Meestal werkt Fransman Robin Campillo (1962) alleen. Schrijft hij scenario’s of monteert hij films . Vooral voor regisseur Laurent Cantet, met wie Campillo al zes keer samenwerkte . Met als belangrijkste films de moderne klassiekers L’emploi du temps (2001) en het voor een Oscar genomineerde Entre les murs (2008).
Een enkele keer treedt Campillo op de voorgrond. In 2004 debuteert hij als regisseur met de intrigerende en bijna poëtische horrorfilm Les revenants, waarin de doden terugkeren op aarde. Niet als zombies op zoek naar mensenvlees, maar met de bedoeling hun oude leven weer op te pakken.
Bijna tien jaar later is er eindelijk de tweede film, Eastern Boys. Een vreemde, maar wel aangename mengelmoes van sociaal- realisme, liefdesdrama en thriller. Over een groepje Oost-Europese illegale jongeren, de al wat oudere homoseksueel Daniel, en wat er gebeurt als hun paden kruisen.
Eastern Boys won vorig jaar op het filmfestival van Venetië de Horizons Award (voor actuele en baanbrekende films) en was begin dit jaar te zien op het International Film Festival Rotterdam. Waar ook Campillo aanwezig was.
Les revenants werd een paar jaar geleden bewerkt tot een
gelijknamige, al even intrigerende televisieserie, die in Nederland op dvd werd
uitgebracht onder de Engelse titel Rebound. Was u bij die serie betrokken?
Campillo: ‘Nee, dat leek me ongemakkelijk voor de makers. Ik zou ze alleen maar
voor de voeten hebben gelopen. Bovendien had ik mijn eigen film al gemaakt. Ik
was er klaar mee.’
Was u tevreden over de televisieversie?
(lacht) ‘Ik heb hem niet gezien. Juist omdat ik deze vraag dan niet hoefde te
beantwoorden!’
Oké, Eastern Boys dan. U schreef ook het
scenario. Hoe is deze film begonnen?
‘Met verschillende ideeën die
samenkwamen. Het is geïnspireerd door een waargebeurd verhaal over een Fransman
van een jaar of vijftig die zijn ex-minnaar adopteerde. Omdat hun relatie van
geliefden veranderd was in iets wat meer leek op vader en zoon. Dat verhaal
shockeerde en intrigeerde me. Want hoe kon zoiets gebeuren? Hoe kan een relatie
zo veranderen?’
Hoe oud was die jongen?
‘Een jaar of 23
toen de relatie begon, en ik meen 28 toen hij geadopteerd werd. Door dat verhaal
moest ik denken aan de filosoof Foucault, die een aantal jaren geleden, toen
homo’s nog niet officieel konden samenwonen, opperde dat je je geliefde moest
adopteren. Omdat zo zaken als een erfenis voor de wet geregeld konden worden. En
daar kwam nog bij dat ik graag een film wilde maken over migranten uit het
Oostblok. Omdat ik ze altijd zag rondhangen bij het Gare du Nord in Parijs. Nu
zie je ze daar trouwens niet meer, want leger en politie hebben het station
grondig schoongeveegd. Uit angst voor terroristische acties.’
Wat
waren dat voor jongens? Roma?
‘Uit Moldavië. Maar mijn film moest
geen sociologische studie zijn. Ik wilde een Rus als leider en allemaal jongeren
uit voormalige Sovjetrepublieken om hem heen. Het leek me wel een aardig idee
de Sovjet-Unie weer opnieuw te formeren.’ (lacht)
De Rus, Boss
genaamd, is bepaald geen lieverdje...
‘Dat kwam door al die
asielzoekers en immigranten die bij Lampedusa zijn doodgegaan. Wat me opviel was
dat die mensen eerst werden gezien als criminelen, en dat ze, nadat ze waren
omgekomen, op slag veranderden in martelaren. Volgens mij is de werkelijkheid
iets gecompliceerder dan dat. Mijn immigranten moesten ook iets dreigends hebben
.’
Bent u niet bang dat deze film daardoor koren op de molen van
extreem rechts zal zijn?
‘Dat kan, maar ik denk niet dat extreem
rechts naar deze film zal gaan. Jammer genoeg. Wat ik wilde laten zien, is dat
we ons niet kunnen afschermen voor al het geweld om ons heen. Ik weet niet hoe
dat in Nederland is, maar in Frankrijk geloven mensen dat echt. Dat als we maar
een muur om Frankrijk heen bouwen we ieder gevaar kunnen buiten sluiten. Maar
dat kan helemaal niet. Weet je wat grappig is? Toen ik jong was werden er ook
mensen beroofd. En toen waren er nog helemaal geen immigranten! Het is alsof we
dat vergeten zijn. En vooral de stemmers op extreem rechts, die nota bene zelf
vaak uit de misdaad komen.’
Daniel is het hoofdpersonage, maar
eigenlijk komen we maar weinig over hem te weten. Hij blijft een mysterie.
‘Ik houd van personages die ik niet goed ken. Ik wil ook niet alles van ze
weten. Dat is veel realistischer dan wanneer het script alles uitlegt. Er zit
een scène in de film waarin we Daniel zien met een handvol vrienden. Maar die
scène duurt maar een paar seconden. Ik ben veel geïnteresseerder in zijn
vreemde, nieuwe leven, dat begint als hij kennismaakt met de jongeren.’
U schreef het scenario, dan zal u toch wel even nagedacht hebben over wat Daniel
voor werk doet, wat voor man hij was?
‘Natuurlijk, maar de hele tijd
met het woordje “misschien” in mijn achterhoofd. Misschien werkt hij bij een
verzekeringsbedrijf. Misschien zijn alle jongeren prostitués. Misschien. Maar
ik zal dat nooit uitspellen voor de kijkers. Ik wil dat die in onzekerheid
verkeren over de personages en eigen oplossingen aandragen. Er is een mooi
interview dat de dichter Louis Aragon ooit met Godard had over À bout de
souffle. Aragon zegt daarin dat het niet uitmaakt dat je in die film de meeste
tijd in een kamertje met de personages zit opgesloten. Want in dat kamertje zit
een raam en door dat raam komen allemaal geluiden van de straat naar binnen.
Godard hoeft die straat niet te laten zien. We zien hem al in onze verbeelding.
Dankzij die geluiden.
Dat geldt ook voor mijn personages. Hoe meer ik me bij ze moet voorstellen, hoe echter ze worden. Ik weet dat je me nu interviewt, maar ik weet niet wat jij doet in het normale leven. Het feit dat je een mysterie bent voor mij, maakt je juist echter.
En het heeft ook nog een ethische kant. Ik vind dat de kijker zelf moet bepalen wat een personage in mijn film doet. Daar wil ik niet tussen gaan staan.’
Op vrijdag 11 juli begint op Canvas seizoen 1 van de serie Les revenants. In het najaar wordt de serie uitgezonden door de VPRO.