De langverwachte opvolger van de Rotterdamse publieks lieveling Reprise, van de jonge Noorse filmmaker Joachim Trier, heet Oslo, August 31st.

Op het afgelopen festival van Cannes was nog een andere Trier die van zich deed spreken: Joachim Trier. Zonder voorvoegsel ‘von’ en uiteindelijk geen familie van zijn veel beroemdere Deense collega, al heeft hij dat wel lang gedacht. ‘Mij is altijd verteld dat Lars een verre neef van me was, want dat ‘ von’ heeft hij er zelf tussen gezet. Maar ik hoor nu dat hij een Duitse vader heeft, wat betekent dat we geen familie kunnen zijn.’ De 37-jarige Noorse regisseur presenteerde in Cannes Oslo, August 31st, opvolger van zijn veelbelovende debuutfilm Reprise, een van de publiekslievelingen in Rotterdam in 2007.

Net als Reprise gaat Oslo, August 31st over een jongeman die worstelt met het leven. ‘Maar,’ aldus Trier: ‘Reprise ging meer over psychosen . Dat je 23 bent en droomt over een toekomst maar bang bent dat je niet aan die dromen kan voldoen. Deze film gaat meer over het feit dat je gestopt bent met dromen.’



Degene die in Oslo, August 31st is gestopt met dromen is dertiger Anders. Duidelijk een slimme, hoog opgeleide jongeman, maar met een drugsverleden, jarenlang opgenomen geweest en nu, op 31 augustus, voor het eerst buiten de kliniek. De film volgt Anders die dag tijdens zijn omzwervingen door Oslo. Anders wordt (voortreffelijk) gespeeld door Anders Danielsen Lie, met wie Trier ook al voor Reprise had samengewerkt. Danielsen Lie is geen professionele acteur, hij is net geslaagd voor zijn doktersexamen. Toch wilde Trier per se met hem samenwerken.

‘Op de set van Reprise zijn we vrienden geworden. De rol is met hem in gedachten geschreven . Veel aspecten van Anders zitten in de film. Niet dat hij verslaafd is of zo, maar Anders is op een bepaald niveau heel sterk, en toch kwetsbaar. Dat kon je ook al zien in Reprise. Ik wilde dat hij dat in deze film nog verder zou onderzoeken. En dat heeft hij gedaan. Heel moedig. Het is trouwens heel goed voor de film dat Anders zo sterk is, want anders was hij een slap, willoos slachtoffer geweest, en ik wilde dat hij juist niet het slachtoffer van zijn omgeving zou zijn, maar van zichzelf.’

Trier bleef voor de film dicht bij de wereld die hij kent:
‘Ik ben opgegroeid in Oslo, als kind in een middenklassegezin. Ik had heel verschillende vrienden, die nu advocaat zijn of rockster, maar ook jongens die junks zijn. Heel slimme jongens die niet wisten hoe ze verder moesten. Jongens die ik onderweg ben kwijtgeraakt, en van wie ik me altijd heb afgevraagd hoe het zover met ze heeft kunnen komen.
Een van die vrienden, met wie ik nog geskateboard heb [Trier was nationaal skate -kampioen op zijn 18de, GB], was jaren verslaafd aan de heroïne. Toen ik hem onlangs terugzag was het heel moeilijk om die oude vriendschap weer op te pikken . Hij heeft meegeholpen aan de film, en zo zijn we weer dichter tot elkaar gekomen.
Maar ik wil geen filmmaker zijn die zijn film rechtvaardigt door te wijzen op een werkelijkheid die het publiek toch niet kent. Ik hoop dat de film op eigen benen kan staan.’

Oslo, August 31st *** N 2011, 95 min. Joachim Trier