij over de elfjarige dochter Termeh. Nadat Simin het huis heeft verlaten om bij haar moeder te gaan wonen, begint de ellende. Er komt iemand het huis schoonmaken, er is een ongeluk, er zijn misverstanden, en we zitten vrijwel de rest van de film bij de familierechter. Bij wie iedereen wanhopig zijn of haar gelijk probeert te halen.
Gouden Beer-winnaar in Berlijn was het meesterlijke echtscheidingsdrama A Separation van de Iraanse regisseur Asghar Farhadi.
‘De film is niet autobiografisch,’ vertelt Farhadi een paar maanden na Berlijn in een hotel in Brussel, ‘maar wel beïnvloed door persoonlijke ervaringen. De relatie van Nader met zijn dochter lijkt heel erg op die van mij met mijn dochter [Termeh wordt gespeeld door Sarina Farhadi, de dochter van de regisseur –red]. En ook de zorg voor een dementerende oude man ken ik van dichtbij. Ik had een opa met alzheimer .’
Was u ook bekend met de familierechtbank?
‘Niet voordat ik aan de film begon. Maar ik ben er daarna zo vaak naartoe geweest dat ik het wel heel goed leerde kennen. Op een gegeven moment ging ik er elke dag naartoe. Sommige vrienden dachten al dat ik zelf ging scheiden, haha. Maar niemand durfde het te vragen.’
Kun je zomaar naar binnenstappen bij die rechtszaken?
‘Ik ging vaak gewoon naar binnen zonder te vertellen wie ik was. En soms raakte ik bevriend met een rechter, zodat ik bij zijn zaken aanwezig kon zijn en meeluisteren naar alle privézaken waarover de koppels kwamen praten. Ik heb veel gevallen gezien die lijken op die uit de film .’
Ik merkte dat mijn sympathie voor de verschillende personages steeds wisselde.
‘In al mijn films, en ook in mijn theaterstukken, heb ik nog nooit één eenduidig personage gehad. Je kunt zeggen dat in klassieke tragedies de strijd gaat tussen goed en kwaad, en in een moderne tragedie tussen goed en goed.’
Denkt u dat er geen slechte mensen zijn?
‘Ik zie geen slechte mensen. Het is niet hun schuld dat ze slechte dingen doen , maar van de maatschappij en van de omstandigheden.’
Ik hoop dat u gelijk heeft.
‘U bent daar niet zeker van?’
Nee, want als er zoiets als goed bestaat, zou er – per definitie – ook zoiets als slecht moeten bestaan.
‘Als je beter kijkt naar zogenaamd slechte mensen en hun geschiedenis bestudeert, dan snap je beter waarom ze slechte dingen doen. Ik wil niet beweren dat mensen geen rol spelen in goed en kwaad, maar wil alleen maar zeggen dat de omstandigheden zwaar wegen.’
Inderdaad, maar je hebt in Iran mensen als u, die dergelijke films maken, en mensen – laten we ze maar religieus rechts noemen – die ze verbieden.
‘Ja, maar als die mensen in mijn familie waren geboren, hadden ze wellicht ook dergelijke films gemaakt. Het heeft alles te maken met waar je vandaan komt.’
U heeft publiekelijk uw steun uitgesproken voor uw door het regime gevangen gezette collega Jafar Panahi en werd prompt in de ban gedaan.
‘Ik praat meestal niet zoveel, en ook toen sprak ik maar een seconde of veertig, maar dat was genoeg. Ineens mocht ik mijn film niet meer maken. Gelukkig kreeg ik steun van veel filmmakers en is alles uiteindelijk goed gekomen.’
Ik las dat u later heeft gezegd dat u verkeerd begrepen was. Maar ze begrepen u toch heel goed. U nam het op voor een filmmaker die zij als vijand van de staat beschouwen.
‘Ik denk dat er iets heel anders speelde. Volgens mij hadden de machthebbers onderling ruzie en probeerden ze dat over onze hoofden uit te vechten.’
Nader is in de film te trots om zijn ongelijk te bekennen, en ik dacht even dat u onder druk van de Iraanse regering iets tegen uw zin heeft moeten terugnemen om uw film gemaakt te krijgen …
‘Nee, ik heb niets teruggenomen van wat ik zei. Ik heb ze nog eens uitgelegd dat hij mijn collega was, en dat ik vind dat hij gewoon films in Iran zou moeten kunnen maken. Kijk, Panahi is wel politiek actief, maar mij gaat het niet om de politiek, maar om films maken.’
Kun je überhaupt een film maken in Iran die niet politiek is?
'Elke film die je in Iran maakt heeft inderdaad een politieke kant. Je kunt ze niet scheiden.’
Is dat artistiek gezien een goede of een slechte zaak?
‘Beide, maar bovenal gevaarlijk. Als je teveel de nadruk legt op het politieke aspect ben je ineens een activist en geen kunstenaar meer. Voor mij is cinema het allerbelangrijkste in de wereld. Veel belangrijker dan politiek.’
Zegt u nu dat fictie voor u belangrijker is dan de werkelijkheid?
‘Van het moment dat ik opsta tot het moment dat ik ga slapen, kijk ik naar de wereld als door een camera. En zelfs als ik slaap, droom ik nog vaak over het maken van films. Daarom is cinema voor mij belangrijker geworden dan het echte leven. Dat is natuurlijk niet goed, en mijn dochter klaagt er dan ook wel eens over.’
De film stelt veel ethische vragen, maar geeft geen antwoorden.
‘Volgens mij heeft de wereld vragen nu harder nodig dan antwoorden. Als je een mening verpakt in een film, maak je het je publiek lastig daar zelf over na te denken. Maar als je vragen stelt, dwing je je publiek zelf met antwoorden te komen. En dan heb je miljoenen verschillende antwoorden. En deze miljoenen antwoorden zijn veel beter dan het ene antwoord dat ik had kunnen bedenken. En misschien vindt niet iedereen antwoorden op de vragen, maar het simpele feit dat mensen er over nadenken maakt de wereld al een betere plek.’