Cannes, dinsdag 21 mei. Ochtend. Op de persconferentie van Behind the Candelabra wordt aan hoofdrolspeler Michael Douglas gevraagd wat de film voor hem betekent. Douglas wil antwoord geven, maar stopt midden in zijn zin. Hij vecht tegen de tranen (letterlijk, want hij slaat met zijn vuist tegen de tafel ) en zegt dan: ‘Het was net nadat ik de kanker had overwonnen. Dat ik dit prachtige cadeau kreeg. Ik ben Steven, Matt en Jerry eeuwig dankbaar dat ze op mij hebben gewacht.’ Steven is regisseur Steven Soderbergh, Matt is tegenspeler Matt Damon en Jerry is producent Jerry Weintraub. Douglas’ gevecht tegen de tranen is een van indrukwekkendste momenten van Cannes dit jaar.
Dat Behind the Candelabra überhaupt in Cannes draaide, was op zich al opvallend, want technisch gezien is het geen bioscoopfilm, maar een televisiefilm. Behind the Candelabra werd geproduceerd door betaalzender hbo, omdat geen van de Amerikaanse filmstudio’s er zijn handen aan wilde branden. Waarom? Behind the Candelabra is een biopic over de stiekem-homoseksuele Las Vegas-entertainer Liberace (Douglas), en zoomt in op diens ongezonde relatie met de veel jongere Scott (Damon). ‘Too gay’ voor de grote studio’s, die vreesden dat er niet voldoende publiek op af zou komen.
Regisseur Steven Soderbergh had altijd Douglas voor ogen in de rol van de flamboyante Liberace. Al in 2001 zei hij, op de set van Traffic, tegen Douglas dat die geknipt was voor de rol. Douglas speelde het spelletje mee, begon gelijk Liberace’s geaffecteerde stemmetje na te doen, maar nam het niet serieus – tot Soderbergh hem in 2010 een script voorlegde dat was gebaseerd op het gelijknamige boek van Liberace’s ex-minnaar Scott Thorson. Matt Damon had al toegezegd dat hij Scott wilde spelen. En toen werd bij Douglas, achter op zijn tong, een kankergezwel ter grootte van een walnoot geconstateerd. De behandeling en uiteindelijke genezing zouden twee jaar duren. Behind the Candelabra is Douglas’ eerste film na zijn ziekte.