We Need To Talk About Kevin van Lynne Ramsay gaat over een getroebleerde moederzoonrelatie. ‘Ik wilde een taboe aanpakken: moederliefde. Wat doe je als die liefde er niet is?’

Lynne Ramsay’s psychologische thriller We Need To Talk About Kevin is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Lionel Shriver uit 2003. Een boek met een fraai what if?-uitgangspunt. Want wat zou je als moeder doen als jouw zoon op school een bloedbad had aangericht? Zou je hem vergeven en nog van hem kunnen houden? Of heb je altijd al iets vreemds vermoed en misschien wel helemaal nooit van hem gehouden?

Ramsay is duidelijk meer geïnteresseerd in die getroebleerde moeder-zoonrelatie dan in de psychologische redenen achter Kevins verschrikkelijke daad. Meer nog dan het boek zoomt de film in op Eva’s uitermate moeizame relatie met Kevin, die haar al vanaf zijn geboorte het leven zuur maakt.

Of lijkt te maken, want we zien de talloze flashbacks door Eva’s ogen. Het zijn haar herinneringen aan Kevin. En – veelbetekenend – het zijn ook haar herinneringen aan een tijd toen Kevin er nog helemaal niet was, toen Eva nog een avontuurlijke en onafhankelijke schrijfster van reisboeken was.

Dat Shrivers boek haar aansprak, zo bekende de 41-jarige Schotse filmmaakster in Cannes, was omdat ze op dat moment zelf overwoog kinderen te nemen. ‘Het gaat mij niet om de vraag waarom hij precies dat bloedbad aanrichtte. Dat is een vraag waar je toch geen antwoord op kan geven. Ik wilde een nog groter taboe aanpakken: moederliefde. Wat doe je als die liefde er niet is? Niet iedere moeder houdt van haar kind. Ik was in mijn puberteit nogal lastig. Toch heb ik die liefde wel altijd gevoeld. Maar ik weet dat mijn moeder grote moeite had met mijn broer, die nog veel lastiger was dan ik. En vrienden van mij, een alleraardigst koppel, werden helemaal gek van hun huilbaby. Ik moest aan hen denken toen ik de scène bedacht waarin Eva met haar kinderwagen naast een drilboor gaat staan. Alles beter dan het gekrijs van Kevin.’

De film had voor Ramsay ook een politieke kant, al zullen maar weinig mensen die eruit halen: ‘Soms zie je als filmmaker dingen die verder niemand ziet. Voor mij kan je Kevin namelijk ook zien als het verwende Westen. Kevin als Amerika. Die steeds meer wil, totdat hij uiteindelijk onhandelbaar is geworden. In het boek zit dat ook, met al die verwijzingen naar Bush. Ik hoop dat het bij mij ietsje subtieler is, maar misschien is het wel te subtiel.’

Zoals in elke film waarin ze speelt, maakt actrice Tilda Swinton ook nu weer grote indruk. Ramsay: ‘Tilda heeft een heel expressief gezicht. Die zou ook zo in een stomme film kunnen spelen. Wat me bij deze film goed uitkwam is dat ze uit een militaire familie komt. We hadden niet veel geld, en zij is het type aanpakken. Een natuurlijke leider. Gelukkig, want bij deze film hadden we geen tijd voor een diva.’

Pushende ouders
Omdat we in de film regelmatig teruggaan in Eva’s herinneringen wordt Kevin gespeeld door drie verschillende jonge acteurs; vier zelfs, als je de baby meerekent. De tienerversie wordt gespeeld door Ezra Miller, die eruit ziet als Damien uit The Omen en zich gedraagt alsof hij Rosemary’s Baby is. Hij is misschien wel de ontdekking van de film, al dacht Ramsay toen ze hem voor het eerst zag niet gelijk: hij moet het worden.‘Ik heb honderden kinderen bekeken en sommigen waren ook heel goed, maar konden niet onder druk presteren. Die castingsessies in Los Angeles waren overigens hilarisch. Ik had daar graag een documentaire over gemaakt. Met al die pushende ouders. Moeders die mij even apart nemen en vragen of er in de film geneukt gaat worden. Of die hun kroost toebijten dat ze beter hun best moeten doen. Ik heb Ezra gekozen, omdat hij tijdens de auditie erg goed was toen hij de laatste scène uit de film moest voorspelen. Ik geloofde wel dat hij de kwaadaardige Kevin kon spelen, maar was benieuwd of hij ook de kwetsbare Kevin aankon. Want kwaadaardig is makkelijk te spelen. Dat kan iedereen. Kwetsbaar is het probleem.’

En, wil Ramsay na het maken van de film nog steeds kinderen? ‘Jazeker. Ik moet alleen even tijd vinden dat in te plannen.’