Op het afgelopen festival van Cannes ging de Gouden Palm naar Jacques
Audiards Dheepan. Eindelijk, want ook voor zijn twee vorige films – Un prophète
en De rouille et d’os – werd Audiard gezien als de grote kanshebber. Het succes
van Audiard is ook het succes van Thomas Bidegain (46), die meeschreef aan de
scenario’s van die drie films. In Cannes is Bidegain niet alleen voor Dheepan,
maar voor het eerst ook als regisseur. Van Les cowboys, een spannend drama over
een vader die op zoek gaat naar zijn dochter, nadat die er in het geheim met een
radicale moslim is vandoor gegaan.
Waarom gaf u dit script niet
aan Audiard, maar wilde u het zelf verfilmen?
Thomas Bidegain:
'Ik heb lang over dit verhaal nagedacht en uiteindelijk werd het mijn verhaal.
Bovendien zitten er persoonlijke elementen in.'
Welke?
'Ik heb een zoon die ongeveer even oud is als Kelly, de dochter in Les cowboys
. Toen mijn zoon nog een jaar of dertien, veertien was, betekende ik alles voor
hem. Ik liet hem films zien, we ondernamen samen van alles. En toen ineens…
niets meer. Hij wilde de films die ik mooi vond niet meer zien, wilde niets meer
samen doen. Alleen maar in zijn kamer zitten. Ik kende zijn nieuwe vrienden
niet, wist zo goed als niets meer van hem. Alleen de cijfers nog die hij op
school haalde. Die ook nog eens heel goed waren, dus wat kan je dan nog doen?
Dat was een heel pijnlijke ervaring voor me, en er zijn niet veel films die over
die periode gaan. Als ouder kun je dan maar twee dingen doen. Krampachtig
vasthouden, of iemand laten gaan en er maar op vertrouwen dat het goed komt. De
vader in mijn film houdt krampachtig vast.'
De film heet Les
cowboys, en is ook een beetje een moderne versie van een van de beroemdste
westerns uit de filmgeschiedenis, John Fords
The Searchers.
'Klopt. Ik ben een Bask en weet nog goed dat ik
vroeger met mijn grote broer naar westerns keek en dat hij dan zei: "Kijk goed
naar de Indianen. Dat zijn wij." Daar gaat mijn film ook over. De mensen in het
westen zijn de cowboys, de moslims zijn de indianen. Als de vader op zoek gaat
naar zijn dochter en terechtkomt in een moslimwijk in Antwerpen, bevindt hij
zich eigenlijk in het territorium van de Comanches. De silhouetten van de mensen
die hem op de daken volgen, zijn de indianen op de heuvel. Veel van die beelden
die je uit westerns kent, zitten in mijn film, maar dan een beetje
gemoderniseerd. Zoals wanneer de zoon van de vader in het tweede deel van de
film een joint rookt bij de taliban. Dat is natuurlijk de vredespijp.'
The Searchers, waarin John Wayne zijn blanke nichtje uit handen van de
roodhuiden wil redden, wordt vaak racistisch genoemd. Vreest u vergelijkbare
kritiek?
'Nee. Want ik vertel een verhaal over mensen, niet over de
jihad. Als je een verhaal over de jihad verwacht, moet je niet naar deze film.
Verwacht je een verhaal over een vader die op zoek is naar zijn dochter, dan zit
je goed.'
Zou u op zoek gaan naar uw dochter?
'Ja.'
Maar uiteindelijk kiest ze zelf voor die jongen. Ze besluit zelf weg te gaan.
'En toch zou ik naar haar op zoek gaan. Het is vreselijk, en ik zou me zelf er
om haten, maar ik zou wel gaan. Net als de vader in mijn film. Die zichzelf er
trouwens ook om haat.'
Want hij is geen slecht mens, geen racist.
'Hij is alleen maar een vader.'
Les cowboys van Thomas Bidegain is een moderne western. Over een vader die zijn dochter zoekt, net als John Wayne en zijn nichtje in The Searchers (1956).
Dit is uw eerste film
als regisseur, wat heeft dat u geleerd over het schrijven?
'Een boel
. En dat was ook een van de redenen waarom ik wilde regisseren. Ik wilde
begrijpen wat je allemaal niet op papier kunt zetten. Ik heb veel verhalen voor
films geschreven de afgelopen tien jaar, maar wat je leert door zelf met acteurs
te werken is ongelooflijk. Hoe snel de kleur van een scène kan veranderen,
bijvoorbeeld. Allemaal dingen die je nooit kan opschrijven, maar op de set voor
je ogen ziet gebeuren. Fascinerend. En het belangrijkste was wel dat ik zag dat
film een machine is die je dwingt je zelf te laten zien. Elke beslissing, zelfs
zoiets stoms als de kleur van een muur, is een stukje van jezelf. Als
scenarioschrijver kan ik me veel makkelijker verschuilen; als regisseur moet je
je elke keer weer blootgeven.'
Gaat u ermee door?
'
Zeker. Ik ga door met de vrijheid die ik heb om soms te regisseren en soms
alleen maar een scenario schrijven.'
Is het 'dreamteam' Bidegain-
Audiard dan voorbij?
'Ik denk het niet, hoor. Er zit er nog wel een
in.'
Eén maar?
'We zeggen altijd: nog één. En
inmiddels hebben we er al vijf gemaakt.'