‘Net als veel Italiaanse regisseurs ben ik beïnvloed door
Fellini. Maar juist omdat hij zo’n grote meester was, is het gevaarlijk hem
te imiteren. Ik heb zijn films expres niet teruggekeken tijdens de
voorbereidingen op mijn film, want de verleiding hem te imiteren is er altijd.’
Aldus regisseur
Paolo Sorrentino (1970), afgelopen mei in Cannes, op de vraag of Il Maestro
over zijn schouder had meegekeken tijdens het regisseren van
La grande bellezza. Want het verhaal van Sorrentino’s nieuwe film doet nogal
denken aan Federico Fellini’s meesterwerk
La dolce vita.
In La dolce vita volgen we society-journalist
Marcello op zijn strooptochten door nachtelijk Rome, waar hij van feestje naar
feestje trekt. Op zoek naar roddelverhalen en nieuwe veroveringen, maar vooral
op zoek naar iets – of iemand – die de leegte in zijn bestaan kan opvullen.
Marcello is een gevierde journalist, maar het liefst zou hij een belangrijk boek
schrijven.
Jep Gambardella, de 65-jarige hoofdpersoon van La grande
bellezza, heeft dat boek geschreven. Al vroeg in zijn carrière. Daarna schreef
hij geen enkel boek meer. En nu schrijft hij voor een artistiekerig tijdschrift
en is hij het middelpunt van een kliek rijke Romeinen, die niets liever doen dan
feesten, omvallen en dan weer doorfeesten.
Gambardella kijkt geamuseerd
toe. Hij is Fellini’s Marcello, maar dan dertig jaar ouder. Hij is ook een
beetje Sorrentino, zo bekent de regisseur in Cannes: ‘Hij heeft dezelfde
ontgoochelde blik, waarmee hij zijn sentimentele kant probeert te verbergen.’
U bent ook ontgoocheld?
‘Jaja. Ik vind het heel moeilijk om in dingen
te geloven. Ik ben niet snel verrast en altijd wat achterdochtig. Maar met de
jaren verbetert het. Ik word steeds hartstochtelijker.’
Jep is
zich bewust van de leegte in zijn bestaan, maar doet er weinig aan om dat te
veranderen en sleept zich van feest naar feest. Veroordeelt u hem?
‘
Nee, helemaal niet. Dat is niet mijn rol. En ik geloof ook niet dat ik het recht
heb om iemand te veroordelen omdat hij feest viert. Die leegte zit hem ook niet
in die feesten. Die leegte zit in hem. In zijn levensmoeheid en zijn probleem
om de zin van dingen te zien. In die feesten voel je juist een zekere
volledigheid. Want dat kun je doen met schoonheid. De feesten zijn erotisch,
sensueel.’
Is dat waarom u – net als hiervoor in Il divo – zo
uitbundig feesten filmt?
‘Ik film graag dansende mensen. En ik vind
het leuk om die scènes heel lang te laten duren. Ik wil laten zien dat feesten
ontzettend leuk kunnen zijn, maar op een gegeven moment afmattend worden. Dat er
ineens een sterk verlangen is om weg te gaan. De volgende dag zweer je: ik ga
nooit meer naar een feest! Maar die zelfde avond plan je het volgende feest
alweer.’
Het verhaal van La grande bellezza, de nieuwe film van Paolo Sorrentino (Il divo) doet denken aan Fellini’s meesterwerk La dolce vita. Met Jep Gambardella als Fellini’s Marcello, maar dan dertig jaar ouder.
Waarom filmt u zo graag oudere mensen op
die feesten?
‘Omdat ik ontroerd raak van hun sentimentaliteit.
Waarin altijd een vleugje pijn zit. Wanneer oudere mensen dansen, zie je hoe ze
waren toen ze nog jong waren. En ergens voelen zij dat ook zo.
'Die
gevoelens van melancholie, verdriet en tederheid bieden mij de mogelijkheid om
in de buurt van de waarheid over die mensen te komen. Want mensen houden hun
verdriet vaak verborgen. Achter uiterlijke schijn. Van plezier en onbevangenheid
. Achter gebabbel dat nergens over gaat. Achter al dat vertoon gaat de ware
natuur van mensen schuil. Voor iemand als ik is dat heel inspirerend om te
onderzoeken.’
De feesten gaan oneindig door. Is dat lastig te
filmen?
‘Heel vermoeiend, maar ook heel leuk. Het probleem van
massascènes is dat ze gauw te algemeen worden. Ik wil geen groot overzicht van
hossende mensen, ik wil inzoomen op individuen. En omdat dat er in mijn films
nogal veel zijn, kost het veel moeite dat allemaal onder controle te houden.’
U hekelt in de film het geloof in de persoon van de kardinaal die met Jep liever
over koken praat dan over spirituele zaken, en een 104-jaar oude non voor wie
Jep een avondmaal moet organiseren. Zal de film controversieel zijn in Italië?
‘Nee, dat denk ik niet. Want ik bekijk het geloof van verschillende kanten. Ja
, aan de ene kant maak ik het geloof een beetje belachelijk in de kardinaal, die
wel heel mondain is. Maar tegelijkertijd heb je de non, met haar eenvoudige
waarheden. En toch kan zij alle aanvallen van buitenaf gemakkelijk pareren,
juist omdat haar geloof onwrikbaar is. Zij vormt het tegenwicht tegen het
luchtige karakter van de kardinaal. Dus nee, ik denk niet dat er controverses
zullen ontstaan.’
U koos voor de rol van Jep Gambardella voor
acteur Toni Servillo, met wie u al drie keer eerder heeft samengewerkt. Waarom
weer hij?
‘Omdat hij beter dan wie dan ook dat type personage kent,
dat net als Toni – en ik zelf ook trouwens – niet in Rome geboren is, maar in de
provincie, in Campania. Die zich daardoor altijd een buitenstaander in Rome
heeft gevoeld, en juist daarom beter in staat is om vanaf gepaste afstand naar
de stad te kijken.’
In het begin van La grande bellezza bezwijkt
een toerist onder de aanblik van de pracht en praal van Rome. U toont de stad in
al zijn schoonheid en er zitten veel mooie objecten in de film. Zitten er ook
mooie mensen in?
(Sorrentino denkt lang na) ‘Ja. We zijn bijna
allemaal mooi, omdat bijna iedereen meerdere gezichten heeft. Dat maakt ons, hoe
zeg je dat… uiterst interessant.’