'Ik las het boek in een voor mij heel belangrijke periode,’ zegt de Braziliaanse regisseur Walter Salles eind april in een sjiek Brussels hotel. De opvallend jeugdige 55-jarige Salles is daar om te vertellen over zijn verfilming van Jack Kerouacs beroemde Beat-roman On the Road.
‘Ik was achttien, zat op de universiteit en werd geraakt door de vrijheid van de personages. Dat ze moesten omgaan met allemaal dingen die verboden waren. En dat ze seks en drugs zagen als iets om de wereld te begrijpen, niet alleen voor kicks. Vergeet niet dat Brazilië, toen ik studeerde, nog een militaire dictatuur was. Kranten en boeken werden gecensureerd. En als je reisde moest je langs allemaal controleposten. Je kon je nooit vrij bewegen. De vrijheid in het boek stond dus haaks op mijn leven in Brazilië. Mijn openbare leven én mijn persoonlijke leven, want ik kom uit een heel degelijk gezin.’
Was het boek destijds verboden?
‘Het was niet verboden, omdat het niet vertaald was. Ik had ergens een Engels exemplaar op de kop getikt en leende dat aan al mijn vrienden uit. En elke keer als ik het terugkreeg had iemand weer nieuwe aantekeningen in de kantlijn gekrabbeld.’
Toen was het boek relevant, is dat nog steeds zo?
‘Nou, het boek was destijds geen hit hoor. Het was juist controversieel. Sommige schrijvende collega’s spraken er schande van. Grote namen als Gore Vidal en John Updike, bijvoorbeeld . Truman Capote schamperde over On the Road: “Dit is geen schrijven, dit is typen!” Omdat het boek is geschreven als stream of consciousness. Kerouac ging al begin jaren veertig naar jazzclubs in Harlem en ontdekte dat muzikanten daar improviseerden op een bepaald thema. Dat de saxofoon een verlengstuk werd van hun lichaam. Dat wilde hij ook in de literatuur. Hij wilde dat de typemachine een verlengstuk werd van zijn lichaam.’