‘Ik schrijf niet omdat ik zo graag schrijf; het is gewoon voor mij zo gelopen
dat ik wel moet schrijven als ik mijn verstand niet wil verliezen. Want er is
niemand die voor mij kan denken en zorgen. Ik ben helemaal alleen en ik moet
proberen de lange donkere wintermaanden door te komen.’
De
hoofdpersoon uit Die Wand, die naamloos blijft, is een vrouw van ergens in de
veertig, weduwe, moeder van twee nagenoeg volwassen dochters. Ze gaat op bezoek
bij vrienden, een stel dat een jachthuis in een Oostenrijks bergdal bezit.
De man en vrouw gaan ’s avonds nog even naar het dorp, hun gast blijft bij de
hond des huizes: Luchs (lynx). Wanneer ze ’s ochtends wakker wordt is alles
anders: een onzichtbare, ondoordringbare, onbegrijpelijke en onverklaarde wand
scheidt haar van de rest van de wereld, daarbuiten lijkt elk menselijk en
dierlijk leven te zijn opgehouden.
De roman Die Wand van Marlen Haushofer is een genadeloos eerlijk, prachtig geschreven verslag van eenzaamheid. Julian Pölsler verfilmde het onverfilmbaar geachte boek.
Vanaf dat moment beweegt de vrouw zich binnen een klein gebied, met als enig gezelschap de jachthond Luchs, en een kat en koe die zijn komen aanlopen. Ze leeft. Of beter: ze overleeft. Poot aardappelen, plukt frambozen, schiet herten, eet brandnetelspinazie, zorgt voor ‘haar’ dieren. Ongedachte, reddende activiteiten . En stelt zich de vragen die een mens zich stelt die aan de rand van de dingen komt, die over die rand heen valt. Wie of wat is zij eigenlijk? Wat is haar plaats? Wat is de betekenis van alles? En: hoe niet gek te worden? Door te schrijven, misschien?
‘Ik heb deze taak op me genomen omdat ze mij ervoor moet behoeden dat ik in de schemering ga zitten staren en bang word. Want ik ben bang. Van alle kanten kruipt de angst op me af en ik wil niet wachten tot hij mij bereikt en me overweldigt.’
Afgemeten taal
De Oostenrijkse regisseur Julian Pölsler (geboren in 1954) was 33 toen hij Die Wand voor het eerst las – in 1963 geschreven door zijn landgenote Marlen Haushofer – en wist: dit ga ik verfilmen. Zijn carrière als maker van televisiefilms was nog pril, de rechten van het boek waren al vergeven, iedereen met wie hij over zijn ambitie sprak zei: onmogelijk.
Pölsler: ‘ Maar ik heb er van meet af aan in geloofd, en geduld gehad. In Duitsland en Oostenrijk is Die Wand heel bekend, pas veel later werd het vertaald [in Nederland in 1987 en 2009] en kwamen andere landen er ook mee in contact. Mensen vroegen me vooral hoe ik de wand zelf zou gaan verfilmen; een ding dat je niet ziet, maar waar de hoofdpersoon wel keihard tegenaan loopt.’
Ondertussen nam Pölsler alvast een hond in huis, om zijn tweede hoofdpersoon, getraind en wel, paraat te hebben wanneer de rechten op een dag in zijn bezit zouden zijn. Een andere uitdaging betrof de vorm van de vertelling: het hele boek bestaat uit het verslag van de vrouw geschreven in afgemeten taal vol existentialistische twijfel gecombineerd met gedetailleerde beschrijvingen van het praktische leven van alledag.
‘Ik weet niet hoeveel versies van het script ik heb gemaakt, maar van meet af aan stond vast dat het uitgangspunt de zinnen van Haushofer zelf zouden zijn. Daar zou ik niks aan toevoegen, alleen – met grote zorg – iets vanaf halen.’ Dus horen we niets dan een voice- over, de stem van de Duitse actrice Martina Gedeck die de door de wand overvallen vrouw speelt, wat tijdens de eerste vertoning in Nederland tijdens het Vlissingse festival Film by the Sea afgelopen september tot de publieksopmerking leidde dat Die Wand vooral plaatjes bij de woorden toont.
Niet de minste plaatjes
overigens; Pölsler filmde de Oostenrijkse Alpen gedurende alle seizoenen, met
een ongekend lange productietijd tot gevolg, die de negen cameramannen op de
aftiteling verklaart. De natuur is de derde hoofdpersoon, en die wilde hij zo
authentiek mogelijk ten tonele voeren. Dus zien we bergen met gevoel voor drama
, al dan niet besneeuwd, in opnamen die verwant zijn aan de schilderijen zoals
de Duitse romanticus Caspar David Friedrich ze maakte. ‘Achteraf had ik nog meer
stilte in de film willen stoppen, zodat het publiek gedwongen zou zijn daarnaar
te luisteren. Stilte kan luid zijn.’
Isolatie en
eenzaamheid
Haushofer, in 1970 op vijftigjarige leeftijd
overleden, kampte met depressies. Zij schreef zich een weg naar buiten, net als
haar hoofdpersoon in Die Wand; probeerde om aan de gezonde kant van haar
verstand te blijven, of daar weer te komen.
Pölsler is onder andere
door zijn eigen ervaringen met somberte gefascineerd door Haushofers boek:
‘Elk mens wordt in zijn leven gedwongen door donkere periodes te gaan, waarin
het lijkt of je elk contact met iedereen verloren hebt. Wat doen we met en
tijdens die gevoelens van isolatie en eenzaamheid? Wanneer je op de rug van de
draak stapt en de rit met ’m maakt, dwars door het duister heen, leidt dat tot
innerlijke groei. Aanwezigheid in de natuur kan daarbij belangrijk en behulpzaam
zijn. Dat geldt zeker ook voor de vrouw in Die Wand.’
Wat niet wil
zeggen dat het hier een feelgoodboek betreft, of een verhaal met een gelukkig
einde. ‘Ik zocht niet meer naar een zin die het leven draaglijker voor me zou
maken. Een dergelijk verlangen leek me bijna aanmatigend.’ Die Wand is een
genadeloos eerlijk verslag van de ervaring van het volledig op jezelf
teruggeworpen te zijn, een onderzoek naar essentie.
‘Ik ben te
klein, te nietig om veel aandacht aan te besteden.’ Pölsler heeft zijn film
opgedragen aan alle vrouwen die zich achter meer en minder zichtbare muren
bevinden. ‘Maar vooral is het een eerbetoon aan Haushofers boek, een platform
waardoor de rest van de wereld kennis van haar geweldige werk kan nemen.’
Hij is bezig met het schrijven van een toneelversie ervan en er zijn plannen
voor het verfilmen van Haushofers andere twee romans, te beginnen met Wir töten
Stella. ‘De thematiek is vergelijkbaar, ik noem het daarom Die Wand deel twee.’