‘Vroeger had ik bewondering voor je. We dachten dat je grootse dingen zou gaan doen, dat je beroemd zou worden. (...) Maar die artikeltjes van jou... het is sentimentele romantiek. Er spreekt een naïeve, zwakke zelfovertuiging uit. Je neemt geen risico’s; de auteur trapt open deuren in om zich geliefd te maken. En die lyrische, naar sentimentalisme neigende dekmantel maakt het alleen maar erger.’
Zo! Die zit! Terwijl Aydin in zijn studeerkamer aan een nieuwe column over godsdienst en moraal werkt, krijgt hij de wind van voren van zijn zus Neclam, die achter hem op de bank ligt. Languit, lui. Verveeld. Maar Aydin is er de man niet naar om zich door zijn zus’ tirade uit het veld te laten slaan . ‘Zo te horen kan ik er maar beter mee ophouden,’ antwoordt hij, helemaal niet van plan ermee op te houden.‘Nee, nee,’ zegt Neclam snel. ‘Het is gewoon mijn mening.’ ‘Gelukkig denkt niet iedereen er zo over,’ riposteert Aydim, terwijl hij minzaam opkijkt van zijn laptop. ‘Ik heb je toch niet beledigd?’ vraagt Neclam. ‘Nee’, zegt Aydim beslist. ‘We mogen dan broer en zus zijn, we verschillen als dag en nacht. Ik moet er misschien blij om zijn dat jij er zo over denkt.’
De scène gaat maar door, minutenlang. Geen van beiden gunt de ander het laatste woord. Telkens als je denkt dat het niet erger kan, doet de ander er een schepje bovenop. Zij verwijt hem hypocrisie (‘Had ik maar jouw vermogen tot zelfmisleiding’) en een gebrek aan moed: ‘Als auteur ben je vergeten jezelf te zijn. Je verandert van identiteit als van een hemd.’ En Neclam is niet de enige. Ook Aydims mooie, veel jongere wederhelft Nihal kan hem nauwelijks velen. Hun liefde is jaren geleden al verdampt. Als ze elkaar met rust zouden laten, was de situatie in huis nognet draaglijk. Maar ze laten elkaar niet met rust. Terwijl de sneeuw naar beneden dwarrelt, blijven ze elkaar opzoeken. En op elkaar inbeuken, als uitgetelde boksers.
196 minuten duurt de messcherpe karakterstudie Winter Sleep. En als het aan hem had gelegen, was de film nog veel langer geweest, vertelde regisseur Nuri Bilge Ceylan op het festival van Cannes, waar het dit voorjaar werd bekroond met de Gouden Palm, de prijs voor de beste film. Ceylan was zelf uiterst content over een vier en half uur durende versie, maar zijn omgeving wist hem ervan te overtuigen dat het publiek dat niet aan kan. Oók het arthouse publiek niet. En juryvoorzitter Jane Campion zag er zo, met 196 minuten, ook al tegenop, zei ze na de uitreiking. ‘Ik was bang. Ik zei tegen de andere juryleden dat ik vast en zeker naar het toilet zou moeten. Het was paniek om niks. De film greep me volledig. Winter Sleep is meesterlijk en meedogenloos.’