‘Een vernietigingskamp is een combinatie van organisatie en chaos. Meestal zie je de organisatie, vrijwel nooit de chaos.’ De Hongaarse regisseur László Nemes (1977), midden oktober even in Amsterdam, legt uit waarom hij in Son of Saul juist wel inzoomt op de chaos. ‘Mijn film moest een heel rauwe ervaring worden. In de meeste films over de Holocaust staan de verhalen van overlevers centraal. Kijkers wordt een veilige uitweg uit de ellende geboden, doordat ze wordt verteld wie de goeden en wie de slechten zijn. Bovendien volgen ze in die films ook nog meerdere personages, wat zorgt voor overzicht en afstand. Je kan als kijker even op adem komen en nadenken. Dat wilde ik niet. Ik wil dat je meeloopt met onze hoofdpersoon. Dat je wordt ondergedompeld in zijn hel.’
Die hoofdpersoon in Son of Saul is de Joodse Saul Ausländer. Hij is in vernietigingskamp Auschwitz door de nazi’s aangewezen om als ‘Sonderkommando’ de gevangenen de gaskamers in te drijven en daarna hun lijken naar de ovens te brengen. In een van de doden denkt hij zijn zoon te herkennen, die hij vervolgens – tegen alle bevelen van de nazi’s in – ritueel wil begraven.
Son of Saul is uw eerste speelfilm en die is vaak erg persoonlijk. Hoe is deze film persoonlijk?
Nemes: ‘Deze film zit min of meer ingebakken in mijn dna. Veel van mijn familieleden zijn vermoord in Auschwitz. Ik hoop dat mijn film een graf voor ze kan zijn.’
Een graf?
‘Deze mensen werden verbrand. Hun as werd ergens in een rivier in Polen gegooid. Mijn familie was erg religieus en verbrand worden druist in tegen hun geloof. Hun lichaam had intact begraven moeten worden. Net als de zoon van Saul.’
Ik begreep dat u vijf jaar was toen uw moeder vertelde dat haar ouders waren vermoord in Auschwitz…
‘Ja, mijn moeder wilde me niet sparen. Ze vertelde me alles wat ze wist. Dat was niet zoveel als je ziet in mijn film, maar ze kon me wel flarden vertellen van wat er gebeurd was.’
Was u later niet boos dat ze het u toen al verteld had?
‘Nee. Ik denk dat ze juist gehandeld heeft. Het is altijd beter dat je iets weet. Ook al is het pijnlijk en gruwelijk.’
Maar u was vijf jaar.
‘Ook dan.’
In Son of Saul van de Hongaarse regisseur László Nemes moet de hoofdpersoon in Auschwitz als ‘Sonderkommando’ gevangenen de gaskamers in drijven en hun lijken naar de ovens brengen.
Waarom koos u iemand uit een Sonderkommando?
‘In Auschwitz werden Joodse gevangenen gedwongen de vernietigingsmachine draaiende te houden. De Sonderkommando’s werden gescheiden gehouden van de rest . Ze wisten dat ze na een maand of drie vermoord zouden worden, omdat ze te veel geheimen kenden. Sommigen van hen schreven daarom in het geheim op wat ze allemaal moesten doen en verstopten die documenten in het kamp. Zo is een aantal van hun getuigenissen teruggevonden. Die ik allemaal gelezen heb. Dankzij hun verhalen kreeg ik de kans te vertellen wat er op dagelijkse basis in het kamp gebeurde. Juist omdat zij niet met de kennis van achteraf schreven, kon ik in het moment blijven.’
U maakte een aantal radicale vormkeuzes. De camera verlaat Saul nooit. We zien hem scherp, maar alles wat er om hem heen gebeurt blijft onscherp. Waarom?
‘Net als Saul weet je nooit wat er gaat gebeuren. Je mist ieder overzicht en holt met hem mee in die waanzin. Daar is cinema bij uitstek geschikt voor. Op die manier kan de kijker zelf een voorstelling maken van wat er om Saul heen gebeurt, zonder dat we dat hoeven te laten zien.’
Snap ik. Hoewel ik, doordat het niet getoond werd, mezelf toestond de details niet al te nadrukkelijk in te vullen.
‘Dat is een persoonlijke keuze. Anderen doen dat juist wel. En dat is prima, want de bedoeling van deze film is dat ie op een gegeven moment persoonlijk wordt. Omdat hij is samengesteld uit indrukken, waarnemingen en geluiden. Brokstukken van een werkelijkheid, die ieder op zijn eigen manier moet verwerken.’
Saul wordt gespeeld door Géza Röhrig. Ik las dat hij, toen hij nog jong was, een jaar lang elke dag naar Auschwitz ging.
‘En dat was toen de Sovjets nog aan de macht waren. Dat is een heel bijzondere ervaring. Géza is een heel bevlogen man.’
En heel religieus. U ook?
‘Ergens wel denk ik. Niet op de traditionele manier met bidden en zo. Deze film gaat over de mogelijkheid dat je, ook al is er niets meer over, er geen God meer is en je niets meer kan doen, toch in jezelf iets goddelijks vindt.’
Kunt u dat nog iets meer uitleggen?
‘Saul is geen gelovig man. Hij weet niet eens wat een rabbijn precies doet. Maar hij heeft besloten dat hij de jongen wil begraven en daarmee doet hij het meest menselijke wat hij op dat moment kan doen. Wat de film wil zeggen is dat wanneer God afwezig is en alle hoop verdwenen, er diep van binnen toch nog een stem kan zijn die je een keuze biedt. Een goddelijk iets diep van binnen. Een wet boven de wet. Daar geloof ik in.’