In de puinhopen van naoorlogs Berlijn krijgt de verminkte Auschwitz-overlever
Nelly na plastische chirurgie haar gezicht terug. Helemaal gelukt is het
blijkbaar niet, want als ze na enig zoeken haar man Johnny terugvindt in
nachtclub Phoenix, herkent hij haar niet. Johnny vindt haar wel iets lijken op
zijn – naar zijn stellige overtuiging – overleden vrouw, wat hem weer goed
uitkomt, want zo kan zij zich voordoen als zijn vrouw en kan hij haar
familiefortuin incasseren. Uit liefde en in de hoop dat hij haar toch zal
herkennen besluit Nelly zijn smerige spelletje mee te spelen.
Bij
Phoenix is het essentieel dat je accepteert dat hij haar niet herkent. Was u
daar ooit bezorgd over?
Petzold: ‘Ja, dat heeft me altijd bezig
gehouden. Ook tien jaar terug al, toen ik met Harun Farocki aan het script begon
. We wisten dat dat de lakmoesproef van deze film zou worden. Als je het niet
accepteert, zal deze film je weinig doen. Maar als je het niet accepteert, heb
je wat mij betreft ook niets in een bioscoop te zoeken.
Tien dagen geleden zag ik op Arte Max Ophüls’ Letter from an Unknown Woman weer. Die film gaat over een Weense pianist die het met allemaal vrouwen doet. Met een van hen heeft hij twee weken een intense romance, maar dan moet hij op tournee. Drie weken later is hij terug. Hij heeft inmiddels veel avontuurtjes gehad en herkent haar niet. Dat is bijna niet te geloven, maar ik geloof het toch. Omdat het klopt. Sommige mannen zien hun vrouwen niet.
Alfred Hitchcock heeft na de
oorlog meegewerkt aan een documentaire over de concentratiekampen Bergen Belsen
en Buchenwald. Daarin kun je zien hoe Duitsers langs de massagraven lopen en
niet willen kijken. Net zoals ze daarvoor zes jaar langs de kampen hebben
gelopen en niets hebben willen zien. Mensen die zeggen dat hij haar zou moeten
herkennen, zouden eindelijk moeten inzien dat sommigen een andere kant opkijken
en dan echt niets zien. Niet dat ze dan iets ontkennen, maar ze registreren het
echt niet.’
Ga je wel mee in dat gegeven, dan heeft de film een
verpletterend mooi einde. Stond dat einde altijd vast?
‘Tijdens het
draaien wisten we nog steeds niet hoe de film moest aflopen. Pas na zeven weken
begrepen hoofdrolspeelster Nina Hoss en ik hoe de film moest eindigen. Daarop
keken we in het draaiboek, en wat bleek: daar stond het precies zo in! Heel
interessant. Je schrijft iets, en dat is goed, maar eigenlijk heb je het nog
niet begrepen. Je moet het eerst voelen.’
Dit is uw zesde film
met Nina Hoss. Heeft u de film geschreven met haar in gedachten?
‘Van
de zes keer dat we hebben samengewerkt, heb ik drie keer een rol speciaal voor
haar geschreven. Waaronder Phoenix. Zonder haar had ik deze film nooit gemaakt.
Want Phoenix is een balanceeract. Ik wilde mensen om me heen die alles in
evenwicht konden houden. Want deze film heeft veel reflectie nodig. Het gegeven
, een man die zijn eigen vrouw nabouwt, stond me echt tegen. Daar moest ik veel
met de acteurs over kunnen praten. En Nina is iemand met wie je kan praten.’