Het grootste gedeelte van de film speelt zich af op het dak van een huis in een Israëlisch dorpje. Een groepje jonge soldaten moet daar in 1989 een weekend lang de wacht houden nadat een medesoldaat om het leven is gekomen. Allen gaan ze op een verschillende manier met het verlies en met de oorlog om.
Het gegeven is gebaseerd op eigen ervaringen, vertelt regisseur Horowitz: ‘Ik moest zelf het leger in toen ik achttien jaar werd. Ik heb een weekend lang de wacht gehouden op net zo’n dak als in de film, met mijn vrienden. Dit verhaal moest ik nu vertellen, omdat het anders de geschiedenis in zou verdwijnen. Ik kan op deze manier het verhaal van mijn generatie vertellen. Het grootste gedeelte van de gebeurtenissen uit de film heb ik met mijn eigen ogen gezien. De soldaat die wordt gedood door een wasmachine die van een dak wordt gegooid, dat gebeurde drie straten bij mijn post vandaan.’
Hoe zijn de reacties op de film?
‘In Israël reageren de mensen anders dan in de rest van de wereld. De mensen die rechts stemmen, denken dat het een linkse film is, en andersom. Datzelfde geldt voor de Arabieren, zij denken dat het een pro- Israëlfilm is, en de Israëli denken dat het een pro-Arabierenfilm is. Maar dat is puur hoe iemand de film interpreteert, ik heb het niet bedoeld als een politiek statement. De film heb ik ook in Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten laten zien en daar werd positiever gereageerd. Vooral de reactie van het Duitse publiek was fascinerend. Na afloop van de voorstelling kwam er een aantal vluchtelingen uit Israël naar mij toe. Zij waren gevlucht uit de Gazastrook en vertelden mij: “Jarenlang hebben wij de militairen gehaat, maar nu leven we met hen mee. We begrijpen nu wat zij hebben moeten doorstaan en begrijpen nu dat ook zij hebben geleden.”’
Vindt u dat er meer aandacht moet worden besteed aan het politieke conflict in Israël?
‘Niet per se. Ik wilde het zelf daar juist niet over hebben, ik wilde het over de mensen hebben. Wij, de militairen, liepen door dorpen en steden, gingen bij mensen thuis ongevraagd naar binnen. De mensen waren bang, maar wij waren net zo bang. En omdat iedereen zo bang was en niemand wist wat er ging gebeuren, mondde dat uit tot een hoop geweld. Die angst en menselijkheid wilde ik laten zien. Dáár moet aandacht aan worden besteed.’
Hoe was het om op die locatie te filmen?
‘We hebben in Israel in een paar kleine dorpjes bij de zee gefilmd en het was geweldig. Allerlei verschillende bevolkingsgroepen hebben met elkaar samengewerkt. Jarenlang werd de relatie tussen Arabieren en Israëli’s alleen maar slechter, maar nu kunnen we eindelijk op een positieve manier samenwerken. Dat is al een hele prestatie.’
Zijn alle mensen in de film professionele acteurs?
‘Nee, integendeel zelfs. De meeste figuranten kwamen uit de dorpen waar we filmden, zoals de kleine jongen die graag met de soldaten wil spelen in de film. Ik zag hem een paar dagen voor de start van de opnames voetballen in het dorp. Ik vond het zo’n vrolijke jongen en heb meteen aan zijn ouders gevraagd of hij in mijn film mocht spelen. En dat voordat ik ook maar een testscène met hem had gedaan. Gelukkig pakte het goed uit.’
Waarom hebt u voor deze titel gekozen?
‘Ik heb de titel van het nummer van The Clash gebruikt, Rock the Casbah, omdat je het op drie verschillende manieren kunt interpreteren. Rock is in de film rockmuziek, waar de soldaten de hele dag naar luisteren. Daarbij gaat het letterlijk over stenen (rocks) gooien. En “rock the village”, in de film schudden ze het dorp wakker.’
Filmfestival Filmisreal, dat nog tot en met 16 juni plaatsvindt in Amsterdam en Den Haag, staat in het teken van nieuwe Israëlische cinema. Een van de opvallendste films in het programma is Rock the Casbah, debuutfilm van regisseur Yariv Horowitz. Een film die beide partijen in het Israëlisch-Palestijnse conflict een gezicht geeft.