Thomas Vinterberg, de Deense regisseur van de filmhuis- en festivalhit Festen (1998) is terug. Nadat hij na het onverwacht grote succes van Festen – Vinterberg was 28 toen hij de film maakte – in een diep gat belandde, klauterde hij daar twee jaar geleden met het familiedrama Submarino weer uit.
Het verpletterende Jagten (de jacht), dat dit jaar in Cannes in competitie draaide, bewijst dat hij weer helemaal terug is . Jagten vertelt het verhaal van crècheleider Lucas, die door peuter Klara, het dochtertje van zijn beste vriend, valselijk wordt beschuldigd van seksueel misbruik. Zijn wereld stort in als zijn vrienden hem een voor een laten vallen.
In een fraai staaltje van casting against type wordt Lucas gespeeld door Mads Mikkelsen, een acteur die meestal voor stoere, krachtige rollen wordt gevraagd en bij het grote publiek bekend is als de schurk in de Bondfilm Casino Royale. Mikkelsen was in Cannes om de film nader toe te lichten.
U bent een beroemd acteur, heeft u zelf ook met kwaadaardige leugens te maken gehad?
Mikkelsen: ‘O ja. Zeker. Maar wel anders dan in deze film. Hier heeft de leugen een sneeuwbaleffect. Het begint klein, maar wordt steeds groter. Een roddel in de media over mij is al gelijk een enorme sneeuwbal.’
Hoe heeft u zich op de rol van Lucas voorbereid?
‘Ik heb veel met Thomas Vinterberg gesproken over het personage. Over diens kwaliteiten als mens. En vooral over zijn daadkracht, of het gebrek daaraan. Lucas is een beschaafd mens en wil deze kwestie ook beschaafd aanpakken. Hij wil met iedereen de discussie aangaan, maar vindt alleen maar emotionele argumenten tegenover zich. En dan wordt het een moeilijk gesprek. Terugvechten is ook lastig, want je beste vriend wordt niet zomaar je grootste vijand. Dat is ook de reden dat ik verliefd werd op het script. Ik had sympathie voor iedereen. Ik vond ze allemaal aardig en begreep ze ook nog. Want afgezien van de kleine Klara vertelt niemand een leugen. Iedereen denkt dat-ie de waarheid spreekt. En dat maakt Lucas nog machtelozer.’
De enige keer dat Lucas terugvecht, is tegen iemand in de supermarkt…
‘Iemand die hij niet kent. Iemand dus waar hij wel boos op kan worden. Ik moet zeggen dat ik me erg verheugde op die scène, want daar kon ik eindelijk iets van mijn opgekropte frustraties kwijt.’