‘Ik heb onlangs ontdekt dat ik een milde vorm van dyslexie heb, wat me grappig genoeg veel vertrouwen heeft gegeven in de manier waarop ik tegenwoordig schrijf. Ik schrijf namelijk vooral niet. Vroeger krabbelde ik mijn ideeën altijd op in zo’n opschrijfboekje, want iedereen had me verteld dat je dat moest doen. Ik heb onlangs al die oude boekjes nog eens ingekeken en ontdekte dat daar niets in stond wat ergens op sloeg.
Nu doe ik het anders. Ik ben twee tot drie jaar bezig met een verhaal in mijn hoofd en pas als ik een helder beeld heb van hoe mijn personages praten begin ik met schrijven. En dan gaat het snel. Ik geloof dat ik het script voor Margin Call in vier dagen heb geschreven. En het script voor A Most Violent Year in tien. Dat klinkt allemaal misschien indrukwekkend, maar er zijn ook nadelen. Ik kan namelijk nauwelijks een boek lezen.’
Aan het woord is de Amerikaanse schrijver/regisseur J.C . Chandor (1973). Vijftien jaar lang maakte hij anoniem bedrijfsfilmpjes, tot hij in 2011 uiterst succesvol debuteerde met de speelfilm Margin Call, over de top van een investeringsbank die beseft dat hun bank aan de rand van de afgrond staat. Het scenario voor die film leverde hem gelijk een Oscar op.
Op Margin Call volgde All is Lost (2013), een drama over een oudere zeezeiler die na een bootongeluk wanhopig probeert te overleven. All is Lost viel op door de sterke rol van oudgediende Robert Redford, en door het feit dat die in de film zo goed als geen woord zegt.