Londen, 30 november 2011. Televisieinterviews in Londen voor
Martin Scorsese’s nieuwe film Hugo. Aanwezig zijn hoofdrolspelers Sir
Ben Kingsley (aan te spreken met Sir Ben, anders kun je een geslaagd
interview wel vergeten),
Asa Butterfield en
Chloë Grace Moretz. En de grote meester zelf.
Door
filmliefhebbers bij voorkeur Marty genoemd, maar nu is de zeventigjarige
Italiaanse-Amerikaan toch even Mister Scorsese. Het duurde even, maar 45 jaar na
zijn eerste speelfilm (
Who’s That Knocking At My Door, 1967) en na meer dan twintig voornamelijk
misdaadfilms is Hugo Scorsese’s eerste familiefilm. En ook zijn eerste film in
3d, maar dat is de laatste tijd eerder regel dan uitzondering bij een
familiefilm.
Na meer dan twintig voornamelijk misdaadfilms is Hugo Martin Scorsese’s eerste familiefilm en ook zijn eerste film in 3D. Een kort, zeer kort gesprek met de hoofdrolspelers en de regisseur zelf.
Hugo gaat over een weesjochie dat begin jaren dertig in verborgen nissen van het Parijse treinstation Montparnasse leeft , nadat zijn vader, die daar de klokkenmaker was, bij een ongeluk om het leven is gekomen.
Hugo (Butterfield) probeert uit het zicht van de stationinspecteur en zijn dobermannpincher te blijven en wordt daarbij geholpen door boekenwurm Isabelle (Moretz) en haar Papa Georges (Sir Ben). Dat Hugo met elf nominaties de grootste kanshebber bij de Oscars is, weet nog niemand als ik ze in Londen spreek. Dat ze iets bijzonders hebben gemaakt wel. Zo blijkt uit hun enthousiasme tijdens de verschillende gesprekjes.
Sir Ben Kingsley (Papa Georges)
Het duurt in de film even voordat duidelijk wordt dat Papa Georges eigenlijk filmpionier Georges Méliès is, maar voor de goede verstaander komt het dan niet meer als verrassing. Sir Ben steekt ook gelijk van wal als ik vraag of het voor een acteur uitmaakt of hij een bestaand iemand speelt. Of dat dan automatisch betekent dat er meer energie c.q. research in moet worden gestopt.
‘Niet echt. Ik vind het zelfs makkelijker om iemand te spelen die echt bestaan heeft, van wie er een foto is, bewegend beeld, iemand over wie tijdgenoten zich hebben uitgelaten. Dat geeft je een duidelijk omkaderd mikpunt. Als ik een fictief personage speel kan alles, moet ik hem eerst helemaal opbouwen. Dan wordt hij een samenraapsel van allerlei mensen die ik heb ontmoet, stemmen die ik heb gehoord. Die ik daarna weer moet vernauwen voor de camera.
Maar bij Georges had ik al die informatie wel. Ik zag hem op foto’s op de toppen van zijn roem in zijn glazen studio, en ook als oude man in de speelgoedwinkel in Montparnasse, toen hij de droevigste man op aarde leek.’
Papa Georges is aanvankelijk heel boos en gesloten. Hoe speel je misantropie?
‘Ik had het voordeel dat ik hem in beide periodes kon spelen. Dat ik Méliès de gevierde regisseur was in zijn glazen studio. Waar ik, onder toeziend oog van Marty, Action! en Cut! mocht roepen. Dat gaf een heel machtig gevoel. Maar ik stond ook bij die glazen studio als hij failliet is en al zijn props moet verbranden… de beroemde maan met de raket in zijn oog, de kostuums. Ik kon dat verlies fysiek voelen. Dus als ik Georges in de speelgoedwinkel speel, weet ik precies wat hij allemaal heeft verloren. Dan wil ik er niet aan herinnerd worden hoe mooi het was, want dat doet te veel pijn.’
Is spelen voor een 3D-camera anders dan voor een gewone camera?
‘Wat je moet doen is volledig in character zijn. Daarom legde ik je dat net uit over die innerlijke reis, van glazen studio naar speelgoedwinkel. Want een 3d-camera is een röntgencamera, die ziet alles. Als je precies bent, is het fantastisch, maar overacteren wordt meteen afgestraft. Ik weet niet of het een woord is, maar voor de 3d-camera moet je onderacteren.’
Asa Butterfield & Chloë Grace Moretz (Hugo & Isabelle)
De jonge acteurs (beiden veertien) kregen van Scorsese huiswerk voor de film. Ze moesten heel veel oude films bekijken.
Welke films hebben jullie het meest geholpen?
Chloë: ‘ Funny Face en Roman Holiday, met Audrey Hepburn. Vooral die laatste, omdat zij dan als prinses uit haar paleis komt en zich in de gewone wereld begeeft. Dat geldt namelijk ook voor Isabelle, die leeft tot ze Hugo ontmoet in haar boeken.’
Asa: ‘Voor mij Safety Last, die film waarin Harold Lloyd aan een klok hangt. Niet alleen omdat een scène in Hugo een ode is aan die film, maar ook omdat Hugo, net als Lloyd, een beweeglijk ventje was .’
Hebben jullie ook oude films van Scorsese zelf
gezien?
Asa: ‘Een paar. Maar de beste zijn boven de achttien en die
mag ik niet zien…’
Martin Scorsese (regie)
Tot slot de meester zelf. Voor televisiejunkets krijg je precies vijf minuten en
vooral bij iemand die onder veel meer
Taxi Driver,
Goodfellas en
Raging Bull maakte, is dat pijnlijk weinig. Ik vraag of hij zich meer
verwant met Hugo voelt, of met filmpionier Méliès?
‘Beiden. Natuurlijk
identificeer ik me met de jongen die zo afgesloten van de wereld leeft. Als kind
met astma ken ik dat gevoel maar al te goed. Maar ook met Méliès, hij is the
spirit of cinema. Hij heeft bijna alles uitgevonden wat we nu doen.’
Hugo is niet alleen uw eerste familiefilm, maar ook uw eerste 3D-film. Welke van
de twee was het moeilijkste om onder de knie te krijgen?
‘De
familiefilm. Maar niet vanwege die kinderwereld, want ik heb nu een dochter van
twaalf [van zijn vijfde vrouw, red.] die de hele tijd in mijn gedachten is.
Die kinderen waren eigenlijk een feest.
Wat wel nieuw voor mij was, was
dat ik de bijfiguren – de personages die allemaal in dat station rondlopen –
veel lichter, veel liever heb gemaakt dan in mijn eerdere films.
Madame
Emily, bijvoorbeeld, of de station-inspecteur [die wordt gespeeld door komiek
Sacha Baron Cohen, red.]. Met name dat laatste personage hebben we expres
wat overdreven; hij beweegt zich op een bijna slapstick-achtige manier. Dat was
onze ode aan de zwijgende film. En de boekenverkoper Monsieur Labisse natuurlijk
, het personage van
Christopher Lee. Ik moest dat prachtige hoofd van Christopher er ook in
hebben.’
Mijn eerste traan in Hugo komt bij een scène tussen
Hugo en Labisse, wanneer hij Hugo een boek geeft…
‘Dat is heel
interessant, want die scène heeft op veel verschillende plekken in de film
gezeten. We hebben hem er ook nog even uitgehaald, maar bij tests bleek al snel
dat het publiek die scène miste. Achteraf snap ik wel waarom die scène zo
ontroert. Het is de eerste keer dat een volwassene aardig is voor Hugo.’