Filmmaakster Mijke de Jong (55) is er nadat het interview is afgelopen niet helemaal gerust op. ‘Ik heb in het interview zoveel mogelijk we gebruikt, maar als ik er toch een paar ikjes tussendoor heb gegooid, kan je die dan veranderen in we? Want deze film hebben we echt met zijn allen gemaakt. Zo staat het ook op de poster. Een film van… en dan een hele rij namen.’ De film in kwestie is Brozer, en de hele rij namen begint met de vier hoofdrol- speelsters: Leonoor Pauw, Marnie Blok, Adelheid Roosen en Lieneke Le Roux. Zij stonden ook aan de basis van de film Broos (1997), dat eerst een toneelstuk was en later door De Jong werd verfilmd. De Jong en de vier actrices werden vriendinnen en bleven elkaar regelmatig zien. En altijd was er wel iemand die opperde dat het hoog tijd werd voor een vervolg op Broos. Maar echte plannen werden er niet gemaakt. Totdat bij actrice Leonoor Pauw in 2010 kanker werd geconstateerd en ze hoorde dat ze nog een paar jaar te leven had. ‘Toen hebben we haar voorgesteld het proces van haar ziekte te volgen. Met de zussen uit Broos.’ Dat werd uiteindelijk Brozer, en de zussen die in Broos nog een felicitatievideo voor hun veertig jaar getrouwde ouders probeerden te maken, helpen in Brozer hun stervende zus het leven los te laten.
Brozer is een intrigerende film geworden. Hij begint met een fictiegedeelte, waarin de actrices nog hun personages uit Broos spelen. Maar halverwege de film – als het steeds slechter gaat met Pauw – neemt de werkelijkheid het over. De actrices spelen niet langer een rol, worden zichzelf en komen regelmatig bij Pauw thuis. Om haar bij te staan in de korte tijd die haar nog rest.
Begin september ging Brozer in wereldpremière op het
festival van Toronto. Het interview vindt plaats één dag nadat De Jong weer
terug is in Nederland.
Hoe was Toronto?
Mijke de Jong
: ‘Hartverwarmend en overweldigend. We waren enorm zenuwachtig vooraf, want het
was onze eerste confrontatie met het publiek. Brozer is heftig, maar er kan ook
gelachen worden. En op het eerste moment waarvan ik dacht, hier kan gelachen
worden, kwam die lach. Daarna zie je de film indalen en aankomen. Precies zoals
we het bedoeld hadden. Na de film was er een Q&A met het publiek. Bijna niemand
was weggegaan. Op het moment dat we van het podium af wilden gaan, kwamen ze op
ons af. Wij gingen gelijk met zijn allen op een rij staan, ik weet ook niet goed
waarom, en kregen allemaal een hand. Of ze pakten ons vast. Die mensen waren
echt ontroerd.’
Halverwege de film gaat Brozer over van fictie in
werkelijkheid. Waarom?
‘Dat was een bewuste keuze tijdens het draaien
. Omdat naarmate Noor zieker werd, de fictievorm steeds meer ging knellen. Na de
dood van Noor, vorig jaar op 21 mei, zaten editor Dorith Vinken en ik met
honderden uren materiaal. We hadden meer dan een maand nodig om die enorme berg
te bekijken.’
Wat voor beelden waren dat?
‘Gespeelde
scènes, met de actrices als de vier zussen. Maar ook beelden die de actrices
zelf op hun iPhones hadden geschoten, en beelden van Noor thuis met haar man
George [acteur
George van Houts, red.] en hun twee dochters. Aanvankelijk dacht ik dat al
die beelden één groot, caleidoscopisch gedicht moesten worden. Alles moest
doorelkaar heen. Alles moest kunnen. Zo hebben we ook lang gemonteerd. Maar het
werkte niet. We konden niet bij het gezin komen voordat we uit de fictie waren.
Op het moment dat je in de werkelijkheid zit, geloof je het fictiegedeelte niet
meer.’
Toch is de stap naar de werkelijkheid niet zo groot, want
de personages van de actrices liggen vast dicht bij die van de zussen die ze
spelen.
‘Ja, maar die eigenschappen konden ze in dat fictiegedeelte
mooi uitvergroten. Daarin zijn ze feller tegen elkaar, durven ze meer. Je ziet
ook dat ze anders zijn in het tweede, het echte gedeelte. De toon wordt zachter
.’
U ziet dat allemaal vanachter de camera gebeuren. Heeft u
nooit overwogen achter die camera vandaan te komen en op Leonoor af te stappen?
‘Ik heb me heel vaak voorgesteld dat ik naast haar op de bank ging zitten en we
de film even helemaal zouden vergeten. Maar dat kon niet. En dat wilden we ook
niet. De verwerking van het verlies kwam voor mij pas nadat ze al overleden was
, tijdens de zeven maanden van de montage. Regelmatig dacht ik: “Ik ga zo even
naar haar toe.” En dan: “O nee, shit. Dat kan helemaal niet!” Na de montage
lieten we de film zien aan George en hun dochters. Want het was heel belangrijk
voor ons dat zij de film mooi zouden vinden. En gelukkig was dat ook zo. Ik
realiseerde me pas tijdens die vertoning dat het voor hun al bijna een jaar
geleden was dat Noor was overleden. Terwijl ik nog iedere dag naar Noor keek. En
iedere dag ging ze weer dood in de montage.’
Voor haar dood
hield ze een blog bij, waarin ze schreef dat ze met de film zin aan het zinloze
wilde geven. Wilde u dat ook?
‘Kijk, Noor was een maakster. Een
actrice. Ze wilde zin aan haar dood geven door iets te creëren. Wat ik mooi vind
aan Brozer is dat je de worsteling van de zussen ziet met het ongrijpbare van
de dood. Die worsteling is heel herkenbaar. Ik hoop dat de film daarom niet
loodzwaar is en ook troost biedt. En het mooie aan Toronto was, dat het ook zo
werkte. Het eerste wat ik da cht na de première was: Yes Noor, daar ga je! Dit
is wat jij gewild hebt en wat wij allemaal gewild hebben. En dat geven we nu
door aan het publiek.'